Klager op de hoogte van mogelijkheid dat busreis zou vervallen bij onvoldoende passagiers.

  • Home >>
  • Reizen >>
De Geschillencommissie




Commissie: Reizen    Categorie: Beëindiging    Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: REI01-1544

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil vloeit voort uit een op 6 april 2001 via een boekingskantoor met de reisorganisator tot stand gekomen overeenkomst. De reisorganisator heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een busreis voor twee personen naar Rimini, Italië met heenreisdatum 15 juni en terugreisdatum 1 juli 2001 voor de som van ƒ 713,– in totaal.

Standpunt van klager

Het standpunt van klager luidt in hoofdzaak.

Op 19 mei ontving ik de reisbescheiden. Naar aanleiding daarvan heb ik een hotel in Rimini gereserveerd. Op 28 mei werd nog telefonisch navraag gedaan naar het hotel, waar wij zouden verblijven. Op dezelfde dag kreeg ik in de namiddag te horen dat de busreis was geannuleerd. Het bevreemdt dat dit circa tien dagen na de bevestiging is gedaan. Men had toen toch al kunnen weten dat het dubieus was of de busreis al of niet zou doorgaan.

Het boekingskantoor heeft naar een oplossing gezocht. Behalve een vliegreis, restte als enige mogelijkheid nog een reis met de Overnight Expres naar Milaan en verder met een trein van Milaan naar Rimini. Hiervoor heb ik geboekt, omdat ik aan de bevestiging van de hotelreservering was gebonden. De totale kosten van deze vervangende reis bedroegen ƒ 1.144,–. Ik heb derhalve een bedrag van ƒ 396,– moeten bijbetalen.

Klager verzoekt de commissie in redelijkheid en billijkheid een vergoeding vast te stellen.

Standpunt van de reisorganisator

Het standpunt van de reisorganisator luidt in hoofdzaak.

In onze brochure vermelden wij de reisvoorwaarden op de productpagina van Interbus. Wij vermelden dat deze busdiensten onder de ANVR-reisvoorwaarden vallen. Daarnaast vermelden wij een minimaal aantal passagiers, dat nodig is om de reis te laten doorgaan.

Wij betreuren het dat dit minimum aantal niet is gehaald, waardoor deze pendeldienst is geannuleerd. Conform artikel 10 van de ANVR-reisvoorwaarden hebben wij klager op 1 juni geïnformeerd. Dit is twee weken vóór vertrek, zoals staat aangegeven in onze brochure op pagina 425.

Wij betreuren het eveneens dat klager extra kosten heeft moeten maken. Onze organisatie acht zich hiervoor echter niet aansprakelijk.

Beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen.

Klager heeft de boekingsbevestiging geaccepteerd. Daarmede heeft klager onder meer te kennen gegeven in het bezit te zijn van de ANVR-reisvoorwaarden en kennis te hebben genomen van de informatie in de publicatie van de reisorganisator. Uit deze informatie volgt de kans dat bij geringe belangstelling (minder dan 25 passagiers) bepaalde busdiensten komen te vervallen, alsmede dat de reiziger hiervan veertien dagen vóór vertrek op de hoogte wordt gesteld. Voorts heeft de reisorganisator ingevolge artikel 10 van de toepasselijke reisvoorwaarden het recht om de overeenkomst met onmiddellijke ingang op te zeggen, indien het aantal deelnemers kleiner is dan het vereiste minimum aantal, waarbij de in de publicatie vermelde termijn in acht dient te worden genomen. De hierop volgende artikelen 11 en 12 inzake de verplichting tot het aanbieden van een alternatief en de eventuele schadevergoedingsplicht zijn alsdan niet van toepassing.

Hoewel het begrijpelijk is dat de gang van zaken klager bevreemdt, heeft de reisorganisator het gelijk aan zijn zijde. De termijn van veertien dagen moge dan voor de reiziger kort zijn, voor de te leveren dienst, waar het hier om gaat, namelijk busvervoer zonder dat er sprake is van een vaste dienstregeling, wordt deze vanuit organisatorisch en logistiek oogpunt aanvaardbaar geoordeeld.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel, dat de reisorganisator niet aansprakelijk gesteld kan worden voor de door klager gestelde klachten en de daaruit voortvloeiende kosten.
De commissie acht de klacht derhalve ongegrond.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing

Het door klager verlangde wordt afgewezen.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Reizen op 10 december 2001.