Kosten voor onderzoek naar vererving in dit geval voor cliënt als verkopende partij

  • Home >>
  • Notariaat >>
De Geschillencommissie




Commissie: Notariaat    Categorie: Declaratie / Kwaliteit dienstverlening    Jaartal: 2020
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: Ongegrond   Referentiecode: 20344/28324

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over

De cliënt vindt dat de notaris bij de overdracht van een woning onterecht kosten voor een onderzoek naar vererving in rekening heeft gebracht. Volgens de cliënt is er al een verklaring van erfrecht en is een onderzoek onnodig. Hij vindt dat de kosten hiervan voor rekening van de koper zijn. Volgens de notaris moet er vastgesteld worden of de woning volledig eigendom was van de erflaatster. De cliënt moet namelijk kunnen aantonen volgens welke titel de erflaatster de woning in eigendom heeft verkregen. De notaris is verplicht om onderzoek te verrichten naar de beschikkingsbevoegdheid van de verkoper van een woning. De kosten hiervan vallen meestal onder de kosten koper, tenzij er sprake is van extra werkzaamheden. Het uitgevoerde onderzoek zijn volgens de commissie extra werkzaamheden die in dit geval niet ten laste van de koper kunnen worden gebracht en dus voor rekening voor de cliënt als verkoper komt.

Volledige uitspraak

Onderwerp van het geschil
De cliënt heeft de klacht voorgelegd aan de notaris.

Het geschil betreft de declaratie van de notaris.

Standpunt van de cliënt
Voor het standpunt van de cliënt verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern en voor de beoordeling van de zaak relevant komt het standpunt op het volgende neer.

Bij de overdracht van de woning op 13 december 2019 heeft de notaris de cliënt ten onrechte de volgende twee posten in rekening gebracht, een tarief overbruggingskrediet en een tarief onderzoek en vererving. De eerste post is na herhaald aandringen van de rekening geschrapt. Thans resteert enkel nog het in rekening gebrachte tarief vererving. Het betreft een bedrag van € 100,– exclusief BTW.

De cliënt heeft de rekening onder protest betaald. De cliënt stelt dat de notaris deze post niet aan hem in rekening had mogen brengen. Er is een verklaring van erfrecht en dus heeft een dergelijk onderzoek al plaatsgevonden. In het geval de notaris een dergelijk onderzoek doet dienen de kosten niet in rekening te worden gebracht bij de verkopende partij. De cliënt verwijst voorts naar hetgeen hij heeft gehoord van ‘een andere notaris’ en naar de uitspraak van deze commissie van 28 augustus 2019 en opgenomen in het notariaat magazine van 10 december 2019.

De cliënt verzoekt de commissie om in redelijkheid en billijkheid een vergoeding vast te stellen. De notaris heeft niet juist gehandeld en als gevolg daarvan dient het bedrag van € 121,– (inclusief BTW) terug te worden betaald.

Standpunt van de notaris
Voor het standpunt van de notaris verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De woning in kwestie behoorde tot de nalatenschap van [naam erflaatster]. In haar nalatenschap is een verklaring van erfrecht beschikbaar. Anders dan de cliënt stelt is daarmee niet al sluitend vastgesteld wie de rechthebbenden zijn tot de woning. Erflaatster was ten tijde van de verkrijging van de woning gehuwd met [naam erflater]. In zijn nalatenschap is geen verklaring van erfrecht beschikbaar gesteld. Daarom diende de notaris onderzoek te doen naar de rechthebbenden van erflater. Dit verervingsonderzoek heeft opgeleverd dat erflater en erflaatster in gemeenschap van goederen waren getrouwd en dat erflater geen afstammelingen heeft achtergelaten. Door zijn overlijden behoorde tot zijn nalatenschap de onverdeelde helft van de woning. In dat verband was verervingsonderzoek in de nalatenschap van erflater imperatief. Vastgesteld moest immers worden of de woning wel volledig eigendom was van erflaatster.

De kosten voor dit verervingsonderzoek zijn naar redelijkheid en billijkheid in rekening gebracht aan de cliënt. De cliënt moet immers kunnen aantonen krachtens welke titel(s) de woning in eigendom is opgekomen aan erflaatster.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.

De commissie beslist naar redelijkheid en billijkheid met inachtneming van de tussen partijen gesloten overeenkomst, waarbij zij als maatstaf voor het handelen van de notaris hanteert dat deze heeft gehandeld zoals verwacht mag worden van een redelijk bekwame en redelijk handelend notaris.

Kern van het geschil betreft de vraag of de notaris aan de cliënt, zijnde de verkoper, kosten in rekening had mogen brengen voor verervingsonderzoek.

Uit de overgelegde nota van afrekening blijkt dat de notaris aan cliënt € 121,– (inclusief BTW) in rekening heeft gebracht, zijnde ‘tarief onderzoek en vererving’.

De notaris is ingevolge zijn ambt verplicht, alvorens tot het passeren van de akte van levering van een onroerend goed over te gaan, onderzoek te verrichten naar de beschikkingsbevoegdheid van de verkoper. De kosten voor recherche naar de beschikkingsbevoegdheid van de verkoper vallen in principe onder de clausule kosten koper, tenzij sprake is van extra werkzaamheden, die in redelijkheid niet ten laste van de koper kunnen worden gebracht.

Als onweersproken stelt de commissie vast dat de betreffende woning ten tijde van de onderhavige levering in het kadaster op naam van twee personen stond, die inmiddels waren overleden.

In de nalatenschap van de eerst overleden persoon was geen verklaring van erfrecht beschikbaar.

In de nalatenschap van de laatst overleden persoon, hierna erflaatster, was wel een verklaring van erfrecht beschikbaar via de cliënt doch bood geen uitsluitsel wie de erfgenamen waren van de eerst overleden persoon nu de daarbij betrokken notaris daar geen daartoe strekkende en sluitende opgave had gedaan.

Daarop heeft de notaris onderzoek verricht teneinde vast te kunnen stellen krachtens welke titel(s) de woning is opgekomen aan erflaatster. Het is immers de verkoper die dit moet aantonen.

Het in het onderhavige geval uitgevoerde onderzoek, zoals weergegeven door de notaris in zijn verweerschrift, zijn naar het oordeel van de commissie extra vereiste werkzaamheden van de notaris die in dit geval in redelijkheid niet ten laste van de koper kunnen worden gebracht doch gedragen moeten worden door de cliënt als verkoper.

Gelet op het voorgaande heeft de notaris naar het oordeel van de commissie dan ook gehandeld zoals verwacht mag worden van een redelijk bekwame en redelijk handelende notaris.

De commissie acht de klacht van de cliënt derhalve ongegrond en zal het door hem verzochte afwijzen nu van schade door toedoen van de notaris niet is gebleken.

Hetgeen partijen voorts nog naar voren hebben gebracht behoeft geen bespreking nu dit niet tot een ander oordeel kan leiden.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
Verklaart de klacht ongegrond en wijst het door de cliënt verlangde af.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Notariaat, bestaande uit de heer mr. N. Schaar, voorzitter, de heer mr. R.J. Holtman, de heer H.W. Zuur, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. B.J. van Gent, secretaris, op 24 juli 2020.