Commissie: Energie
Categorie: Betaling
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
59014
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil Het geschil betreft de door de ondernemer aan de consument in rekening gebrachte administratiekosten voor de betaling van de nota’s van de ondernemer anders dan per automatische incasso. De consument heeft een bedrag van € 48,– bij de commissie gedeponeerd. De consument heeft op 10 maart 2010 de klacht voorgelegd aan de ondernemer. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. Mijn klacht is dat ik het onredelijk bezwarend vind dat ik gedwongen word tot betaling van € 2,– per acceptgiro, als ik niet betaal via automatische incasso. Ik heb geen vertrouwen in betaling per automatische incasso, omdat ik in het verleden al eens het slachtoffer ben geworden van fouten in de administratie van de ondernemer. Dat ik maar liefst € 2,– per betaling extra moet betalen als ik niet kies voor automatische incasso, vind ik daarom des te onrechtvaardiger. Bovendien meen ik op grond van een uitspraak van de kantonrechter te [plaatsnaam] d.d. 23 juli 2009, waarbij een consument in een soortgelijk geschil met de ondernemer in het gelijk werd gesteld, niet gehouden te zijn tot betaling van extra kosten. Daarbij komt dat ik via internet betaal en dus de toegezonden acceptgiro niet gebruik. Ik zie dan ook niet in waarom ik daarvoor zou moeten betalen. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. Het staat ons vrij om de kosten die gemaakt worden voor de administratieve handelingen die gepaard gaan met de betaling per acceptgiro bij de klant in rekening te brengen. Ten dezen wordt verwezen naar recente jurisprudentie van de rechtbank [plaatsnaam] en naar een brief van het ministerie van (voorheen) economische zaken d.d. 29 maart 2010, waarin wordt meegedeeld dat het in rekening brengen van administratiekosten voor acceptgiro redelijk is, mits er alternatieve betalingsbewijzen bestaan. Bij ons bedrijf kunnen klanten betalen middels automatische incasso, middels een E-factuur en middels een acceptgirokaart. Algemeen wordt aanvaard dat dit voldoende betalingswijzen zijn om administratiekosten voor acceptgirokaarten in rekening te mogen brengen. Het feit dat de consument zijn betalingen regelt via internet staat los van het feit dat de factuur wordt verzonden per acceptgirokaart. Slechts bij automatische betaling worden geen kosten in rekening gebracht. Op grond van het voorgaande zijn wij van mening dat de klacht ongegrond moet worden verklaard. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. De commissie heeft in een reeks van uitspraken het in rekening brengen van kosten bij betaling anders dan middels automatische incasso goedgekeurd. De belangrijkste motivatie hiervoor is dat voldoende aannemelijk is dat de verwerkingskosten bij betaling anders dan via automatische incasso aanzienlijk hoger liggen dan bij automatische incasso, wat ook geldt als er geen gebruik wordt gemaakt van de acceptgirokaart, maar betaald wordt via internet. Een bedrag van € 2,– inclusief BTW (overeenkomend met € 1,50 exclusief BTW) per betaling heeft de commissie redelijk geoordeeld. Ter zitting heeft de ondernemer verklaard dat de werkelijke (verwerkings)kosten per betaling hoger liggen. Als het de ondernemer niet zou zijn toegestaan voor de betaling anders dan via automatische incasso kosten in rekening te brengen, zouden die kosten moeten worden omgeslagen over alle afnemers, dus ook degenen die wel per automatische incasso betalen, wat tot een tariefverhoging zou leiden. Het privaatbelang van de betaler die kiest voor betaling op zijn eigen manier moet wijken voor het collectieve belang van alle betalers tezamen. In een van haar uitspraken heeft de commissie nog overwogen dat haar geen nationaal- of internationaalrechtelijke wettelijke regel bekend is die een bedrijf als dat van de ondernemer dwingt tenminste drie betalingsmogelijkheden aan te bieden en dat de commissie in de uitspraak van de kantonrechter te Zaandam geen aanleiding ziet om tot een ander oordeel te komen. De commissie handhaaft dit oordeel. Het argument van de consument dat betaling per automatische incasso voor hem bezwaarlijk is omdat hij in het verleden het slachtoffer is geweest van een administratieve fout van de ondernemer in zijn nadeel wijst de commissie van de hand. De incasso is voor de consument zichtbaar en hij heeft de mogelijkheid een betaling waarmee hij het niet eens is binnen een maand te storneren. De ondernemer heeft blijkens een brief aan de consument d.d. 1 april 2010, waarvan zich een kopie bij de stukken van het geschil bevindt, ook verwezen naar artikel 14 van zijn toepasselijke algemene voorwaarden, welk artikel weer verwijst naar de toepasselijke tarieven- en vergoedingsregeling, volgens welke het in rekening brengen van kosten voor betaling per acceptgiro mogelijk is. De consument heeft de toepasselijkheid van die voorwaarden niet betwist, maar ter zitting laten blijken dat hij de betreffende bepaling kennelijk onredelijk acht, in navolging van een desbetreffend oordeel van de kantonrechter te [plaatsnaam] in de geciteerde uitspraak. Gelet op het voorgaande, in het bijzonder de hierboven weergegeven belangenafweging, volgt de commissie dit oordeel niet. De Minister van Economische Zaken heeft in zijn antwoord d.d. 29 maart 2010 op Kamervragen het in rekening brengen van kosten voor de betaling per acceptgiro acceptabel genoemd, mits het in rekening brengen van deze kosten duidelijk en vooraf aan de consument wordt gecommuniceerd. Niet is gebleken dat dit tegenover de consument niet is geschied en de consument heeft dat ook niet gesteld. Wel heeft hij ter zitting nog aangevoerd dat hij geen gebruik maakt van de hem toegezonden acceptgirokaarten, omdat hij betaalt via internet. De kosten zouden te zijnen opzichte lager zijn, omdat er voor toezending van acceptgirokaarten aan hem geen noodzaak bestaat. De ondernemer heeft echter ter zitting gemotiveerd verklaard dat toezending van acceptgirokaarten standaard plaatsvindt in alle gevallen waarin voor betaling anders dan via automatische incasso wordt gekozen (behoudens betaling middels een e-factuur, waaraan overigens ook kosten zijn verbonden, zij het tot een lager bedrag) en dat een afwijking daarvan in individuele gevallen nog meer kosten met zich zal meebrengen. Derhalve passeert de commissie dit argument. Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing Het door de consument verlangde wordt afgewezen. Met in achtneming van het bovenstaande wordt het depotbedrag als volgt verrekend. De consument heeft € 48,– in depot gestort. Uit de stukken van het geschil (o.a. een brief van de ondernemer aan de consument d.d. 23 juni 2011) valt echter af te leiden dat er slechts € 24,– aan administratiekosten openstaat. Aan de consument wordt derhalve € 24,– geretourneerd. Het restant ad € 24,– wordt aan de ondernemer overgemaakt. Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie en Water, op 11 oktober 2011.