Kortingsregeling bij obligaties wordt niet door ondernemer toegepast

De Geschillencommissie
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Energie    Categorie: Factuur    Jaartal: 2023
Soort uitspraak: onbevoegdverklaring   Uitkomst: onbevoegd   Referentiecode: 196316/197276

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

De consument meent dat een bepaalde kortingsregeling in het kader van zijn aandelen in een project niet op de juiste manier is toegepast op zijn rekening. De ondernemer stelt dat hij niet de juiste aan te spreken partij is en dat de commissie onbevoegd moet worden verklaard. De commissie komt tot dezelfde conclusie.

De uitspraak

Onderwerp van het geschil
De door de ondernemer gegeven korting in verband met een door de consument met een zonnepanelenproject gesloten overeenkomst.

Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De consument is klant bij de ondernemer en heeft daarnaast obligaties van het project zonnepanelendelen Zonproject Iederzon Haarlem. Dit geeft de ondernemer klanten een aantal kWh opbrengst per jaar als vergoeding voor het uitgeleende geld.
Over de periode 12 juli 2021 tot en met 11 juli 2022 heeft de consument op 3 oktober de afrekening ontvangen en per 4 oktober is deze daadwerkelijk betaald. Hierover heeft hij een klacht.

De opbrengstberekening/vergoeding is gebaseerd op het gemiddelde levertarief in zijn energiecontract in de periode 12 juli 2021 tot en met 11 juli 2022. Echter volgens het informatiememorandum (IM) van het project is het toe te passen tarief het “persoonlijke Tarief dat de ZonneDeler op het moment van verrekening bij [ondernemer] heeft”. Hierdoor heeft de consument nu EUR 0,11 per kWh ontvangen, in plaats van de EUR 0,40 waar hij recht op heeft (wat overeenkomt met zijn persoonlijke tarief begin oktober). Dit benadeelt hem met ca. EUR 777,77.
Graag ontvangt de consument van de ondernemer dit bedrag alsnog. De consument heeft reeds bij de ondernemer een klacht ingediend, maar hij geeft aan dat de consument de tekst in het IM verkeerd interpreteert (terwijl deze zeer duidelijk is en inmiddels in nieuwe projecten ook is aangepast!).

Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

Bij dezen moet de ondernemer de commissie informeren dat zij niet bevoegd is om over dit geschil tussen de consument en IederZon Haarlem te oordelen en dat de implicatie van de consument bovendien incorrect is. De consument heeft zonobligaties van IederZon Haarlem aangeschaft. Een zonobligatie is een vorderingsrecht op naam van de houder van de zonobligatie jegens IederZon Haarlem als uitgevende instelling, waaraan de rechten en plichten zijn verbonden als uiteengezet in de voorwaarden verbonden aan de zonobligatie zoals opgenomen in bijlage 7 van het informatie memorandum en waaraan de obligatiehouder zich door de aanschaf van de zonobligaties heeft gecommitteerd. Zie in dat kader ook artikel 2.1 van de zonobligatievoorwaarden. Op grond van artikel 24.2 van de zonobligatievoorwaarden worden alle geschillen in verband met of voortvloeiende uit een zonobligatie tussen een obligatiehouder (i.c. de consument) en de uitgevende instelling (i.c. Iederzon Haarlem) exclusief beslecht door de bevoegde rechter te Amsterdam. De ondernemer is in dat verband ook niet de contractuele wederpartij van de consument. De ondernemer heeft in de rechtsverhouding tussen de consument en IederZon Haarlem slechts namens IederZon Haarlem de zonnerente, zijnde het rendement op een zonobligatie, uitgekeerd omdat de consument een leveringsovereenkomst met de ondernemer heeft gesloten. De ondernemer stelt zich daarom op het standpunt dat de commissie niet bevoegd is om van het door de consument bij de commissie aanhangig gemaakte geschil kennis te nemen. Dat is de exclusief bevoegde rechter van de rechtbank Amsterdam. Bovendien stelt de ondernemer zich (in dat kader) op het standpunt dat niet hij, maar Iederzon Haarlem de contractuele wederpartij is van de consument wat betreft zijn zonobligaties.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.

Het gaat thans louter om de vraag of de commissie bevoegd is het geschil te beoordelen.

De consument heeft met Iederzon Haarlem een overeenkomst gesloten, op grond waarvan de ondernemer een korting toepast op de elektriciteitsafrekening van de consument. Tussen de consument en de ondernemer is weliswaar een overeenkomst van kracht betreffende stroomlevering, maar voorbedoelde korting maakt daarvan geen deel uit. Het kan dan ook niet anders zijn dan dat de ondernemer namens Iederzon een korting geeft die gebaseerd is op afspraken tussen de consument en Iederzon. Er zal ongetwijfeld ook een overeenkomst zijn tussen Iederzon en de ondernemer, maar de consument is daarin geen partij.
Een klacht over voornoemde korting is dan ook op de tussen de consument en Iederzon gesloten overeenkomst gebaseerd en die overeenkomst vermeldt niet de bevoegdheid van deze commissie. Dat leidt tot het oordeel dat de commissie onbevoegd is het geschil te beoordelen.

Op grond van het voorgaande acht de commissie zich onbevoegd het geschil te behandelen.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
De commissie verklaart zich onbevoegd het geschil te behandelen.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie, bestaande uit de heer mr. R.J. Paris, voorzitter,
de heer mr. F.J. Pirard en mevrouw J.M.A. van Haren, leden, op 14 maart 2023.