
Commissie: Water
Categorie: Betaling
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
59950
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil Het geschil betreft de wijze van facturering van de kosten van geleverd water en de door het bedrijf in rekening gebrachte kosten voor de betaling anders dan via automatische incasso. Standpunt van de klager Het standpunt van de klager luidt in hoofdzaak als volgt. Eind 2008 deelde het bedrijf ons schriftelijk mee dat hij met ingang van 2009 voor het verzenden van zijn kwartaalnota’s en het daaruit voortvloeiende betalingsverkeer € 1,50 exclusief BTW per factuur in rekening zou brengen. Bij brief van 25 januari 2009 hebben wij daartegen geprotesteerd en meegedeeld dat wij die kosten niet zouden betalen. Tevens stelden wij in die brief voor dat het bedrijf ons in plaats van kwartaalnota’s één jaarnota zou zenden in verband met ons zeer geringe waterverbruik. Het bedrijf volhardde in zijn standpunt dat wij administratiekosten moesten betalen voor onze wijze van betaling. Alleen als wij akkoord gingen met automatische incasso zouden die kosten niet verschuldigd zijn. Op ons verzoek ons niet langer voorschotnota’s te zenden en te volstaan met een nota per jaar werd niet ingegaan. Het meningsverschil escaleerde doordat wij de in rekening gebrachte kosten afhielden van het bedrag dat wij voor geleverd water verschuldigd waren en het bedrijf met afsluiting dreigde. Wij hebben om afsluiting te voorkomen onder protest een bedrag van € 92,50 betaald en besloten de commissie in te schakelen. Wij zijn van mening dat het bedrijf geen kosten voor zijn facturen in rekening mag brengen omdat hij ingevolge de wet op de omzetbelasting tot het zenden van facturen verplicht is en de daaraan verbonden kosten dus voor zijn ondernemersrisico zijn. Bovendien staat het in rekening gebrachte bedrag van € 1,50 per betaling in geen enkele verhouding tot de werkelijke kosten van het betalingsverkeer. Met het verzenden van kwartaalnota’s zadelt het bedrijf ons op met extra werk en met kosten van onnodig betalingsverkeer. Het bedrijf gedraagt zich als een monopolist, die eenzijdig en zonder mogelijkheid tot overleg de kosten van een normale bedrijfsvoering op zijn afnemers afwentelt. De klager verlangt een uitspraak van de commissie waarbij het bedrijf wordt verplicht aan de klager slechts een jaarnota voor het waterverbruik te zenden zonder voorschotnota’s en het in rekening brengen van administratiekosten wegens betaling anders dan via automatische incasso achterwege te laten. Tevens verlangt de klager terugbetaling van een bedrag van € 92,50 dat de klager onder protest heeft betaald. Standpunt van het bedrijf Het standpunt van het bedrijf luidt in hoofdzaak als volgt. Aan de betaling anders dan per automatische incasso zijn extra kosten verbonden voor het aanmaken en verzenden van de facturen, de hogere kosten die de banken tegenwoordig in rekening brengen en de kosten van de verwerking van de binnengekomen betalingen, die deels handmatig moet geschieden. Met onze beleidswijziging die inhoudt dat aan afnemers die blijven betalen anders dan via automatische incasso € 1,50 per betaling in rekening wordt gebracht beogen wij twee doelen. In de eerste plaats proberen wij hiermee het betalen per automatische incasso aantrekkelijker te maken. Wij rekenen de extra bank- en administratiekosten deels door aan klanten die de voorkeur geven aan betaling anders dan per automatische incasso. Ten tweede proberen wij de kosten van het betalingsverkeer te drukken door de automatische incasso te stimuleren. De klanten die daaraan bijdragen worden daarvoor indirect beloond. Wij zijn succesvol met dit beleid. Inmiddels is het aantal klanten die per automatische incasso betaalt opgelopen tot meer dan 80% van het totaal. Ons beleid is gesanctioneerd door verschillende uitspraken van de commissie en van de gewone rechter. Voorbeelden daarvan leggen wij over. Wij verwijzen