Commissie: Reizen
Categorie: Informatieverstrekking / Kosten
Jaartal: 2020
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: Ongegrond
Referentiecode:
26886/32221
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over
De klager klaagt over de toeristenbelasting van $130,- die hem na zijn verblijf op Bonaire door het hotel in rekening is gebracht. Hij vindt dat de reisorganisator dit duidelijk had moeten vermelden ten tijde van het boeken. De klager vindt dat hij misleid is. De reisorganisator stelt dat de klager op het moment van boeken op de hoogte moest zijn van het feit dat er ter plaatse toeristenbelasting betaald zou moeten worden en dat hij hiermee met het aangaan van de overeenkomst akkoord is gegaan. De reisorganisator heeft namelijk sinds 2017 op de website staan dat ter plaatse toeristenbelasting betaald moet worden. De commissie vindt de stelling van de klager dat hij met betrekking tot de kosten van de boeking misleid is onvoldoende onderbouwd. Op de website is duidelijk omschreven dat de ter plaatse verschuldigde toeristenbelasting niet bij de boeking is inbegrepen. De reisorganisator is niet tekortgeschoten. De klacht is ongegrond.
Volledige uitspraak
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 11 februari 2020 met de reisorganisator tot stand gekomen overeenkomst. De reisorganisator heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een reis naar Bonaire voor 2 personen met verblijf in een hotel voor de som van € 2279,50.
Standpunt van klager
Het standpunt van klager luidt in hoofdzaak als volgt.
Op 11-2-2020 heb ik via reisorganisator een boeking gedaan van een pakketreis. Dit in verband met het overlijden van mijn tante. Het pakket bevatte een parkeerplaats in de buurt van Schiphol, twee retour vliegtickets naar Bonaire, een huurauto in Bonaire en een 10 nachten in [accommodatie] in Bonaire. De totale prijs was € 2279,50. Nadat ik de kosten dezelfde dag had betaald ontving ik een factuur, de vouchers voor de vliegreis en de vouchers voor de parkeerplaats, accommodatie en auto. Bij aankomst op Bonaire ontving ik van [touroperator] een informatiepakket.
Naar omstandigheden hebben we een prima verblijf gehad. Toen ik echter wilde uitchecken bij het hotel bleek dat ik een factuur van $130,- moest voldoen in verband met toeristenbelasting. Ik was hier verbaasd over en heb alle papieren die ik had ontvangen van de reisorganisator en [touroperator] erop nageslagen om na te gaan of daar die kosten in vermeld stonden. Dit was niet het geval. Ik heb toen direct contact opgenomen met [touroperator] op 23-2-2020 om 12:37. Ik kreeg [medewerker 1] aan de telefoon die mij vertelde dat zij niets kon betekenen en dat de toeristenbelasting betaald diende te worden. Zij gaf echter wel te kennen dat in eerdere situaties naar voren was gekomen dat reizigers geconfronteerd werden met een extra kostenpost die zij niet hadden verwacht. [Medewerker 1] gaf aan dat zij en collega [medewerker 2] dit ook aan de reisorganisator hadden doorgegeven. Ik heb [medewerker 1] gevraagd om de reisorganisator te informeren over dit voorval zodat mij niet verweten kon worden dat ik niet ter plekke hulp had gezocht. Na het betalen van het forse bedrag hebben we de uitcheck procedure afgerond.
Ik heb met de reisorganisator contact gehad maar zij zijn niet bereid om tot een oplossing te komen en hebben mij verwezen naar de geschillencommissie. Het is jammer dat de reisorganisator klanten naar de geschillencommissie stuurt, wetende dat er een drempel is omdat er een bedrag voldaan moet worden alvorens de klacht in behandeling wordt genomen terwijl ook de reisorganisator de wet -en regelgeving kent.
Ter zitting heeft klager verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.
De toeristenbelasting had bij de prijsopgave moeten worden meegenomen. Ik doe een beroep op artikel 6:193d BW. Ik acht mij misleid. Er is essentiële informatie weggelaten. U vraagt mij of ik een andere keuze zou hebben gemaakt. Indien de informatie beschikbaar was dan had ik tenminste de mogelijkheid gehad om een andere keuze te maken. U vraagt mij of ik de indruk heb dat de informatie bewust is weggelaten. Ik heb voor de boeking een vergelijking gemaakt met andere reisorganisatoren. Het is mij opgevallen dat die ondernemingen wel een voorbehoud maken voor de toeristenbelasting. In de wetgeving en de ANVR voorwaarden staat dat alle kosten die gemaakt worden vermeld moeten worden. De informatie die de reisorganisator op de website vermeld over de verschuldigde toeristenbelasting is niet duidelijk. Ik wijs ook op de leidraad: “Bescherming van online consument” van de Autoriteit Consument en Markt. Daarin valt onder meer te lezen: ”Geef complete informatie. Vermeld in ieder geval de prijs en alle kosten in euro’s en geef een omschrijving van het product of de dienst”.
Standpunt van de reisorganisator
Het standpunt van de reisorganisator, nader te noemen verweerder, luidt in hoofdzaak als volgt.
Boeking: Klager heeft op 11 februari 2020 een lastminute reis geboekt naar Bonaire. Dit betrof een reis naar [accommodatie] op basis van logies voor 2 volwassenen in een standaard tweepersoonskamer. Het vertrek vond plaats op 13 februari 2020 voor 12 dagen (10 nachten). Klager is teruggekomen op 24 februari 2020. De totaalprijs bedroeg € 2279,50. De prijs is inclusief bagage, parkeerplaats nabij Schiphol en een huurauto.
Klachten: Klager heeft ter plaatse toeristenbelasting af moeten rekenen.
