Commissie: Waterrecreatie
Categorie: (non)conformiteit / Keuring / Schadevergoeding product/dienst
Jaartal: 2023
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: ten dele gegrond
Referentiecode:
182827/188998
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
Het geschil betreft de kwaliteit van de door de ondernemer uitgevoerde aankoopkeuring van het door de consument aangekochte motorschip. De ondernemer heeft, volgens de consument, een onzorgvuldig uitgevoerde aankoopkeuring verricht. Een aantal wezenlijke gebreken zijn door de ondernemer niet gezien tijdens de keuring. De consument heeft extra kosten moeten maken om veilig te kunnen varen. De ondernemer stelt dat in het rapport staat duidelijk geschreven dat het rapport het resultaat is van een inspanningsovereenkomst en niet van een resultaatsovereenkomst en dat er geen garanties aan worden verleend dat er zich ondanks deze uitgebreide, niet destructieve inspectie na de keuring alsnog verborgen gebreken voordoen of zichtbaar worden. De commissie is van oordeel dat het keuringsrapport van de ondernemer onvoldoende nauwkeurig is. De overige door de consument genoemde gebreken zijn voor de commissie niet komen vast te staan en zijn door de ondernemer voldoende weerlegd, zodat deze onderdelen ongegrond worden verklaard. De klacht is ten dele gegrond.
De uitspraak
Onderwerp van het geschil
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Het geschil betreft de kwaliteit van de door de ondernemer uitgevoerde aankoopkeuring van het door de
consument aangekochte motorschip Storebro 31 Adriatic.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt
het standpunt op het volgende neer.
De ondernemer heeft een onzorgvuldig uitgevoerde aankoopkeuring verricht. Een aantal wezenlijk
gebreken is door de ondernemer niet gezien tijdens de keuring. De consument heeft extra kosten moeten
maken om veilig te kunnen varen. De door de consument geconstateerde gebreken betreffen:
– het laadsysteem van de accu’s op de motor laat het regelmatig afweten, ongeacht de stand van de
contactsleutel;
– het blauwig roken van de motor;
– beide wierpotfilters zaten nagenoeg dicht;
– één van de twee Bilge afvoerslangen in de motorruimte hing ongeveer 20 cm van de vloer los in de
ruimte, er was geen mondje aanwezig;
– drinkwatertank behoorlijk vervuild;
– ankerketting zat klem in de kettingbak doordat de schalmen aan elkaar vastgeroest zaten, ketting bleek
ook gebroken.
De consument meent dat deze tekortkomingen tijdens de keuring naar voren hadden moeten komen,
zodat hij hierover met verkoper overeenstemming had kunnen bereiken en wenst terugbetaling van de
expertisekosten.
Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern
komt het standpunt op het volgende neer.
De ondernemer wijst erop dat het om een 44 jaar oude boot gaat met verschillende leeftijdgebonden
gebruikssporen van het varen op zout water, waaronder gebruikte motoren en techniek en oxidatie van
metalen delen. Voor de keuring heeft de consument de boot samen met de verkoper uitgebreid gezien en
geïnspecteerd en proefgevaren. De consument was bij de inspectie op 14 juni 2022 aanwezig en alle
inspectieonderwerpen heeft hij persoonlijk kunnen zien waaronder de (vuile) kettingbak met spullen erin
boven op de ketting, gebruikssporen, de motoren en de vuile bilge onder de motoren. Ook was de
consument ervan op de hoogte dat de inspectie non-destructief zou worden gedaan en alleen op plaatsen
die vrij toegankelijk waren voor de inspectie. Na ontvangst van het rapport heeft de consument geen
bezwaar aangetekend tegen de beperkingen zoals genoemd in het rapport of de opmerkingen op andere
beperkende notities in het standaard Hiswa Rapport. Direct na de keuring zijn de bevindingen ten aanzien
van de gebreken, het achterstallige onderhoud en de voorbehouden mondeling met de consument en de
verkoper uitgebreid besproken. In het rapport staat duidelijk geschreven dat het rapport het resultaat is van
een inspanningsovereenkomst en niet van een resultaatsovereenkomst en dat er geen garanties aan
worden verleend dat er zich ondanks deze uitgebreide, niet destructieve inspectie na de keuring alsnog
verborgen gebreken voordoen of zichtbaar worden.
