Commissie: Waterrecreatie
Categorie: HISWA Algemene Aannemings-, verkoop- en leveringsvoorwaarden
Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
WAT06-0031
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil heeft betrekking op de reparatie aan de keerkoppeling van het vaartuig van de consument in 1997.
De consument heeft op 2 maart schriftelijk geklaagd bij de ondernemer. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. In 1997 heeft u de ondernemer op advies van [naam dealer boot] de keerkoppeling uit de boot van de consument vervangen door een aan de ondernemer door [naam dealer boot] geleverde testkoppeling. Doel van het plaatsen van deze testkoppeling was te bezien wat de oorzaak kon zijn van de trillingen die de consument tijdens het varen ondervond. Nader onderzoek wees uit dat niet de koppeling, maar de schroef van de boot de trillingen veroorzaakte. Zoals [naam dealer boot] ook al aangaf, diende de testkoppeling na het onderzoek weer vervangen te worden door de originele, eigen koppeling van de consument. De consument heeft er gerechtvaardigd op vertrouwd dat dit door de ondernemer zorgvuldig is uitgevoerd. Nadien bleef de consument klachten houden met betrekking tot het schakelen. Deze klachten heeft hij diverse malen aan de ondernemer kenbaar gemaakt. Diens advies daarin was immer gelijk: de consument moest gewoon blijven varen zoals hij deed, het euvel zou zich vanzelf oplossen. In 2005 werd het euvel echter dermate ernstig dat de consument besloot een derde naar zijn boot te laten kijken. De ondernemer gaf hem immers telkenmale aan dat de ondernemer het euvel niet zou (kunnen) verhelpen. Tijdens dit herstel door de derde bemerkte deze dat nog altijd de testkoppeling in de boot zat. De consument heeft daarop mondeling verzocht de testkoppeling te verwijderen en zijn eigen koppeling terug te plaatsen. Tot op heden heeft de ondernemer hieraan geen gehoor gegeven. De testkoppeling betreft een MS4 en dateert uit 1991, de koppeling van de consument betreft een MS 5 en dateert uit 1996. De consument betwist met klem dat hij persoonlijk bij het omruilen en veranderen van de keerkoppelingen aanwezig is geweest. De afspraak met betrekking tot de testkoppeling was heel duidelijk: met de testkeerkoppeling zou een proefvaart gemaakt worden, teneinde te bezien of de trillingen minder zouden zijn. Na de proefvaart zou de originele keerkoppeling weer worden teruggeplaatst. Deze werkwijze werd door [naam merk boot] voorgeschreven c.q. erkend. De consument betwist eveneens nadrukkelijk dat hij zich in de voorbije jaren nimmer tot de ondernemer heeft gewend met deze klachten. Hij heeft deze klachten telkenmale mondeling bij de ondernemer neergelegd. Diens advies daarop was telkenmale dezelfde. Het zou een braam aan het cluster betreffen en met voldoende gas geven zou het euvel zich vanzelf oplossen. Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. [naam dealer boot] heeft geschreven dat de oorspronkelijke keerkoppeling weer teruggeplaatst moet worden. Navraag bij [naam dealer boot] heeft de consument geleerd dat [naam dealer boot] niet weet hoeveel draaiuren er met de testkeerkoppeling zijn gemaakt. Een jaar geleden wilde de motor helemaal niet meer schakelen. De consument is toen naar een derde gegaan, omdat de consument geen vertrouwen meer had in de ondernemer. De keerkoppeling bleek aan de binnenkant versleten te zijn. De derde heeft de keerkoppeling gereviseerd voor een bedrag van ongeveer € 1.400,–. De consument verlangt echter geen vergoeding voor deze revisie, maar de retournering van de oorspronkelijke keerkoppeling. De consument verlangt primair de originele keerkoppeling retour. Indien de ondernemer deze niet meer heeft, wenst hij minimaal het verschil tussen de originele en de testkeerkoppeling in contanten vergoed zien. