
Commissie: Wonen
Categorie: Kosten
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
61559
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 21 januari 2011 tussen partijen totstandgekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een complete badkamer en het verrichten van overeengekomen werkzaamheden tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 16.000,–, te vermeerderen met € 8.268,– voor installatiewerkzaamheden. De overeenkomst is uitgevoerd op of omstreeks 15 april 2011. De consument heeft een bedrag van € 4.087,– niet betaald en bij de commissie gedeponeerd. Het geschil gaat over een afwijking in de maatvoering van de badkamer ten opzichte van de tekening. De consument heeft op 9 mei 2011 de klacht voorgelegd aan de ondernemer. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. Er is afgeweken van de maten op de tekening van de ondernemer. Daardoor is de badkamer aanzienlijk smaller geworden. Ook optisch is de badkamer minder. De rekeningen die zijn verstuurd kloppen niet. De aannemer heeft meer tegels moeten leggen, die de consument dient te betalen en vervolgens op de ondernemer dient te verhalen. Er zijn geen schriftelijk bevestigde afspraken over meerwerk gemaakt. De badkamer is nog niet af en nog niet opgeleverd. Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. De badkamer is niet praktisch. De doorgang tussen de wastafel en de douche is te smal, op een op zich al smalle doorgang schelen nog een aantal centimeters minder aanzienlijk. Ook de ruimte in de badkamer is beperkter. De deur van de badkamer stoot tegen de deur van de douche als beide openstaan. Voor wat betreft de aanpassingen is geen overleg met de consument geweest. Als er overleg geweest was had de consument in ieder geval zeggenschap gehad in de indeling van haar badkamer. De consument verlangt oplevering overeenkomstig de maten van de tekening en afwerking van de badkamer. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. De badkamer is gemaakt op de meest aanvaardbare manier, die mogelijk was. Door een onvoorzien probleem moest er wat geschoven worden. De keuzes waarover de consument spreekt zouden niet verstandig geweest zijn, onvoldoende deugdelijk. Er is gekozen voor de technisch gezien beste oplossing. Het klopt dat de oplossing niet met de consument besproken is. Deskundigenrapport De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport, voorzover thans van belang, het volgende vastgesteld. De deskundige heeft de klachten ter plaatse bekeken en geconstateerd dat de wand bij de toilet en douche 26 cm naar voor geplaatst is, in afwijking van de tekening, waar 20 cm staat getekend. De aannemer verklaarde dat er een ingestort T stuk van 110 mm op 6 cm van de muur in de vloer zit, zijnde het aansluitpunt van het hangende toilet en dat dit niet verplaatst kan worden. Daarom is er een 5 cm ITON bouwblok geplaatst waarop de wandtegels bevestigd zijn. Dit verklaart de 26 cm diepte van de wand. De consument zegt dat een 1 cm dikke gipsplaat voldoen was geweest, maar gezien de dikte van de wandtegels is dit geen goed idee, in verband met de sterkte, en de mogelijkheid van scheuring in de tegelvoegen, die zich later zeker zal aandienen als het niet goed gemaakt wordt. Een minpuntje is wel, dat de aannemer geen overleg heeft geplaagd met de consument, over deze uitvoering met de ITON- blokken. Het geheel is wel zeer netjes en verzorgd uitgevoerd. Een aanwezige afgevaardigde van de leverancier van de badkamer, verklaarde dat hij de kosten van meerwerk voor zijn rekening zou nemen, om zo de klacht op te lossen. Het wandkastje boven de wastafel moet nog worden opgehangen. Daarvoor dient de glashouder verplaatst te worden naar de linker zijkant langs het kastje. Verder dient er een nieuwe wandtegel geplaatst te worden om het bevestigingsgat te dichtten. Dan kan er een oplevering plaatsvinden. Naar het vaktechnisch oordeel van de deskundige is de omvang van de geconstateerde gebreken opvallend. Herstel is technisch mogelijk, er dient een nieuwe wandtegel aangebracht te worden waar de glashouder gehangen heeft, de wandkast moet nog opgehangen worden en de glashouder dient gemonteerd te worden links naast de wandkast. Er zijn geen extra kosten, omdat dit nog uit te voeren werkzaamheden zijn, die bij de normale levering van de badkamer horen. Deze klacht is ontstaan, doordat de aannemer geen overleg gepleegd heeft over de noodzakelijke diepte die nodig is voor een goede montage van het toilet, in verband met de aanwezige afvoerbuis in de verdiepingsvloer. Vaktechnisch staat de deskundige achter de gekozen uitvoering van de aannemer. Omdat andere oplossingen te zwak zijn, en zeker ook bij de douchewand, zou door indringend vocht deze wand zijn gaan scheuren in de toekomst. Wat de loopruimte betreft, nu 6 cm kleiner, is door gebruik van de halfronde douchedeuren, nog voldoende ruimte om normaal te verkeren. Bij het andere toilet, op de benedenverdieping is wel de 20 cm aangehouden, zijnde dat het wel 21 cm moest worden in verband met de tegeldikte. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. De consument heeft een relatief beperkt afwijkende badkamer gekregen. Naar het oordeel van de commissie heeft de ondernemer een op zich keurige oplossing gekozen voor het bij sloop van de oorspronkelijke badkamer naar voren komend probleem. De ondernemer heeft echter nagelaten over deze keuze met de consument te communiceren. De consument is daardoor voor een fait accompli gesteld. Dat de gekozen oplossing wellicht de meest praktische is doet daaraan niet af. De consument heeft nu zonder dat zij daarin gekend is niet die badkamer, die zij had verwacht. Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is. De commissie is van oordeel dat aanpassing van de badkamer, die op zich keurig is geïnstalleerd, disproportioneel is. De kosten van een dergelijke aanpassing, welke variant ook gekozen wordt, zijn erg hoog in relatie tot de prijs van de badkamer en de te realiseren verbetering. De commissie is van oordeel dat de consument daarom financieel gecompenseerd dient te worden. De hoogte van die compensatie wordt door de commissie in redelijkheid en billijkheid bepaald op € 500,–. Het depotbedrag zal onder aftrek van dit bedrag aan de ondernemer worden betaald. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing De ondernemer betaalt aan de consument een vergoeding van € 500,–. Betaling vindt plaats via verrekening met het depotbedrag. Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 125,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld. Ook dit bedrag wordt met het depotbedrag verrekend. Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 600,–. Met in achtneming van het bovenstaande wordt het depotbedrag als volgt verrekend. Van het depotbedrag ad € 4.087,– wordt € 625,– aan de consument terugbetaald en € 3.462,– wordt aan de ondernemer betaald. Aldus beslist door de Geschillencommissie Wonen op 24 mei 2012.