Klager is als hoofdboeker verantwoordelijk voor de gesloten overeenkomst voor groep van 35 personen.

  • Home >>
  • Reizen >>
De Geschillencommissie




Commissie: Reizen    Categorie: Totstandkoming    Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: REI08-0575

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil vloeit voort uit een op 10 augustus 2008via een boekingskantoor met de reisorganisator totstandgekomen overeenkomst. De reisorganisator heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een busreis voor minimaal 15 personen naar Val Thorens in Frankrijk met verblijf in een hotel op basis van logies en ontbijt, voor de periode van 10 april tot en met 14 april 2008 voor de som van € 199,– per persoon.   Klager heeft een bedrag van € 1.125,– in depot bij de commissie gestort.   Standpunt van klager   Het standpunt van klager luidt in hoofdzaak als volgt.   Op 1 augustus 2007 ben ik akkoord gegaan met de offerte voor de groepsreis naar Val Thorens in april 2008. Ik heb dat schriftelijk met een handtekening bevestigd en ben uitgegaan van de meegezonden voorwaarden van reisorganisator. Als hoofdboeker was mijn taak om een groep van 35 personen proberen enthousiast te maken voor de reis. Ik heb op de door de reisorganisator aangegeven button gedrukt en daarmee de offerte bevestigd.   Op 12 december 2007 ontving ik van de reisorganisator de mail met de mededeling van de extra brandstoftoelagen.   In januari 2008 gaf ik aan de reisorganisator door dat ik de groep van 35 personen niet bij elkaar kon krijgen en dat wellicht van de reis moest worden afgezien. Ik gaf tevens aan in ieder geval nog te proberen een groepje van 15 personen bij elkaar te krijgen om die tegen groepstarief te laten boeken.   In de periode januari/maart 2008 heb ik geprobeerd mensen alsnog voor de reis enthousiast te maken en hen te laten boeken. Dat is niet gelukt. Omdat het om individuele inschrijvingen gaat die rechtstreeks aan de reisorganisator dienen te worden betaald, is de reisorganisator al die tijd op de hoogte geweest dat er nog geen reserveringen voor de reis waren gemaakt.   Op 10 maart 2008 ontving ik een uitnodiging voor een promotour. Hierop reageerde ik met verbazing omdat de reis naar Val Thorens geen deelnemers dankzij mijn bemiddeling had opgeleverd. Op 20 maart 2008 ontving ik een factuur voor de reis naar Val Thorens voor 15 personen. Tussen 1 augustus 2007 en 10 maart 2008 heb ik (op de mail van de brandstoftoelagen na) taal nog teken van de reisorganisator ontvangen. De reisorganisator heeft mij nooit het idee gegeven dat ik individueel verantwoordelijk ben voor de 15 passagiers, alleen al omdat ik niet eerder een factuur heb ontvangen.   Ter zitting heeft klager verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.   Op uw vraag wat onder [ naam] moet worden verstaan antwoord ik u dat het een tennisvereniging is. Ik tennis daar en ben geen bestuurslid of op een andere manier bevoegd de vereniging te vertegenwoordigen. Omstreeks juni 2007 heb ik het plan opgevat om met een vriendengroepje te gaan wintersporten. Ik dacht dat ik het risico van de offerte van de reisorganisator kon accepteren omdat ik tenminste 15 man bij elkaar zou kunnen krijgen. In het blad van de tennisvereniging is de reis bekend gemaakt, tevens heb ik aan mond op mond reclame gedaan. Ik heb de algemene voorwaarden van de reisorganisator gelezen. Op 11 januari 2008 heb ik de reisorganisator gebeld en medegedeeld dat ik het niet zou gaan halen. De reisorganisator heeft toen aangegeven dat de reis ook bij 15 personen doorgang kon vinden. Ik had er beter aangedaan om op dat moment te annuleren. Ik dacht dat ik niet hoefde te annuleren omdat ik ook niets had geboekt. De reisorganisator had een factuur moeten sturen.   Klager verlangt afwijzing van de vordering van reisorganisator.   Standpunt van de reisorganisator   Het standpunt van de reisorganisator luidt in hoofdzaak als volgt.   