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. In juni 1996 was er een klacht over de keerkoppeling en deze is toen onder garantie gerepareerd. De klacht bleef, waarna [naam dealer boot] in 1997 heeft besloten een andere keerkoppeling – een ‘testkeerkoppeling’ – te proberen om te kijken of het daarmee zou zijn opgelost. Het type motor in het vaartuig van de consument werd normaliter ook met een MS4b keerkoppeling, zoals de testkeerkoppeling, uitgerust in plaats van de MS5b. De MS4b koppeling is vervolgens blijven zitten vanwege de betrouwbaarheid, de langere ervaring en productie en het ontbreken van klachten daarover. De koppeling is mede daarom en op advies van [naam dealer boot] blijven zitten. [naam dealer boot] leverde de motoren toen ook nog met zowel de MS4b als MS5b koppeling. De betrouwbaarheid van de MS4 koppeling heeft bij [naam dealer boot] de doorslag gegeven om deze achter de motor te laten zitten, ook in verband met de garantie. De naam ‘testkoppeling’ is gebruikt omdat de koppeling werd gebruikt om te kijken of de klachten van de consument daarmee verholpen zouden zijn. De ‘testkoppeling’ was echter ook nieuw. De productie van de MS5b koppeling is ongeveer in 1994 begonnen. De MS4b koppeling is tot 1994 geproduceerd. De beide koppelingen kunnen dus bijna even oud zijn. Er is geen prijsverschil tussen de twee keerkoppelingen. Zowel de MS5b als de MS4b kosten € 5.897,39. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. Vast staat dat de ondernemer de keerkoppeling in 1997 heeft vervangen door een ander type om te bekijken of de door de consument ondervonden problemen daarmee verholpen zouden zijn. Dat bleek niet het geval, daar de trillingen veroorzaakt werden door de schroef. Partijen zijn het er vervolgens niet over eens of de geplaatste keerkoppeling weer vervangen had moeten worden door de originele, zoals de consument stelt, of dat de geplaatste koppeling juist zou moeten blijven zitten, omdat deze betrouwbaarder is dan de originele, zoals de ondernemer stelt. Beiden beroepen zich daarbij op het advies van [naam dealer boot], zonder dat schriftelijk te onderbouwen. Hetgeen [naam dealer boot] mogelijk geadviseerd heeft, laat de commissie daarom verder voor in het midden. Onweersproken is dat het type keerkoppeling (de MS4b) dat in 1997 door de ondernemer is geplaatst, op zichzelf kwalitatief minstens even goed was, als het originele type (de MS5b). Eveneens niet weersproken is dat deze MS4b keerkoppeling als type op zichzelf goed te gebruiken is in combinatie met de motor zoals die in de boot van de consument aanwezig is. Het enkele feit dat de MS4b keerkoppeling is blijven zitten en dat de originele MS5b keerkoppeling niet is teruggeplaatst, acht de commissie daarom geen tekortschieten van de ondernemer jegens de consument. Dit zou anders komen te liggen indien de MS4b keerkoppeling die in concreto is geplaatst wel minder van kwaliteit was dan de originele, nieuwe MS5b keerkoppeling. Bijvoorbeeld omdat deze al veel draaiuren zou hebben gemaakt, waardoor deze keerkoppeling eerder versleten zou zijn dan de originele. Dat is echter niet meer na te gaan nu de consument de betreffende keerkoppeling heeft laten reviseren door een derde, zonder de ondernemer in de gelegenheid te hebben gesteld de keerkoppeling te bekijken en zo nodig voor herstel zorg te dragen. De commissie had de ondernemer daartoe op basis van de toepasselijke HISWA-voorwaarden wel de gelegenheid moeten geven. Het enkele feit dat de consument geen vertrouwen meer had in de ondernemer, is onvoldoende om hierop een uitzondering te maken, te meer nu de ondernemer wel heeft aangeboden de keerkoppeling te onderzoeken op het moment dat de consument zich alsnog tot de ondernemer wendde. Omdat de consument de ondernemer niet tijdig in de gelegenheid heeft gesteld voor herstel zorg te dragen, dient de klacht ongegrond verklaard te worden. De commissie merkt ten overvloede op dat zij het ongelukkig acht dat de brief van [naam dealer boot], waarin volgens de consument staat dat de zogenaamde testkeerkoppeling moet worden teruggeplaatst, niet voorafgaand aan de zitting door de consument, althans zijn rechtsbijstand, is overgelegd. Een en ander komt echter voor risico van de consument. Overigens is daarmee geenszins gezegd dat het oordeel anderszins zou hebben geluid als de betreffende brief wel was overgelegd. Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing Het door de consument verlangde wordt afgewezen. Aldus beslist door de Geschillencommissie Waterrecreatie op 21 december 2006.