Commissie: Voertuigen
Categorie: Informatie
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
53202
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 6 februari 2008 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een gebruikte [merk en type], tegen een door de consument te betalen prijs van € 15.500,– inclusief BTW. De overeenkomst is op 12 februari 2008 uitgevoerd. De consument heeft op 3 november 2010 de klacht voorgelegd aan de ondernemer. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. In oktober 2010 heeft de consument de van de ondernemer gekochte auto wegens onverwacht hoge onderhoudskosten aan een derde garage verkocht en ingeruild op een andere auto. Na enige tijd vernam de consument van de betreffende garage, eveneens een [merk dealer], dat de kilometerstand was gemanipuleerd. Op het moment van aankoop door de consument was de juiste stand 228.000 en niet 145.000 km zoals op de koopovereenkomst is vermeld. De consument heeft aldus gedwaald bij de aankoop van de auto. De koopprijs was te hoog en indien de consument de juiste kilometerstand had geweten had hij de auto nooit gekocht. De ondernemer heeft ten onrechte nagelaten om bij de koop de kilometerstand te controleren. De consument heeft een te hoge koopprijs betaald. Uitgaande van prijzen van vergelijkbare auto’s qua type en leeftijd, heeft de consument een bedrag van € 5.500,– te veel betaald. Tevens heeft de consument onderhoudskosten ten bedrage van € 585,80 moeten maken die hij met een auto met een 83.000 lagere kilometerstand niet had behoeven te maken. Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. Er is wel degelijk sprake van schade. De consument heeft in vergelijking met identieke auto’s met een hogere kilometerstand € 5.600,– te veel betaald. In een normaal geval kan de koop worden ontbonden. Die mogelijkheid bestaat niet meer en om die reden vordert de consument vergoeding van zijn schade. De omstandigheid dat de consument de auto elders heeft ingeruild en dat daarbij de manipulatie van de kilometerteller evenmin is opgemerkt, speelt geen rol. Dat betreft een andere overeenkomst die losstaat van de met de ondernemer gesloten overeenkomst. Het is juist dat de consument bij de koop heeft afgezien van een afleveringsbeurt en garantie. De consument heeft zich daarvoor gebaseerd op de lage kilometerstand en dacht aldus een aanzienlijk bedrag te kunnen besparen. De auto is door een dealer in de nabijheid van het adres van de consument onderhouden. Schokbrekers horen langer mee te gaan dan 165.000 km. De consument is bekend met de e-mail van de dealer die de auto heeft ingeruild en die aangeeft dat de consument geen schade heeft geleden bij de inruil, die gebaseerd is geweest op een marktconforme prijs. Het is voor de consument niet duidelijk of die dealer niet alsnog verhaal wil halen bij de consument. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. De ondernemer betreurt het dat hij bij de verkoop niet op de hoogte was van de teruggedraaide kilometerstand. De consument is niet met zijn klacht bij de ondernemer gekomen, zodat de ondernemer de auto niet kon inruilen. De consument was ook niet op de hoogte van de teruggedraaide kilometerstand. Inmiddels heeft de consument de auto verkocht aan een collega dealer van de ondernemer. Bij deze transactie was het voor partijen niet kenbaar dat de teller was teruggedraaid. Dat betekent dat de “echte” kilometerstand niet is verdisconteerd in de verkoopprijs. Nadat de auto was doorverkocht kwam aan het licht dat de kilometerstand niet juist was. De andere dealer heeft de consument laten weten haar niet aansprakelijk te stellen voor de door hem geleden schade. Nu zowel bij de koop als de verkoop van de auto door de consument niet is uitgegaan van de juiste kilometerstand heeft de consument geen schade geleden. De door de consument opgevoerde extra onderhoudskosten betreft het vervangen van een remvoering van de achterrem en de schokbrekers. Deze kosten houden geen verband met een bepaalde kilometerstand, maar zijn sterk afhankelijk van de manier waarop de auto wordt gebruikt. Het vervangen van een remvoering kan gelegen zijn in meerdere oorzaken, die bij verschillende kilometerstanden kunnen ontstaan. Remmen zijn onderhavig aan slijtage en moeten van tijd tot tijd worden onderhouden. Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. De consument heeft ervoor gekozen om bij de koop af te zien van een afleveringsbeurt en garantie. Dit heeft haar financieel voordeel opgeleverd, maar vergroot de kans dat later meer onderhoudskosten moeten worden gemaakt. De door de consument gemaakte kosten zijn aan te merken als kosten van gewoon onderhoud die geen direct verband hebben met de onjuiste kilometerstand. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. De commissie stelt voorop dat als uitgangspunt heeft de gelden dat de ondernemer heeft in te staan voor de juistheid van de kilometerstand van de door hem verkochte auto. In dit geschil staat vast dat de ondernemer zich bij de koop heeft gebaseerd op de kilometerstand zoals deze op de teller werd aangegeven zonder daartoe nader onderzoek te doen. De koopovereenkomst is derhalve tot stand gekomen op basis van een bij beide partijen bestaande onjuiste veronderstelling omtrent de kilometerstand. Juridisch gezien kan aldus worden gesproken van wederzijdse dwaling, zij het dat deze dwaling op grond van de verkeersopvattingen voor rekening van de verkoper, een professionele partij, dient te komen. De consument heeft echter voordat duidelijk werd dat de kilometerstand onjuist was haar auto aan een derde verkocht. Ook bij deze transactie is de onjuistheid van de kilometerstand niet aan het licht gekomen en is bij de transactie uitgegaan van een onjuiste, beduidend lagere, kilometerstand. Anders dan de consument stelt kunnen beide transacties niet los van elkaar worden gezien en dient bij de beoordeling van de eventuele schade van de consument beide transacties en de gevolgen daarvan voor de consument te worden betrokken. Het abstraheren van de tweede transactie zou meebrengen dat aan de consument een onredelijk voordeel zou toekomen, nu de schade die zij lijdt als gevolg van de eerste transactie wel aan haar wordt vergoed, maar het voordeel dat door haar met de tweede transactie buiten beschouwing moet worden gelaten. Niet is gebleken dat de derde garage een schadeclaim bij de consument heeft neergelegd c.q. zal neerleggen. In feite heeft de consument zonder het zelf te beseffen haar schade tot nihil beperkt door het aangaan van de tweede transactie waarbij de onjuiste kilometerstand geen rol heeft gespeeld. Een en ander brengt de commissie tot het oordeel dat de consument als gevolg van de nalatigheid van de ondernemer geen schade heeft geleden en om die reden geen vordering heeft op de ondernemer. De consument heeft voorts aangevoerd dat door haar als gevolg van de onjuiste kilometerstand extra onderhoudskosten zijn gemaakt. Ook deze stelling van de consument wordt door de commissie verworpen. De betreffende onderhoudskosten hebben betrekking op kosten die naar het oordeel van de commissie aan te merken zijn als gewoon onderhoud, dat niet in relatie staat met het aantal gereden kilometers maar met name het gevolg is van het gebruik van de auto. De ondernemer heeft er in dit verband nog op gewezen dat de consument door de auto af te nemen zonder een onderhoudsbeurt het risico heeft genomen dat er na de aflevering nog onderhoudskosten moeten worden gemaakt. De consument heeft zijn stelling dat schokbrekers langer moeten meegaan dan 165.000 km niet nader onderbouwd. De commissie wijst er ten overvloede nog op dat gelet op de leeftijd van de auto en de genoemde kilometerstand een dergelijke kostenpost niet onverwacht of abnormaal is aan te merken. Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing Het door de consument verlangde wordt afgewezen. Aldus beslist door de Geschillencommissie Voertuigen op 25 mei 2011