Commissie: Wonen
Categorie: (non)conformiteit / ondeugd
Jaartal: 2024
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: Ongegrond
Referentiecode:
216956/234241
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
De uitspraak
Onderwerp van het geschil
Het geschil spitst zich toe op (non-)conformiteit van meubels die door hun ondeugdelijke
constructie niet aan de overeenkomst zouden beantwoorden.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde
stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
De klacht is sinds 25 februari 2020 bij de ondernemer gemeld. De ondernemer komt na
drie brieven met onze klacht elke keer met hetzelfde antwoord. De zittingen van het op
25 februari 2019 geleverde ondeugdelijke bankstel zakken in. De fauteuils zijn daarvoor
al terug geweest, maar de klacht is toen niet verholpen Het zitcomfort is niet wat je er
van mag verwachten. De ondernemer reageert niet op onze vraag en is in gebreke.
De consument eist -naar de commissie begrijpt- vakkundig herstel op kosten van de
ondernemer of een schadevergoeding wegens wanprestatie ter grootte van de
aankoopsom.
Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde
stukken. In de kern komt het standpunt blijkens ingebrachte correspondentie op het
volgende neer.
De meubels zijn in orde zijn en dit zijn normale gebruiksverschijnselen. Vullingen klinken
altijd in en hierdoor ontstaat plooivorming wat ook zichtbaar is bij de meubels van de
consument. Wij kunnen dit opvullen dat het minder wordt, zoals ook bij onze vorige
bezoeken gedaan is, maar het blijft altijd zichtbaar. Plooivorming is een verschijnsel
waarbij plooien en rimpels in de bekleding van stoelen, banken en fauteuils, als gevolg
van het gebruik ervan, zichtbaar zijn. Plooivorming is een gangbaar verschijnsel bij elk
gestoffeerd meubel en het doet niets af aan de kwaliteit ervan. Bovendien zijn plooien
functioneel omdat deze de naden ontlasten. Plooivorming ontstaat door het gebruiken
van de banken, fauteuils en stoelen. Door het gebruik wordt de zitting ingedrukt en
afhankelijk van de hardheid van het schuim zal het bekledingsmateriaal (stof of leer)
opgerekt worden. Hierdoor ontstaat ruimte in de stof of het leer, met als gevolg zichtbare
plooien.
Wij hebben uit service oogpunt een voorstel gedaan om nogmaals tegen kosten de
meubels op te vullen, toch blijven de plooien zichtbaar en kan dit door gebruik wederom
zachter worden waardoor er meer ruimte voor de stof ontstaat.
Deskundigenrapport
De deskundige heeft in hoofdlijn het volgende gerapporteerd.
Het rapport betreft
Bankstel: 2,5 zitsbank + fauteuil hoge rug + fauteuil lage rug
Feitelijke gegevens m.b.t. de ruimte waarin de meubelen (behoren) te staan
Bankstel staat in royale woonkamer met normaal zon-/lichtinval.
Geef uw vaktechnisch oordeel over de klacht(en):
Het betreft hier een bankstel met vaste rug- en zit stoffering. Zowel de rugkussens als de
zitkussens zijn wat soepeler geworden in het gebruik. Ook het leder is door het gebruik
iets opgerekt, waardoor plooivorming is ontstaan. Het soepeler worden van het zitcomfort
en de ontstane plooivorming zijn normale gebruikssporen welke niet te voorkomen zijn.
De deskundige heeft de consument uitvoerig toegelicht hoe het bankstel gefabriceerd is
en dat de nu aanwezige gebruikssporen inherent zijn aan de manier waarop dit bankstel
is gefabriceerd. Technisch gezien is er geen enkele reden om bankstel af te keuren. Op
één punt is echter een terechte klacht, te weten: bij de lage fauteuil blijkt bij de
voorstaand rechter arm de zij-stoffering losgelaten. Het leder lubbert daar bovenmatig.
Dit lubberen kan ter plaatse eenvoudig gecorrigeerd worden door de (servicedienst van
de) ondernemer.
De omvang van de klacht(en):
Gering
Is herstel of reparatie technisch mogelijk?
Ja. Het lubberen van het leder bij de voorstaand rechter arm van de lage fauteuil dient te
worden gecorrigeerd.
Beoordeling van het geschil
De commissie overweegt als volgt.
Met de in het vragenformulier geformuleerde klachten legt de consument alleen de
ondeugdelijkheid van de constructie en het zitcomfort van de meubels aan de commissie
voor. Voor zover de deskundige (met een foto) toelicht dat bij een arm van een fauteuil
het leder bovenmatig lubbert doordat de zij-stoffering heeft losgelaten, betreft dat een
ander aspect. De consument heeft dit in het vragenformulier niet vermeld en heeft
hierover in de voorafgaande correspondentie met de ondernemer ook niet geklaagd.
Hoewel het de ondernemer zou sieren als zij dit aspect corrigeert, moet de commissie dit
aspect bij de verdere beoordeling buiten beschouwing laten.
Het geschil vloeit voort uit de op 12 oktober 2018 gesloten overeenkomst, waarbij de
ondernemer een bankstel met twee fauteuils aan de consument heeft verkocht tegen een
koopprijs van € 4.082,–. De consument eist kosteloos herstel of een
schadevergoeding/ontbinding en legt daaraan ten grondslag dat de ondernemer meubels
heeft afgeleverd die ondeugdelijk zijn geconstrueerd en daardoor niet aan de
overeenkomst beantwoorden.
Voor zover de consument zich er in voorafgaande correspondentie op heeft beroepen dat
een ingeschakelde expert na onderzoek heeft aangegeven dat de meubels ondeugdelijk
zijn geconstrueerd en schadeherstel € 4.500,–tot € 5.000,– zal kosten, staaft hij dat niet
met bescheiden. Dit verbaast temeer omdat de (toenmalige advocaat van de) consument
al op 17 mei 2023 aan de ondernemer heeft geschreven te:
“(…) beschikken over een schriftelijke verklaring, die zij zonodig in het geding
zullen brengen. (…)”
De deskundige daarentegen rapporteert -samengevat- dat de rugkussens en zitkussens
in gebruik soepeler zijn geworden en dat het leder door het gebruik is opgerekt met
plooivorming tot gevolg, maar dat dit normale, niet te voorkomen, gebruikssporen zijn.
Bij gebreke van concrete aanwijzingen om aan de zorgvuldigheid van het uitgevoerde
onderzoek en de deugdelijkheid van het tot stand gebrachte rapport te twijfelen, staat op
grond van de door de deskundige gerapporteerde professionele bevindingen en
vaststellingen voor de commissie vast dat de door de ondernemer afgeleverde meubels
de eigenschappen bezitten die op grond van de overeenkomst mochten worden
verwacht.
Alles bij elkaar concludeert de commissie dat de klacht ongegrond is. Wat partijen verder
nog aanvoeren, bevat geen feiten die de commissie anders doen beslissen.
Een door de ondernemer gedaan schikkingsvoorstel is vervallen omdat de consument dat
heeft verworpen. De ondernemer mag het vervallen aanbod alsnog gestand doen, maar
is dat niet verplicht.
De commissie beslist nu als volgt.
Beslissing
De commissie wijst het door de consument verlangde af.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Wonen, bestaande uit mr. M.G.W.M.
Stienissen, voorzitter, A.H.A. van de Meulenreek en mr. J.H. Willems, leden, op 7 februari
2024.