Commissie: Waterrecreatie
Categorie: Product voldoet niet aan verwachtingen(non-conformiteit)
Jaartal: 2019
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: Ongegrond
Referentiecode:
123166
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over
Na aankoop van tweedehands boot krijgt de consument tot twee keer toe problemen met de motor en laat die door een ander bedrijf oplossen. Volgens de consument heeft de ondernemer hem onjuist geïnformeerd over de staat van de boot. De ondernemer wijst aansprakelijkheid af, omdat de consument bij de eerste en tweede storing hem niet in de gelegenheid heeft gesteld om de klachten op te lossen. Dat is ook de reden waarom de commissie van oordeel is dat de ondernemer de kosten niet aan de consument hoeft te vergoeden.
Volledige uitspraak
Onderwerp van het geschil
De consument heeft op 17 augustus 2018 een Valkvlet bij de ondernemer gekocht voor € 59.500,–. Kort na aankoop heeft de consument de boot tweemaal moeten laten repareren. De consument verwijt de ondernemer dat de boot non conform geleverd is.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt dit standpunt op het volgende neer.
De consument heeft op 12 juli 2018 een Valkvlet gekocht voor een bedrag van € 59.500,–. Bij aflevering heeft de ondernemer aangegeven dat de boot het noodzakelijke motoronderhoud heeft gehad en dat de boot “ready to go” was.
Op 14 augustus 2018 is de motor van de boot uitgevallen en lag de boot onbestuurbaar op het IJ. De boot is naar een ligplaats in Zaandam afgesleept. De monteur ter plekke constateerde ernstig vervuilde brandstoffilters. Na reiniging van het filter en overige delen van de brandstoftoevoer werkte de motor weer. De consument heeft hiervoor € 227,24 moeten betalen.
Op 17 augustus 2018 deden dezelfde problemen zich wederom voor. De consument is naar Stavoren afgesleept. De brandstoffilters bleken wederom ernstig vervuild. Voor vervanging van de filters diende de tanks gecontroleerd te worden op onregelmatigheden, hetgeen met zich meebracht dat er 400 liter diesel weggepompt moest worden en werkzaamheden aan de tanks uitgevoerd moesten worden. De kosten daarvan bedroegen € 2.815,89. Hiervan had een bedrag van € 238,52 geen relatie met de klachten.
De totale herstel kosten van beide reparaties bedragen € 2804,61.
De consument heeft de ondernemer aansprakelijk gesteld voor de gemaakte herstelkosten. De boot voldoet niet aan de overeenkomst. De consument mocht verwachten dat de boot in goede staat verkeerde en hij probleemloos met de boot kon varen.
De consument merkt op dat de Algemene Voorwaarden waarop de ondernemer zich beroept hem nooit ter hand zijn gesteld.
De consument vordert op basis van artikel 6:74BW een schadevergoeding ten bedrage van € 2804, 61.
Het feit dat de consument de boot door een derde heeft laten repareren doet daaraan niet af. Als de ondernemer het herstel zelf had uitgevoerd, had de boot naar Franeker afgesleept moten worden om vervolgens daar gerepareerd te worden. De daarmee gepaard gaande kosten zouden niet opwegen tegen het belang van de ondernemer om de herstelwerkzaamheden in eigen beheer te laten uitvoeren.
De ondernemer heeft de consument onjuist geïnformeerd. De boot was niet “ready to go” en had niet het noodzakelijke onderhoud gehad. Indien de consument dit tevoren geweten had, had hij de boot niet, althans niet onder deze voorwaarden gekocht. De consument beroept zich dan ook op dwaling en verlangt een schadevergoeding voor geleden nadeel.
Ter zitting heeft de consument in hoofdzaak nog het volgende toegevoegd.
De consument heeft de ondernemer bij de eerste reparatie niet in kennis gesteld omdat hij er rekening mee heeft gehouden dat zich bij een oudere boot kleine mankementen kunnen voordoen. Als hij contact met de ondernemer had opgenomen, had deze ook kosten moeten maken. Hij wilde de ondernemer ook de moeite besparen. Om die reden heeft de consument daar niet voor gekozen, ook uit efficiency overwegingen. De consument merkt nog op dat de schade niet alleen de reparatiekosten betreft, maar ook de 600 liter vervuilde diesel die verloren is gegaan. De consument wilde daarmee geen risico nemen want de tanks waren erg vervuild.
De consument beroept zich op dwaling omdat er door de ondernemer mededelingen zijn gedaan die niet kloppen. Het noodzakelijke onderhoud was niet gedaan. Als de consument dat tevoren geweten had, had hij de boot niet, althans niet voor de overeengekomen prijs gekocht. De filters zouden voor aflevering vervangen worden en dat is niet gebeurd. Volgens de monteur die de reparatie heeft uitgevoerd is er jaren niet naar het grof filter gekeken. De brandstof filters waren na 15 uur varen weer vies.
Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt dit standpunt op het volgende neer.
De consument heeft op 12 juli 2018 een Valkvlet gekocht type 1130 met een open kuip en achterkajuit voor een bedrag van € 59.500,–. De consument heeft geen aankoopkeuring laten verrichten en daarmee niet aan zijn onderzoek plicht voldaan. Op de verkoop zijn de Algemene Aannemings-, Verkoop–en Leveringsvoorwaarden van toepassing. Een gecertificeerde Hiswa aankoopkeuringsexpert had absoluut tijdens de keuring de vervuilde filters waargenomen van de inboard dieselmotor.