Ten aanzien van de door de consument geconstateerde gebreken merkt de ondernemer het volgende op:
– laadsysteem: de belading van de accu’s is tijdens het keuren/ draaien van de motor gecontroleerd en
was in orde. Dit betreft een momentopname. Dat sluit niet uit dat er mogelijk later zich wel problemen met
het beladen van de accu’s voordoen;
– roken van de motor: Het roken van de motor is wel degelijk in ogenschouw genomen: dit was in relatie
met de leeftijd van de motor binnen de norm;
– wierpotten: tijdens de proefvaart was er voldoende koelwater: gecontroleerd door temp scanner. Het
schoonmaken van wierpotten is een dagelijks punt van onderhoud;
– afvoerslangen: dat er op de aanzuigkant van de bilgepomp geen mondje zat is zeker niet ongebruikelijk
en komt vaak voor bij oudere boten.;
– drinkwatertank: In het rapport staat duidelijk dat de drinkwatertank moet worden gereinigd;
– ankerketting: bij het testen van het ankergerei functioneerde dit naar behoren: er is geen inspectie van de
ankerketting; die zou dan klaar voor inspectie uitgerold moeten liggen om te controleren.
Deskundigenrapport
De commissie heeft een onderzoek laten uitvoeren door G. Beekmann die daarover op 6 december 2022
schriftelijk heeft gerapporteerd aan de commissie. De inhoud van dit rapport geldt voor zover hierna niet
aangehaald als hier herhaald en ingelast. Partijen zijn in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op
het rapport van de deskundige.
De deskundige merkt onder meer op dat het in rapport van de ondernemer staat vermeld dat vochtmetingen zijn gedaan welke zijn gekwalificeerd als “licht vochtig”. Tevens wordt bij de conclusie van het rapport
als wezenlijk gebrek opgenomen dat osmoseblaasjes zijn geconstateerd met name aan de bakboord kant
en wordt geadviseerd deze plaatselijk te repareren met epoxy. De consument kwam er tijdens het schuren
van het onderwaterschip achter, dat op de romp niet enkele maar zeer veel osmoseblazen aanwezig waren.
De deskundige is van mening dat, hoewel de osmose moeilijker zichtbaar was toen de antifoulinglagen nog
niet weggeschuurd waren zoals wel het geval was op het moment van zijn inspectie na het schuren, de ondernemer verder had moeten zoeken op het moment dat hij de eerste blaasjes had gevonden.
Wat betreft de ankerwinch en ketting wordt in het rapport van de ondernemer beoordeeld dat de ankerketting “licht gecorrodeerd” zou zijn. De deskundige meent dat gelet op de foto’s de ankerketting niet als
“enige oxidatie” had moeten worden gekwalificeerd, maar als “licht tot zwaar “gecorrodeerd. Tevens niet als
“ruim voldoende” te kwalificeren, maar als “slecht.”
Ten aanzien van de overboord afsluiter van het toilet merkt de deskundige op dat de bronzen huiddoorvoer
zwaar gecorrodeerd is. Deze is in het rapport van de ondernemer als “ruim voldoende – voldoende” gekwalificeerd. Deze huiddoorvoer had als “Matig of Slecht” behoren te worden gekwalificeerd. Tevens had geadviseerd moeten worden deze huiddoorvoer preventief te vervangen.
De deskundige schat de kosten voor de anti osmosebehandeling op € 11.000,– inclusief btw. Met inachtneming van de aftrek van 60% gelet op de leeftijd van de boot komt dit inclusief materiaal en arbeidsloon
neer op € 4.400,– inclusief btw. Kosten nieuwe ankerketting totaal € 250,– inclusief btw. Kosten nieuwe
huiddoorvoer onder aftrek totaal € 125,–.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft op basis van de stukken en het verhandelde ter zitting het volgende overwogen.
