Commissie: Energie Zakelijk
Categorie: Jaarafrekening
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
ENE10-0109
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil Het geschil betreft betaling van energieverbruik. De klager heeft de klacht op 19 juli 2010 aan het bedrijf voorgelegd. Een bedrag van € 3.082,21 is door de klager in depot gestort. Standpunt van de klager De klager heeft in hoofdzaak gesteld dat het bedrijf hem onverwacht een nadere rekening van € 4.848,79 over eerder verbruik heeft gestuurd, nadat hij expliciet om een eindafrekening had verzocht en deze had ontvangen en voldaan. Dat klemt vooral omdat hij zijn bedrijf had beëindigd en daarbij tot vereffening met een zakenpartner moest komen. In de nadere schriftelijke en telefonische contacten is tussen partijen geen oplossing bereikt. De klager verlangt dat de nader uitgebrachte rekening dient te worden gecrediteerd. Standpunt van het bedrijf Het bedrijf heeft gemotiveerd in hoofdzaak het volgende gesteld. Naar aanleiding van de indiening van het geschil is een uitgebreid overzicht aan de klager verstrekt over zijn verbruik. De ontstane verwarring is deels te wijten aan eerdere betwisting van verbruik, welke vervolgens tot onjuiste facturering en financiële administratie heeft geleid. De informatieverstrekking aan de klager is daarmee ook steeds onhelderder geworden. Het openstaande saldo betreft geen navordering maar gewoon verbruik over de periode 2006-2008. Dit saldo bedraagt overigens € 3.082,21. Het bedrijf heeft ter compensatie van de opgetreden verwarring een vergoeding van € 250,– aangeboden. Voor het overige handhaaft het bedrijf zijn vordering. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. Eerst na het voorleggen van het geschil aan de commissie heeft het bedrijf een helder en volledig overzicht van verschuldigdheden en betaling aan de klager verstrekt. Tot dan toe was – zoals het bedrijf ook zelf erkent – de communicatie niet adequaat. Materieel is de late berekening van het verbruik in de gegeven omstandigheden uiterst ongelukkig. De klager heeft immers om een eindafrekening gevraagd ten einde te kunnen vereffenen bij bedrijfsbeëindiging. Anders dan de klager meent is het nu gevorderde bedrag overigens niet meer dan € 7.000,– maar een bedrag van € 3.082,21. De commissie is van oordeel dat het bedrijf de klager door de nadere facturering na de verstrekte afrekening op diens verzoek heeft benadeeld. Hij is immers nu niet meer in de gelegenheid de nadere nota in de vereffening te betrekken. Een vergoeding van € 250,– acht de commissie daarvoor te gering, mede gelet op de tekort schietende communicatie over deze zaak. De commissie stelt de vergoeding vast op een bedrag van € 1.500,–. Daarmee is het financiële nadeel van de klager gedeeltelijk gecompenseerd en tevens een vergoeding gegeven voor geleden ongemak en ergernis. Dit laatste is hier op zijn plaats omdat de klager een meer dan gebruikelijke inspanning heeft moeten doen om de misslag bij het bedrijf te laten herstellen en het bedrijf daar aanvankelijk nauwelijks op heeft gereageerd. De klacht is gelet op het bovenstaande gegrond. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing Het door de klager verlangde wordt afgewezen. Wel zal het bedrijf het openstaande saldo tot een bedrag van € 1.500,– crediteren. Verder zal het bedrijf het door de klager betaalde klachtengeld ad € 178,50 aan hem vergoeden. Uit het depotbedrag wordt € 1.678,50 aan de klager betaald; het restant wordt aan het bedrijf uitbetaald. Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie en Water, op 1 maart 2011.