
Commissie: Uncategorized
Categorie: Informatieverstrekking / Product voldoet niet aan verwachtingen(non-conformiteit)
Jaartal: 2020
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: Ongegrond
Referentiecode:
2831/12344
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over
De door de ondernemer aangelegde PVC vloer laat los en ligt niet strak. Er zijn bollingen zichtbaar, die ook extra snel slijten. De door de commissie ingeschakelde deskundige stelt vast dat de problemen veroorzaakt worden door een verkeerde afwerking van de vloerverwarming, waarbij de sleuven niet goed zijn afgedekt. De commissie oordeelt dat dit voor risico van de consument komt omdat hij opdracht heeft gegeven voor de aanleg van de vloerverwarming. Dat zou slechts anders zijn als de ondernemer voor het leggen had moeten weten dat de ondervloer niet in orde was. Dat is in dit geval niet zo. De consument is het niet eens met de rapportage van de deskundige maar heeft deze mening niet onderbouwd met bijvoorbeeld een contra-expertise, zodat de commissie de bevindingen van de deskundige volgt. De klacht wordt ongegrond verklaard.
Volledige uitspraak
Onderwerp van geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 10 november 2018 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren en plaatsen van een [merk en type] PVC vloer op de begane grond en de eerste verdieping van de woning van de consument tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 6.453,–.
De levering vond plaats vanaf 23 januari 2019.
Het geschil betreft de vraag of de geleverde vloer voldoet aan de eisen, die de consument er aan mag stellen en of sprake is van goed en deugdelijk werk.
De consument heeft een bedrag van € 1.613,25 niet betaald en bij de commissie gedeponeerd.
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
Na het leggen van de vloer staken de hoeken en de randen omhoog, terwijl ook opstaande randen van stroken zichtbaar waren. Op de eerste verdieping is bovendien een strook gelegd met een foutje, zonder toplaag.
Naar aanleiding van de klacht hierover van de consument heeft de ondernemer geprobeerd de gebreken te verhelpen. Toen dat niet ging heeft de ondernemer samen met een vertegenwoordiger van de fabrikant van de egaline de vloer beoordeeld.
De leverancier van de egaline heeft aangegeven dat de problemen niet aan de egaline te wijten waren, maar aan vuil tussen de egaline en de onderlaag.
De ondernemer heeft voorgesteld om een tweede vloer op de reeds geleverde vloer te leggen. Na uitvoering daarvan zijn er nog steeds problemen. De vloer laat los en ligt niet strak. Er zijn bollingen zichtbaar, die ook extra snel slijten. De ondernemer heeft geen aandacht willen schenken aan de klacht over de strook op de bovenverdieping.
De consument kan zich niet vinden in het rapport van de door de commissie ingeschakelde deskundige.
De deskundige vermeldt niet dat het om een op een ondeugdelijke vloer aangebrachte PVC-laag gaat.
De consument is van mening dat de tweede laag onjuist gefixeerd is, waardoor er lucht tussen de beide lagen is gekomen. De mededeling van de deskundige dat de vloer ter plaatse van de vloerverwarming is gaan bollen is niet juist. De toegepaste tegellijm wordt niet uit de voegen geperst, zoals de deskundige stelt. De consument heeft de ondernemer wel van informatie over de vloer voorzien.
De consument is vergeten de beschadiging van de toplaag op de eerste verdieping aan de deskundige te tonen.
Het hoogteverschil heeft nadelige consequenties voor het vrijstaande fornuis van de consument.
De consument geeft aan dat de ondernemer het werk niet hoefde te accepteren, als hij twijfels had. Dan had de consument daar iets aan kunnen doen. Het probleem wordt volgens de consument door de eerste, foute vloer veroorzaakt. Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.
De vloer op de eerste verdieping ligt er grotendeels strak bij. Omdat de vloerverwarming en het dichten van de sleuven daar op dezelfde manier is gedaan als op de begane grond volgt alleen al daaruit dat de vloerverwarming en het vullen van de sleuven niet de oorzaak kunnen zijn van de problemen. De bollingen volgen ook niet het patroon van de vloerverwarming. De consument is het dan ook niet eens met de rapportage van de deskundige.
De deskundige heeft de eerste verdieping niet gezien. De consument acht voor de vloer daar een financiële compensatie op zijn plaats.
De consument verlangt verwijdering van de vloer op de begane grond, het opnieuw leggen daarvan en vergoeding van alle bijkomende kosten. Voor de productiefout in de vloer op de eerste verdieping verlangt de consument een redelijke financiële compensatie.
Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
De ondernemer heeft veel tijd en moeite gestoken in het in orde maken van de vloer. Aanvankelijk was sprake van een productiefout in de vloer, maar die heeft de ondernemer erkend en opgelost. Bij dat oplossen bleek sprake te zijn van een ander probleem, de vloer kwam los.
De ondernemer is altijd bereid gebleven de vloer nog verder bij te werken. Omdat daar geen overeenstemming over bereikt kon worden is afgesproken dat de vloer door een externe deskundige bekeken zou worden. Over de manier waarop is uiteindelijk ook geen overeenstemming bereikt.
Vanwege de druk, die verband hield met de aanstaande verhuizing van de consument heeft de ondernemer een tweede vloer gelegd. Als sprake geweest was van een deugdelijke ondervloer had volstaan kunnen worden met het vervangen van een aantal stroken. De ondernemer heeft dus meer kosten gemaakt.
De ondernemer voelt zich benadeeld door de onterechte negatieve beoordeling op de website van de consument.
Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.
De ondernemer is het eens met de rapportage van de deskundige. De eerste verdieping is ook niet in orde. Er zijn op de foto’s allemaal golven te zien.
De ondernemer heeft getwijfeld over de vloer, maar uiteindelijk na niet destructief onderzoek besloten dat deze voldoende in orde zou zijn om de vloer op aan te brengen. De ondernemer kon niet vermoeden dat de sleuven van de vloerverwarming op niet adequate wijze gevuld waren.
Op de eerste verdieping waren op enkele plaatsen de slangen van de vloerverwarming zichtbaar. Daarom heeft de ondernemer daar extra mortel gebruikt en is een flinke laag egaline aangebracht.
Deskundigenrapport
De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport, voorzover thans van belang, het volgende vastgesteld.
Vloeren met vloerverwarming worden bij in – en uit bedrijf stellen wisselend warm en koud. Dergelijke vloeren moeten daarom ook bij voorkeur worden aangebracht op een elastische ondergrond zodat ze zonder spanning kunnen krimpen. Bij bestaande hechtend aangebrachte dekvloeren zou de dekvloer dan verwijderd kunnen worden en, voorzien van vloerverwarming, opnieuw aangebracht. Probleem is dan echter dat die dekvloeren dikker zijn en de dorpels en deuren etc. moeten worden aangepast.
Daarom worden in bestaande, in principe hechtend aangebrachte dekvloeren ook wel sleuven gefreesd waarin vervolgens de verwarmingsslangen worden aangebracht.
Dat is een perfect systeem voor een tegelvloer. Bij andere vloerafwerkingen is het probleem dat die slangen dicht aan het oppervlak liggen en de warmtespreiding over het oppervlak niet optimaal gelijk is.
Dekvloeren mogen aan het vloeroppervlak bij vloerbedekking, hout en PVC niet warmer worden dan
27 °C. Bi hogere temperatuur gaat de foamrug van tapijt kapot, hout krijgt een te laag evenwichtsvochtge-halte en PVC gaat zich door de grote uitzettingscoëfficiënt raar gedragen. Maar een hogere vloertemperatuur dan 21 °C is ook niet meer comfortabel en leidt tot dikke voeten.
De verwarmingsslangen moeten in de gefreesde sleuven goed worden gefixeerd met bij voorkeur een enigszins elastische mortel zoals tegellijm. Daarna moet het oppervlak worden geëgaliseerd omdat zich anders de sleuven zullen aftekenen door het hier slechts 2,5 mm dikke PVC, maar ook om te voorkomen dat bij een kwalitatief minder goede, oudere dekvloer, zandkorrels uit het vloeroppervlak kunnen worden getrokken en dan zichtbaar worden in het vloeroppervlak. Bij gietdekvloeren en andere goed verdichte nieuwe dekvloeren komen de zandkorrels niet zo snel uit het oppervlak. Als de vloerverwarmingsleidingen zichtbaar worden in het vloeroppervlak kan dat veroorzaakt worden door niveauverschillen aar ook door glansverschillen bij verschillende temperatuur.
Nu hier op de begane grond de vloerverwarmingsleidingen duidelijk zichtbaar zijn in het vloeroppervlak is dat aanleiding om eerst naar de verwarmingsinstallatie te kijken. Volgens het dossier, met name het verweer van de ondernemer, en de overgelegde foto’s van het herstel betreft het hier een vloerafwerking met een gebruikelijke ca. 2 mm laagdikte boven de verwarmingsleidingen. Consument is hier zelf installateur.