Voor de oplevering heeft de motor nog een onderhoudsbeurt gehad, waarbij geen vervuilde filters zijn waargenomen.
Op 14 augustus kreeg de consument de eerste problemen met de motor. Op dat moment had de consument contact op moeten nemen met de ondernemer. De ondernemer had dan een monteur kunnen sturen om de problemen op te lossen. De consument heeft hiervoor niet gekozen.
Bij de tweede storing op 17 augustus raadpleegt de consument wederom niet de werf, waarmee de consument in verzuim is.
De consument meldt de problematiek bij zijn verzekeraar. De verzekeraar geeft aan dat de schade niet onder de polis van de consument valt omdat er sprake is van een onderhoudsgebrek of een eigen gebrek of een van buiten komend onheil.
De consument raadpleegt derden maar niet de ondernemer.
De assuradeur vergoedt de bergingskosten, maar niet de werkzaamheden. De ondernemer wijst aansprakelijkheid af, omdat de consument bij de eerste en tweede storing hem niet in de gelegenheid heeft gesteld om de klachten op te lossen.
Ter zitting heeft de ondernemer in hoofdzaak nog het volgende toegevoegd.
De consument had hem in kennis moeten stellen van de klachten. De ondernemer laat nooit een klant in de steek. Hij heeft alle apparatuur om de klachten te verhelpen. Hij had dan een monteur naar de consument kunnen sturen met de benodigde apparatuur. De kosten waren dan vele malen lager geweest. De ondernemer schat het arbeidsloon van een monteur op € 360,–, plus wat materiaalkosten. De apparatuur is voorhanden, zodat daarvoor geen extra kosten gemaakt hoeven worden. De vervuilde diesel had gefilterd kunnen worden, die hoefde niet verloren te gaan. Desgevraagd deelt de ondernemer mede, dat het grof filter is schoongemaakt en het brandstoffilter is vervangen. Het blijkt dat de toegepaste GTL brandstof niet vuil oplossend is, zodat dat niet de oorzaak van de vervuiling is geweest.
Coulance halve is de ondernemer bereid om de consument een schadevergoeding van € 500,– toe te kennen.
Voor het overige handhaaft de ondernemer zijn standpunt dat de consument hem in de gelegenheid had moeten stellen de klachten op te lossen.
Beoordeling van het geschil
Op basis van de stukken en het verhandelde ter zitting is naar het oordeel van de commissie het volgende komen vast te staan.
Met betrekking tot de bevoegdheid van de commissie om het geschil te kunnen beoordelen, geldt dat de koopovereenkomst tussen partijen is gesloten op 12 juli 2018. De ondernemer is lid van de branchevereniging HISWA. Van de overeenkomst tussen partijen maken deel uit de door de ondernemer gehanteerde Algemene voorwaarden. In artikel 16 van deze voorwaarden wordt aan de consument de mogelijkheid geboden een geschil voor te leggen aan de Geschillencommissie Waterrecreatie. Derhalve is de commissie bevoegd kennis te nemen van het onderhavige geschil en om daarover haar oordeel uit te spreken.
Kern van het geschil betreft de vordering van de consument tot vergoeding van de reparatiekosten, nadat de motor van de boot van de consument tweemaal is uitgevallen.
De commissie is van oordeel dat de vordering zich met inachtneming van het onderstaande niet leent voor toewijzing.
Dit oordeel behoeft de volgende toelichting.
Op basis van de stukken en het verhandelde ter zitting is de commissie van oordeel dat de consument ten onrechte niet de ondernemer heeft benaderd, toen de boot stil viel. De toepasselijke Algemene Voorwaarden artikel 9 lid 2 verplichten de consument de ondernemer eerst in gebreke te stellen. Pas wanneer blijkt dat herstel, vervanging of nalevering niet mogelijk blijkt, kan de consument een beroep doen op een vergoeding van de gemaakte kosten. In de onderhavige situatie heeft de consument de ondernemer om zijn moverende redenen in het geheel niet in kennis gesteld van de opgetreden gebreken. Ook was er geen sprake van een bijzondere situatie, waardoor de consument redelijkerwijs niet aan deze verplichting kon worden gehouden. De ondernemer heeft ter zitting benadrukt de consument absoluut te hebben geholpen als hij op de hoogte was geweest van de klachten. Op grond van het bovenstaande is de commissie van oordeel dat de consument geen aanspraak kan maken op de door hem gemaakte kosten.
Een beroep op dwaling kan evenmin worden toegewezen. De ondernemer heeft ter zitting verklaard dat de filters zijn schoongemaakt en vervangen. Van onjuiste mededeling, waardoor de consument gedwaald zou hebben in de staat van de boot, is geen sprake.
Derhalve wordt de klacht van de consument afgewezen. Wel is de ondernemer gehouden zijn aanbod om de consument coulance halve € 500,– te vergoeden gestand te doen.
Dit brengt mee dat als volgt dient te worden beslist.
Beslissing
De commissie wijst de klacht van de consument af,
De ondernemer betaalt binnen 4 weken na ontvangst van dit bindend advies aan de consument een bedrag van € 500,–
Aldus beslist door de Geschillencommissie Waterrecreatie, bestaande uit mr. M.L.J. Koopmans, voorzitter, de heer R.N. Zegers en de heer P.L.J. van Kuppenveld leden, op 14 mei 2019, in aanwezigheid van mevrouw mr. D. van der Linden-Vink, secretaris.