Wij hebben klager een offerte aangeboden voor 35 personen. Onder aan de offerte staat een button: Ga naar akkoordverklaring. Hiermee heeft klager de boeking definitief gemaakt. De akkoordverklaring is door klager op 5 juni uitgeprint. Op deze akkoordverklaring is onder meer de volgende tekst opgenomen: “Middels het zetten van de handtekening door de groepsverantwoordelijke gaat de groep akkoord met de in de offerte opgenomen prijzen en afspraken en is de groep verplicht de reis af te nemen bij de reisorganisator.” Naar aanleiding van deze akkoordverklaring hebben wij een reserveringsbevestiging naar klager gestuurd. Deze reserveringsbevestiging is op 12 juni 2007 door klager ondertekend. Op deze bevestiging staat nogmaals duidelijk aangegeven dat het gaat om een definitieve boeking waarbij de groepverantwoordelijke hoofdelijk aansprakelijk is voor de gehele reservering. Pas naar aanleiding van een emailcontact in maart 2008 heeft klager aangegeven dat hij geen groep van 35 personen bij elkaar kon krijgen en dat hij er van uitging dat de reis niet zou door gaan. Klager geeft zich echter geconformeerd aan de boeking. Wij konden dan ook niet kort voor vertrek kosteloos annuleren. Mede gelet op artikel 2 lid 1 van de ANVR reisvoorwaarden zijn wij van mening dat er wel degelijk sprake is van een definitieve boeking, waarvoor klager verantwoordelijk is.   Ter zitting heeft de reisorganisator verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.   Wij organiseren groepsreizen en hebben geen restrictie voor wat betreft leeftijd. De procedurele gang van zaken is bij ons als volgt: offerte, akkoordverklaring, reserveringsbevestiging, factuur. Die procedure hebben wij ook in dit geval gevolgd. De laatste factuur, in dit geval de annuleringsfactuur, overschrijft de eerdere factuur. Wij hadden voor 35 personen kunnen factureren. Wij hebben direct na de eerste akkoordverklaring de accommodatie en de bus afgeboekt.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   De vraag moet worden beantwoord of klager aansprakelijk is voor de factuur van 20 maart 2008 betreffende een bedrag ad € 1.125,–. Om die vraag te kunnen beantwoorden dient de rechtsrelatie tussen klager en reisorganisator te worden bezien.   Op verzoek van klager heeft de reisorganisator aan klager een wintersportvakantie voor 35 personen geoffreerd. Die offerte bevat de aantekening dat de optie geldig is tot 1 augustus 2007. Klager was derhalve tot die datum in de gelegenheid om zonder enig risico uit te zoeken voor hoeveel personen hij van de offerte gebruik wilde maken. In plaats daarvan heeft klager als hoofdboeker reeds op 5 juni 2007 de offerte voor akkoord getekend en de algemene voorwaarden van reisorganisator aanvaard. Bovendien heeft hij door de reisorganisator toegezonden reserveringsbevestiging van 12 juni 2007 voor de groep van 35 personen voor akkoord getekend.   De commissie acht de strekking van de twee keer door klager getekende akkoordverklaring niet geheel duidelijk. De vraag is immers of klager zich als groepsverantwoordelijke/vertegenwoordiger akkoord kan verklaren met prijzen en condities namens een nog niet ingevulde groep individuen. De groep als zodanig heeft geen rechtspersoonlijkheid. De mededeling dat de groep verplicht is de reis af te nemen is eveneens weinig zeggend omdat de individuen waaruit de groep bestaat nog niet zijn bepaald. De commissie is desondanks van oordeel dat klager had kunnen begrijpen wat zijn juridische positie was. Volgens artikel 1 van de toepasselijke groepsvoorwaarden van reisorganisator wordt de hoofdboeker aangemerkt als contractspartij en financieel en juridisch verantwoordelijk gesteld voor de gesloten overeenkomst. Door de offerte te ondertekenen en met name nadat klager de reserveringsbevestiging voor 35 personen voor akkoord had getekend had hij moeten begrijpen dat hij als hoofdboeker voor een groep van 35 personen vervoer, verblijf en dergelijk had gereserveerd. Het lag op de weg van klager om actief met aan de reisorganisator te communiceren in hoeverre het hem lukte om de groep van 35 personen in te vullen. Toen klager volgend op de uitnodiging voor de promotour te kennen gaf ook geen 15 personen bereid te hebben gevonden aan de reis deel te nemen, was de reisorganisator conform zijn algemene voorwaarden en artikel 9 lid 2a van de ANVR voorwaarden gerechtigd de annuleringskosten in rekening te brengen. De vordering van klager wordt derhalve afwezen.   De klacht is dan ook ongegrond.   Derhalve wordt als volgt beslist.   Beslissing   Het door klager verlangde wordt afgewezen.   Het depotbedrag ad € 1.125,– zal aan de ondernemer worden overgemaakt.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Reizen op 25 augustus 2008.