Desgevraagd werd mij de verwarmingsunit getoond, maar niet nadat er iets aan de instelling werd gewijzigd. Het betreft hier een installatie die zowel kan verwarmen als koelen. De gemeten vloertemperatuur nam tijdens het onderzoek toe van 18,2 tot 18,5 °Celsius; dat is laag. Bij de eerste aflezing bedroeg de ingestelde kamertemperatuur 19 °C en de aanvoertemperatuur van het water 29,7 °C. Vier minuten later was de ingestelde kamertemperatuur teruggegaan naar 26 °C, de watertemperatuur was nog steeds 29,6 °C.
Deze ketel wordt niet gestuurd door een kamerthermostaat. De aanwezige kamerthermostaat is slechts een dummy. De ketel wordt gestuurd door een buitenpiloot, waardoor de watertemperatuur hoger wordt naarmate het buiten kouder wordt. Dat is op zich geen probleem, zolang de temperatuur aan het oppervlak niet hoger wordt dan 27 °C.
Weer vijf minuten later was de ingestelde ruimtetemperatuur 26 °C, de gemeten kamertemperatuur opgelopen tot 18,5 °C en de temperatuur van de aanvoer al opgelopen tot 35,2 °C. Bij die aanvoertemperatuur zal de temperatuur aan het vloeroppervlak boven de leidingen ongetwijfeld veel hoger worden dan 27 °C. Dat die temperatuur hoger wordt blijkt ook wel uit de foto’s bij het verweer van ondernemer, waarop te zien is dat er stukken mortel uit de sleuven van de verwarmingsslang zijn los geraakt.
De sleuven dienen op een adequate wijze te worden dicht gezet. Sommige installatiebedrijven berekenen daarvoor tot € 60,- /m2. Bij het dicht zetten van de sleuven moet de mortel goed hechten aan de vloer en bij voorkeur niet te hard zijn. Vaak wordt daarvoor gewoon tegellijm gebruikt, dat hecht goed, heeft een goede samenhang, dichtheid en geleiding.
Hier zijn de sleuven dicht gezet met een zandcement mortel. Op de foto’s in het dossier is te zien dat deze sleuven wel gelijkmatig zijn dicht gezet en vlak afgewerkt.
Er blijkt door de ondernemer navraag te zijn gedaan door wie de sleuven zijn dicht gezet omdat er vragen rezen over de kwaliteit. Door wie de sleuven zijn dicht gezet is echter niet bekend gemaakt. De ondernemer is er vanuit gegaan dat dit vakkundig was uitgevoerd. Op de foto’s in het dossier is te zien dat de vloer netjes is geëgaliseerd en voorzien van de PVC-vloer.
Het vaktechnisch oordeel van de deskundige luidt alsvolgt.
De sleuven zijn niet vakkundig aangeheeld met een daarvoor geschikte mortel. De mortel hecht niet aan de sleufhanden en is onvoldoende sterk en dicht. De mortel is een gewone zandcementmortel en die heeft nauwelijks sterkte en ook geen hechttreksterkte. Daardoor komen deze reparaties los en worden uit de sleuven gedrukt.
Deze aanhelingen zijn niet gemaakt door de ondernemer en de ondernemer heeft de kwaliteit van deze aanhelingen ook niet kunnen vaststellen, doordat de gevraagde informatie niet werd verstrekt.
Die kwaliteit komt pas aan het licht na het bezwijken. Daardoor ontstaan de aftekeningen van de verwarmingsleidingen.
Volgens de consument waren er nog een aantal klachten over het door de ondernemer uitgevoerde werk.
Er zou sprake zijn van een productiefout, omdat niet overal op de kopse kant een V-groef aanwezig is.
Het betreft hier een kleine, nauwelijks zichtbare afschuining aan de rand van de panelen om een eventuele ongelijke hoogteligging te camoufleren. Er is geen norm/eis ten aanzien van een maximaal toelaatbaar hoogteverschil tussen twee naast elkander gelegen panelen en met een klein V-groefje los je een dergelijke esthetische onvolkomenheid op. Dat is de reden dat de ondernemer de vloer op de begane grond inmiddels heeft vervangen. Nu blijkt echter dat de sleuven niet vakkundig zijn dicht gezet doordat de mortel in die sleuven los raakt en bollingen veroorzaakt.
Hoeken en randen staan omhoog.