Klager klaagt over het feit dat klager ter plaatse toeristenbelasting heeft moeten afrekenen. In het aanbod van verweerder, waar klager op heeft geboekt, wordt vermeld dat men ter plaatse 6,50 USD per persoon per nacht aan toeristenbelasting moet betalen. Op het moment van boeken had klager op de hoogte kunnen zijn van het feit dat er ter plaatse nog een belasting betaald moet worden. Indien klager het er niet mee eens zou zijn dat er ter plaatse nog betaald zou moeten worden, had klager er voor kunnen kiezen de reis niet te boeken of verweerder te melden dat klager het niet eens was met ons aanbod. Met het maken van de boeking en het doen van de betaling is klager akkoord gegaan met de kosten. Kosten die door de lokale autoriteiten worden geïncasseerd kan een touroperator in Nederland niet in de prijs opnemen. Ook al zou een touroperator dit willen, men is afhankelijk van de autoriteiten ter plaatse. Zij hebben gesteld dat de toeristenbelasting ter plaatse geïnd moet worden.
Omdat dat bekend is, is dat ook netjes op de site gezet, zodat iedereen daarvan op de hoogte is. Ook kunnen lokale belastingen zonder melding vooraf en zonder opgaaf van reden gewijzigd worden. Vooraf is in veruit de meeste gevallen niet 100% bekend wat de hoogte van de toeristenbelasting zal zijn. Dit is anders dan een BTW tarief dat vooraf wel bekend is en verrekend kan worden, omdat het zakelijke transacties betreft.
Overigens wil verweerder aangeven dat niet alleen bij verweerder de toeristenbelasting apart ter plaatse geïnd wordt. Ook [andere reisorganisator 1] en [andere reisorganisator 2] laten de toeristenbelasting ter plaatse innen voor de honderdduizenden reizigers die zij vervoeren. Verweerder is dan ook van mening niets onrechtmatigs te doen. Omdat klager steeds niet akkoord was met het standpunt van verweerder is aangegeven dat het wellicht goed is de zaak aan de Geschillencommissie Reizen voor te leggen, om zo een einde aan de discussie te krijgen.
Met conclusie: Klager heeft ter plaatse toeristenbelasting moeten betalen. Dat heeft verweerder sinds oktober 2017 op de site staan. Klager was op het moment van boeken op de hoogte van het feit dat er ter plaatse betaald zou moeten worden en is hiermee met het aangaan van de overeenkomst mee akkoord gegaan. Verder is de toeristenbelasting een belasting in vrijwel alle gevallen aan de lokale overheden ter plaatse afgerekend moeten worden. Ook kan de hoogte van de belasting tussentijds wijzigen. Een Nederlandse touroperator heeft hier verder geen invloed op en int deze kosten dan ook niet op voorhand. Wel is er een informatieplicht en daar is aan voldaan. Verweerder is van mening dat er juist is gehandeld en dat een vergoeding in de vorm van een terugbetaling van lokaal geïnde belastingen dan ook niet gerechtvaardigd is. Verweerder verzoekt de commissie verweerder hierin te steunen.
Ter zitting heeft de reisorganisator verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.
Ik vraag uw aandacht voor het verweerschrift waarin ons standpunt is verwoord. Sinds oktober 2017 wordt op de website vermeld dat de reiziger ter plaatse de toeristenbelasting moet betalen.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Dit geschil gaat over de vraag of klager is misleid met betrekking tot de toeristenbelasting van $130,- die hem na zijn verblijf op Bonaire door het hotel is in rekening gebracht.
Klager heeft beroepen op artikel 6:193d BW, de ANVR voorwaarden en op de leidraad: “Bescherming van online consument” van de Autoriteit Consument en Markt, waaraan Europese regelgeving ten grondslag ligt.
De reisorganisator heeft aangevoerd dat sinds oktober 2017 op de website wordt vermeld dat de toeristenbelasting ter plaatse moet worden betaald. De reisorganisator heeft bovendien aandacht gevraagd voor het feit dat in de beschrijving van het hotel en de faciliteiten de volgende zin staat vermeld op de leidraad: “Let op: de lokale toeristenbelasting van ca. $ 6,50 p.p. per nacht is bij dit arrangement niet inbegrepen en dien je ter plaatse te betalen aan het hotel.” Klager heeft niet ontkend van deze zin kennis te hebben genomen.
De commissie acht de stelling van klager dat hij met betrekking tot de kosten van de boeking zou zijn misleid onvoldoende onderbouwd. Op de website van reisorganisator staat voldoende duidelijk omschreven dat de ter plaatse verschuldigde toeristenbelasting niet bij het arrangement is inbegrepen. De commissie heeft geen aanwijzing dat de reisorganisator met betrekking tot de opgave van de kosten van het arrangement, die onder zijn verantwoordelijkheid valt, is tekortgeschoten. Klager had kunnen begrijpen dat hij naast de prijsopgave van de reisorganisator tevens toeristenbelasting verschuldigd zou zijn. De commissie heeft kennis genomen van de wijze waarop [andere reisorganisator 2] de klanten over de toeristenbelasting informeert, onder meer door expliciet in de prijsopgave het voorbehoud voor de toeristenbelasting te vermelden. Hoewel reisorganisator strikt genomen niet is tekort geschoten in de informatievoorziening, verdient het aanbeveling de methode [andere reisorganisator 2] te overwegen. Ook zou reisorganisator het voorbehoud van de toeristenbelasting aan de factuur kunnen toevoegen om te benadrukken dat de toeristenbelasting een aanvullende post is die niet aan reisorganisator maar ter plaatse moet worden betaald.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
Het door klager verlangde wordt afgewezen.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Reizen, bestaande uit mr. O.P.G. Vos, voorzitter, drs. G.M. Locquet en mr. B.W. Weilers, leden, op 25 augustus 2020.