Commissie: Elektro
Categorie: Reparatie
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
39286
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 2 juli 2007 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst, waarbij de ondernemer zich heeft verplicht tot het leveren van een LCD televisie, tegen een daarvoor door de consument te betalen prijs van € 599,– (inclusief verwijderingsbijdrage € 607,–). De levering heeft op dezelfde datum plaatsgevonden. De consument heeft de klacht op 1 december 2009 schriftelijk voorgelegd aan de ondernemer. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. De televisie is in een tijdsbestek van tweeënhalf jaar driemaal defect geraakt. De eerste keer (november 2008) en de tweede keer (juni 2009) is de televisie onder garantie kosteloos gerepareerd. Het derde defect vond plaats op 1 december 2009 met in feite dezelfde klachten als voorheen (beeld valt weg en het beeld wordt streperig). De ondernemer gaf aan dat de televisie op dat moment buiten de garantie viel (van twee jaar na aankoopdatum) en dat ik de reparatiekosten diende te betalen. Aanvankelijk bedroegen die € 188,–, maar na mijn protest is dat teruggebracht tot € 100,–. Ik heb geen vertrouwen meer in het televisietoestel. Het toestel is in totaal ongeveer tweeënhalve maand weg geweest. Wij hebben wel een kleinere leentelevisie mogen gebruiken en dus niet zonder televisie gezeten, hetgeen een kleine pleister op de wonde is geweest. De consument verlangt de door hem betaalde reparatiekosten van € 100,– terug en wenst in feite – omdat hij het vertrouwen in de televisie kwijt is – ontbinding van de overeenkomst en met bijbetaling de aanschaf van een nieuwe televisie. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. Na aanschaf van de televisie heeft deze tot 24 november 2008 goed gefunctioneerd. Nadien heeft de televisie drie mankementen vertoond. De klachten waren strepen door het beeld en het uitvallen van het beeld. De reparaties op 24 november 2008 en 16 juni 2009 waren kosteloos. Overigens werd daarbij de klacht niet geconstateerd. Op 1 december 2009 (zes maanden na de tweede melding) werd wederom een storing aan het toestel gemeld. Ook dit keer strepen door het beeld en een beeld dat uitvalt. De garantieperiode (twee jaar) is dan inmiddels verstreken. Bij die reparatie is wel een oorzaak gevonden. De veroorzaker bleek een defect panel te zijn. De kosten van vervanging bedroegen € 188,–. Op 23 december 2009 is er contact geweest met de consument die aangaf het niet eens te zijn met de reparatiekosten. Nadat er veelvuldig contact is geweest tussen partijen om dat op te lossen, heeft de ondernemer uit coulance de kosten verlaagd naar € 100,–. Dat is inclusief kosten ophalen, retourneren en administratiekosten waarbij verder ook rekening is gehouden met de leeftijd van het toestel en eerdere reparatiemeldingen. De ondernemer zal geen verdere actie meer ondernemen en wacht het eventuele besluit van de commissie af. Deskundigenrapport De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport – voor zover thans van belang – het volgende vastgesteld. Tijdens het huisbezoek heb ik het volgende vastgesteld: Ter plaatse het apparaat en de aansluitingen onderzocht en geen afwijkingen gevonden. Enige tijd de beeldkwaliteit van alle zenders bekeken en dat is ook goed. Het binnen de garantietijd vervangen onderdeel (tft panel) was na zes maanden weer kapot en is toen niet onder garantie gerepareerd (displaysectie) maar wel met een coulanceregeling. De garantie op reparatie is volgens de [branchevereniging] voorwaarden drie maanden. Deze termijn is net als de garantie op het apparaat verlopen. De storing is wel binnen de garantietermijn begonnen. Naar het oordeel van de deskundige bestaat er op dit moment geen gebrek, nu er door hem niets is waargenomen. Bij de toelichting geeft de deskundige nog aan dat bij het reparatierapport van 15 juni 2009 is vermeld dat het tft panel is vervangen en dat op de factuur van 29 januari 2010 is vermeld dat de displaysectie is gerepareerd. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. De consument maakt terecht aanspraak op een kosteloze reparatie zodat de ondernemer het door de consument betaalde bedrag van € 100,– dient te retourneren. Immers, zoals de deskundige in zijn rapport heeft vastgesteld was het binnen de garantietijd vervangen onderdeel (tft panel in juni 2009) na zes maanden weer kapot waarna het vervolgens opnieuw is gerepareerd (in december 2009, displaysectie) waarbij de consument het bedrag van € 100,– heeft moeten betalen. De consument had bij dat tweede herstel (in juni 2009) mogen verwachten dat de ondernemer toen een afdoende en duurzaam herstel zou hebben bewerkstelligd zodat de televisie niet opnieuw binnen een halfjaar met eenzelfde soort gebrek te kampen zou krijgen. Nu de ondernemer dat tweede herstel niet goed en duurzaam heeft (laten) verrichten gaat het niet aan om de kosten van de derde reparatie (in december 2009) deels voor rekening van de consument te laten komen. Ook overigens is de commissie van oordeel dat de consument niet behoefde te verwachten dat zowel het tft panel en/of displaysectie het binnen een termijn van tweeënhalf jaar zou begeven en vervangen zou moeten worden. De economische levensduur van de televisie is bepaald langer dan tweeënhalf jaar zodat de consument in feite niet met dat soort gebreken, en laat staan de daarmee gepaard gaande kosten, geconfronteerd zou mogen worden. De consument kan in dat opzicht dan ook zonder meer kosteloos herstel verlangen door de ondernemer op basis van artikel 7:21 BW. Herstel van de televisie heeft plaatsgevonden zodat daarmee de non-conformiteit door de ondernemer is gecorrigeerd/hersteld. Aldus heeft de ondernemer aan zijn verplichtingen voldaan. Nu op dit moment de televisie ook deugdelijk functioneert – en zoals ook door de deskundige is vastgesteld – is er geen plaats voor de door de consument gewenste ontbinding. Pas als sprake is van een ernstige tekortkoming (non-conformiteit) van de televisie en herstel dan wel vervanging door de ondernemer niet tot de mogelijkheden behoren kan de consument pas aanspraak maken op ontbinding van de overeenkomst. Van die laatste situatie is in het geheel geen sprake. Dat de consument ongetwijfeld ongerief zal hebben ondervonden vanwege de eerdere reparaties laat onverlet dat de televisie thans is hersteld en (goed) functioneert. Omdat de ondernemer ten onrechte de reparatiekosten van € 100,– aan de consument heeft doorbelast acht de commissie de klacht gegrond. Voor het overige en meer in het bijzonder de door de consument gewenste ontbinding van de overeenkomst acht de commissie de klacht ongegrond. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing De ondernemer betaalt en restitueert aan de consument het bedrag van € 100,– terug ter zake de reparatiekosten (die de consument eerder aan de ondernemer heeft betaald). De betaling dient plaats te vinden binnen één maand na de verzenddatum van dit bindend advies. Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de ondernemer bovendien de wettelijke rente over dat bedrag vanaf de verzenddatum van dit bindend advies. Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 75,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld. Het door de consument meer of anders verlangde wordt afgewezen. Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 75,–. Aldus beslist door de Geschillencommissie Elektro op 26 november 2010.