
Commissie: Private Lease
Categorie: Overeenkomst
Jaartal: 2023
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: gegrond
Referentiecode:
193299/198838
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
Dit geschil vloeit voort uit een private leaseovereenkomst tussen consument en aanbieder. De overeenkomst is echter niet uitgevoerd. Consument vindt dat de levering te lang duurt en er geen duidelijke reden is waarom dit zo is. Consument heeft inmiddels een auto gekocht, omdat het zo lang duurde. Ondernemer geeft aan dat zo’n lange wachttijd niet te voorzien was. De commissie oordeelt er geen redelijke leveringstermijn is geweest. De klacht van consument wordt gegrond verklaard.
De uitspraak
Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Private Lease (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.
De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.
De behandeling van het geschil heeft op een (digitale) zitting van 23 maart 2023 te Den Haag plaatsgevonden.
Partijen zijn tijdig en naar behoren voor de zitting opgeroepen.
Partijen hebben ter zitting hun standpunt nader toegelicht.
De ondernemer werd ter zitting vertegenwoordigd door de heer [naam].
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 18 maart 2022 tussen partijen gesloten privé leaseovereenkomst waarbij de ondernemer een [naam auto], voor de duur van 48 maanden aan de consument ter beschikking zal stellen, waartegenover de consument gehouden is maandelijks een bedrag van € 368,81 aan de ondernemer te voldoen.
De overeenkomst is niet uitgevoerd.
De consument heeft de klacht op 30 oktober 2022 voorgelegd aan de ondernemer.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
Voorafgaand aan het aangaan van de leaseovereenkomst was met de leverende dealer gesproken over de geschatte leveringstijd van de auto. Men gaf aan dat die ongeveer acht weken zou bedragen.
Meer dan 33 weken later is er nog steeds geen zicht op de levering van de auto, die de consument nodig heeft voor zijn mobiliteit. Op het contract met de ondernemer staat dat de levering in overleg met de dealer plaatsvindt. Dat zijn de door de dealer genoemde weken.
De dealer verwees de consument naar de ondernemer, maar de ondernemer kon geen oplossing bieden. Een voorloopauto was niet beschikbaar. Bij brief van 30 oktober 2022 heeft de consument de ondernemer nog een laatste kans gegeven om zich aan de afspraken te houden. Hieraan heeft de ondernemer niet voldaan.
De redelijke levertijd is overschreden. Onder verwijzing naar artikel F.5 alinea 3 van de algemene voorwaarden heeft de consument de leaseovereenkomst per 14 november 2022 ontbonden.
Ter zitting heeft de consument voor zover van belang nog het volgende aangevoerd.
De aflevering heeft veel te lang geduurd. De ondernemer heeft het over een chiptekort. Daarvan was volgens de dealer geen sprake. De levertijd zou acht à tien weken bedragen. Het is onduidelijk gebleven waarom het zo lang duurt. De consument had de auto nodig om in de winter naar zijn werk te komen. Aanvankelijk was geen voorloopauto beschikbaar, later wel een auto met een benzinemotor. Dat was geen alternatief, omdat de consument zijn eigen stroom opwekt. Om in zijn vervoerbehoefte te voorzien, heeft de consument inmiddels een benzineauto gekocht. Wel met een benzinemotor, omdat hij een elektrische auto niet kan bekostigen. De auto is in oktober 2022 gekocht, nadat bleek dat geen voorloopauto beschikbaar was.
De consument blijft bij de verlangde ontbinding.
Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
De ondernemer heeft alle begrip voor de onvrede van de consument. Het gaat echter om een situatie waarop de ondernemer geen invloed heeft. Het grootste euvel is het wereldwijde tekort aan chips.
De ondernemer kan niet instemmen met de buitengerechtelijke ontbinding van de overeenkomst. De auto is op verzoek van de consument besteld en aan de annulering zijn kosten verbonden. Volgens de betrokken dealer is getracht om een zogenaamde voorloopauto aan te bieden. Ook de ondernemer heeft een vervangende auto aangeboden, echter geen elektrische.
De ondernemer is zich ervan bewust dat van een redelijke leveringstermijn nauwelijks sprake meer is. Echter, gezien de huidige omstandigheden en het standpunt van het Keurmerk over verlate levering, doet de ondernemer een uiterst beroep op begrip aan de zijde van de consument.
De auto is begin maart 2023 geleverd aan de dealer en kan door de consument in ontvangst worden genomen. De consument heeft echter aangegeven de zitting en de uitspraak van de commissie te willen afwachten.
Ter zitting heeft de ondernemer voor zover van belang nog het volgende aangevoerd.
Het heeft te lang geduurd. Niemand had dit voorzien en niemand kan er iets aan doen. De ondernemer kon alleen maar afwachten. Aanvankelijk was geen voorloopauto beschikbaar. Als de consument niet afneemt wordt 50% van de waarde van de auto in rekening gebracht.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
In het onderhavige geschil klaagt de consument over de te lange levertijd van de bestelde auto en verlangt hij dat de leaseovereenkomst op die grond wordt ontbonden.
De ondernemer erkent dat de levering te lang op zich heeft laten wachten, maar beroept zich op de omstandigheden die dat hebben veroorzaakt, waarop hij geen invloed kan uitoefenen.
Niet dan wel onvoldoende betwist, staat aldus vast dat van een redelijke leveringstermijn geen sprake is. Dit roept vervolgens de vraag op of de consument in de gegeven omstandigheden het recht toekomt om de leaseovereenkomst te ontbinden, dan wel dat het in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat de consument een beroep doet op zijn bevoegdheid om de overeenkomst te ontbinden.
De commissie volgt het standpunt van de consument en zal de leaseovereenkomst ontbinden, daartoe is naast het feit dat de levering te lang op zich heeft laten wachten, ook van belang dat de ondernemer naar het oordeel van de commissie niet erg proactief is opgetreden en niet aanstonds een voorloopauto heeft aangeboden en weinig tot geen contact met de leverende dealer over de gang van zaken en een mogelijke oplossing heeft gehad, althans daarvan is de commissie niet gebleken.
Voorts is het in de gegeven omstandigheden voorstelbaar en niet onredelijk dat de consument na verloop van tijd zelf in zijn vervoersbehoefte is gaan voorzien en ook om die reden de leaseovereenkomst wil ontbinden.
Nu aan de leaseovereenkomst geen uitvoering is gegeven, ontstaan als gevolg van de ontbinding daarvan geen wederzijdse ongedaanmakingsverplichtingen en zijn beide partijen bevrijdt van de uit de leaseovereenkomst voortvloeiende wederzijdse verplichtingen.
Op grond van het bovenstaande is de klacht van de consument gegrond.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De leaseovereenkomst tussen partijen van 18 maart 2022 wordt ontbonden verklaard.
Bovendien is de ondernemer gehouden het door de consument betaalde klachtengeld van € 127,50 aan de consument te vergoeden.
Overeenkomstig het reglement van de commissie zal aan de ondernemer een bijdrage in de behandelingskosten in rekening worden gebracht.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Private Lease, bestaande uit de heer mr. F.C. Schirmeister, voorzitter, mr. M.T. Buiting en drs. C.J. Bal, leden, op 23 maart 2023.