ook naar het antwoord van de minister van economische zaken op Kamervragen over dit onderwerp. De door de klager gewenste eenmalige factuur per jaar is in onze administratie niet uitvoerbaar. Het is niet mogelijk om per jaar of halfjaar te factureren zonder voorschotnota’s. Wij zijn uiteraard wettelijk verplicht een factuur te zenden. Alleen bij een machtiging tot automatische incasso kan worden volstaan met een jaarlijkse periodeafrekening. Het zenden van voorschotnota’s is dan niet nodig. In artikel 15, lid 3 van de toepasselijke Algemene Voorwaarden Drinkwater is bepaald dat het bedrijf bepaalt op welke wijze de nota kan worden voldaan. De keuze is vooralsnog beperkt tot betaling per automatische incasso in 4 kwartaaltermijnen of 10 maandtermijnen en betaling per acceptgiro per kwartaal. Aan deze laatste betalingswijze zijn de administratiekosten verbonden van € 1,50 exclusief BTW per acceptgiro. Binnenkort wordt een derde betalingswijze mogelijk, namelijk per e-factuur. Voor deze betalingswijze zal € 0,50 per betaling in rekening worden gebracht. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. De commissie heeft in een reeks van uitspraken het in rekening brengen van kosten bij betaling anders dan middels automatische incasso goedgekeurd. De belangrijkste motivatie hiervoor is dat voldoende aannemelijk is dat de verwerkingskosten bij betaling anders dan via automatische incasso aanzienlijk hoger liggen dan bij automatische incasso, wat ook geldt als er geen gebruik wordt gemaakt van de acceptgirokaart, maar op andere wijze wordt betaald, bijvoorbeeld via internet. Een bedrag van € 1,50 (te vermeerderen met de BTW) per factuur heeft de commissie redelijk geoordeeld. Als het de ondernemer niet zou zijn toegestaan voor de betaling anders dan via automatische incasso kosten in rekening te brengen, zouden die kosten moeten worden omgeslagen over alle afnemers, dus ook degenen die wel per automatische incasso betalen, wat tot een tariefverhoging zou leiden. Het privaatbelang van de betaler die kiest voor betaling op zijn eigen manier moet wijken voor het collectieve belang van alle betalers tezamen. Het veelgebruikte argument van afnemers dat zij bij betaling via automatische incasso geen overzicht hebben over hun betalingen wijst de commissie van de hand. De incasso is voor de betaler zichtbaar en hij heeft een ruime mogelijkheid een betaling waarmee hij het niet eens is te storneren. De ondernemer heeft ook verwezen naar de Algemene Voorwaarden Drinkwater waarin de bevoegdheid tot het in rekening brengen van kosten bij een door de afnemer gekozen betalingswijze is vastgelegd. De klager heeft de toepasselijkheid van die algemene voorwaarden niet betwist. De commissie acht de betreffende clausule in de algemene voorwaarden niet kennelijk onredelijk. De ondernemer heeft een kopie overgelegd van het antwoord van de Minister van Economische Zaken d.d. 29 maart 2010 op Kamervragen over het in rekening brengen van kosten voor de betaling per acceptgiro. De minister heeft dit acceptabel genoemd, mits het in rekening brengen van deze kosten duidelijk en vooraf aan de consument wordt gecommuniceerd. Dat is hier het geval. Voor het overige verwijst de commissie naar het antwoord van de minister. De ondernemer heeft verklaard dat het zenden van slechts één nota per jaar, zonder voorafgaande voorschotnota’s per kwartaal of per maand, administratief niet mogelijk is. De commissie heeft geen reden daaraan te twijfelen. De door de klager gestelde extra kosten van in de ogen van klager onnodig betalingsverkeer kan zij vermijden door te betalen via automatische incasso, waarbij geen afzonderlijke voorschotnota’s worden verstuurd, wat anders dan de klager kennelijk meent niet in strijd is met de wet. Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing Het door de klager verlangde wordt afgewezen. Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie en Water, op 16 december 2011.