Een PVC vloer kan in hoeken en langs randen niet op de gebruikelijke wijze worden aangerold en daarenboven is de afschuifkracht bij vloerverwarming afhankelijk van de gehanteerde temperatuur langs de randen het grootste. Daarom moeten deze vloeren daar waar mogelijk ook langs de wanden worden afgedekt door een wandplint. De consument heeft in verbad met de klachten echter nog geen plinten geplaatst.
Productiefout, in een lamel op 1e verdieping ontbreekt de afdeklaag.
Dit is de deskundige niet getoond en heeft hij ook niet geconstateerd. Kleurverschillen zijn bij larikshout ook moeilijk te onderscheiden. Als er al plaatselijk een 0,55 mm laagdikte coating als toplaag zou ontbreken dan is er een situatie gelijk als bij een kras. Die schades worden hersteld tijdens het onderhoud als de vloer wordt gereinigd met een vochtige doek waar een beetje onderhoudsmiddel aan het schoonmaakwater is toegevoegd. Daardoor blijft er na dat onderhoud elke keer een laklaagje polyurethaan op het oppervlak achter.
Hoogteverschil dorpel keuken.
Consument stelt dat het plint niet meer onder het keukenblok past doordat de vloer nu hoger zou liggen. Dat hoogteverschil oud/nieuw kan nooit groter zijn dan 2 mm. Onder een keukenmeubel mag het plint nooit helemaal aansluiten en moet altijd pas worden gezaagd. Er is enige ruimte nodig voor ventilatie en koeling van koelkasten, ovens en kookplaten.
Kennelijk moet er nog wat van bovenkant plint worden afgezaagd en kan het eventueel aanwezige profiel aan onderkant plint ter afsluiting gewoon blijven zitten.
Deze klachten worden door de deskundige daarom niet aangemerkt als een gebrek. Deze zaken zijn ook onbetekenend naast de gebrekkige aanheling van de gefreesde sleuven. De bollingen boven de verwarmingssleuven vormen wel een gebrek doordat de mortel hier bezwijkt. De sleuven zijn echter niet door ondernemer dicht gezet. De kwaliteit van de gebruikte mortel kan ook niet door ondernemer worden beoordeeld. Er is door consument ook geen informatie verstrekt over het dichtzetten van de sleuven.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft gerapporteerd dat de klachten aan de vloer veroorzaakt worden door een gebrekkige afwerking van de aangelegde vloerverwarming. De deskundige heeft bovendien aangegeven dat de kwaliteit van de gebruikte mortel niet door de ondernemer beoordeeld kan worden.
Het spreekt voor zich dat als bekend was geweest dat de wijze waarop de sleuven van de vloerverwarming waren afgewerkt onvoldoende was enerzijds de consument voor betere en adequate afwerking zou hebben zorggedragen, anderzijds de ondernemer de vloerbedekking niet, althans niet op deze wijze, gelegd zou hebben.
De vraag is in wiens risicosfeer de gebrekkige afwerking ligt.
De vloerverwarming en de daarmee verband houdende werkzaamheden zijn uitgevoerd in opdracht en voor rekening van de consument. Daarmee liggen de gevolgen van daarbij gemaakte fouten in principe in de risicosfeer van de consument. Dat zou slechts anders zijn als de ondernemer bij de beoordeling van de vloer voorafgaande aan het aanbrengen van de vloerbedekking onzorgvuldig of niet correct gehandeld heeft.
Uit de rapportage van de deskundige is daarvan echter niet gebleken. Volgens de deskundige kon en hoefde de ondernemer de wijze, waarop de sleuven waren dichtgezet niet te beoordelen.
De consument heeft aangegeven dat de rapportage van de deskundige niet correct is. Daarmee stelt de consument enkel de eigen mening die niet door een onderzoek van een eigen deskundige wordt ondersteund tegenover het vaktechnisch oordeel van de door de commissie ingeschakelde deskundige.
Enkel de eigen mening van de consument is voor de commissie onvoldoende om af te wijken van de conclusies uit het uitgebreide en naar de mening van de commissie gedegen rapport van de deskundige.
De deskundige heeft voorts nog aangegeven dat de overige klachten van de consument niet als een gebrek aangemerkt kunnen worden.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.
Met inachtneming van bovenstaande van het bovenstaande wordt het depotbedrag als volgt verrekend.
Het depotbedrag ad € 1.613,25 wordt doorbetaald aan de ondernemer.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Wonen, bestaande uit mr. F.H.C.M. van Schaijk, voorzitter, J.E. Lübbers en drs. M.C.H.G. van den Boom, leden, op 9 maart 2020.