De commissie is van oordeel dat de ondernemer in zijn rapport de door hem geconstateerde osmose
blaasjes te algemeen heeft omschreven. Er is slechts aangegeven dat sprake is van een aantal
oppervlakteblaasjes. Alhoewel de inspectie door de deskundige heeft plaatsgevonden nadat het
onderwaterschip geschuurd was en de osmoseblaasjes daarvoor veel beter zichtbaar waren, had van de
ondernemer verwacht mogen worden dat hij in ieder geval de consument meer dan in algemene
bewoordingen had gewezen op de mogelijkheid van ernstiger osmosevorming en niet beperkt tot één zijde
van het schip. Dat de oppervlakte van het onderwaterschip ruw was waardoor de blaasjes minder goed
zichtbaar waren, zoals door de ondernemer ter zitting gesteld, acht de commissie geen aanvaardbare
reden voor een deskundige als de ondernemer. Van de ondernemer als professioneel keuringsbureau had
verwacht mogen worden dat wanneer hij de ondergrond te ruw acht om dit te kunnen keuren hij daarvoor
een voorbehoud had gemaakt.
Verder geeft de ondernemer in het keuringsrapport aan dat ter zake de anker/ketting sprake is van enige
oxidatie en wordt dit onderdeel beoordeeld als ruim voldoende. De commissie is met de deskundige van
oordeel dat sprake is van meer dan ‘enige oxidatie’ en de kwalificatie ‘ruim voldoende’ niet terecht is.
Het verweer van de ondernemer dat geen inspectie naar de kwaliteit van de ankerketting heeft
plaatsgevonden, doet niet ter zake nu de ondernemer wel een kwalificatie heeft gegeven ten aanzien van
de oxidatie, welke naar het oordeel van de commissie onjuist is.
Gelet op bovengenoemde twee punten is de commissie van oordeel dat het keuringsrapport van de
ondernemer onvoldoende nauwkeurig is. De commissie oordeelt dat de ondernemer aan de consument
terugbetaalt de helft van de door de consument betaalde keuringskosten, te weten € 441,–.
De overige door de consument genoemde gebreken zijn voor de commissie niet komen vast te staan en
zijn door de ondernemer voldoende weerlegd, zodat deze onderdelen ongegrond worden verklaard.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gedeeltelijk gegrond is. Om die
reden zal de commissie tevens bepalen dat de ondernemer, conform het reglement, het klachtengeld aan
de consument dient te vergoeden en de ondernemer, eveneens overeenkomstig het reglement van de
commissie, tevens behandelingskosten aan de commissie verschuldigd is, welke kosten gelet op de
gedeeltelijke gegrondverklaring van de klacht met 50% zullen worden gematigd.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie:
– verklaart de klacht van de consument deels gegrond;
– bepaalt dat de ondernemer de helft van de door de consument betaalde factuur terzake de keuring,
te weten € 441,–, aan de consument terugbetaalt;
– bepaalt dat de ondernemer tevens een bedrag van € 102,50 dient te vergoeden aan de consument
ter zake van het klachtengeld;
– bepaalt dat betaling dient plaats te vinden binnen veertien dagen na de verzenddatum van dit
bindend advies;
– bepaalt dat de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie tevens
behandelingskosten aan de commissie verschuldigd is. Gelet op de gedeeltelijke gegrondverklaring
van de klacht worden deze kosten met 50% gematigd.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Waterrecreatie, bestaande uit de heer mr. J.N. de Blécourt,
voorzitter, de heer M. Bakker, mevrouw drs. P.C. Hoogeveen-de Klerk, leden, in aanwezigheid van
mevrouw mr. M. Gardenier, secretaris, op 13 februari 2023.