Commissie: Elektro
Categorie: (non)conformiteit
Jaartal: 2023
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: gegrond
Referentiecode:
198196/201738
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
De consument heeft een Macbook Pro gekocht bij de ondernemer. Tweeëndertig maanden na levering van het apparaat bleek dat het moederboard kapot was. Volgens de consument is de economische levensduur van het apparaat zestig maanden, daarom beroept hij zich op non-conformiteit. De consument verlangt kosteloos herstel dan wel vervanging van de laptop voor een nieuw exemplaar. De ondernemer is van mening dat het redelijk is als de consument, gelet op de leeftijd van het apparaat, een deel van de reparatiekosten betaalt. De consument kan ook kiezen voor ontbinding en gedeeltelijke terugbetaling van de koopprijs. De commissie stelt vast dat de te verwachten levensduur van een laptop van deze klasse tenminste drie jaar betreft. Het gebrek is ontstaan binnen 3 jaar na aankoop van de laptop. Daarmee staat vast dat het apparaat niet beantwoordt aan de overeenkomst. Uitgangspunt van de Europese consumentenrichtlijn is dat bij non-conformiteit door een ondernemer aan een consument geen kosten in rekening gebracht mogen worden voor het alsnog nakomen. De klacht is gegrond en de ondernemer moet zorg dragen voor kosteloos herstel of vervanging.
De uitspraak
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 9 februari 2020 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een MacBook Pro tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 2.688,98.
De levering vond plaats op of omstreeks 9 februari 2020.
Het geschil betreft de vraag of het geleverde apparaat voldoet aan de eisen, die eraan gesteld mogen worden en wat het gevolg is als dat niet het geval is.
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
Tweeëndertig maanden na levering van het apparaat bleek dat het moederboard kapot was.
Volgens de consument is de economische levensduur van het apparaat zestig maanden, daarom beroept hij zich op non-conformiteit.
De consument is het niet eens met de door de ondernemer aangedragen oplossing, ontbinding met uitkering van de restwaarde van de laptop, door de ondernemer bepaald op € 1.254,86, dan wel een van de consument gevraagde bijdrage van 53% in de reparatiekosten.
De consument verlangt kosteloos herstel binnen een redelijke termijn, dan wel vervanging van de laptop voor een nieuw exemplaar, identiek aan de door consument gekochte Macbook Pro “16 inch.
Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
De ondernemer is van mening dat het redelijk is als de consument, gelet op de leeftijd van het apparaat, een deel van de reparatiekosten betaalt. De consument kan ook kiezen voor ontbinding en gedeeltelijke terugbetaling van de koopprijs. Er is geen reden voor kosteloos herstel.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
De klacht van de consument betreft een defect moederbord van de laptop van de consument.
Het moederbord is een essentieel onderdeel van de laptop.
Tussen partijen staat niet ter discussie dat het moederbord defect is en in principe vervangen zou moeten worden. Het gaat erom of van de consument een bijdrage in de reparatiekosten gevraagd mag worden en zo ja, tot welk bedrag.
De commissie is op de hoogte met de oorspronkelijk door Uneto-VNI ontwikkelde lijst van de te verwachten gebruiksduur van apparaten. De commissie onderschrijft deze tabel in het algemeen. Op grond van de betreffende tabel is de te verwachten levensduur van een laptop in de prijsklasse waarover het hier gaat (tenminste) drie jaar. De consument heeft de laptop in februari 2020 geleverd gekregen, het gebrek manifesteerde zich in oktober 2022, derhalve minder dan drie jaar na levering van de laptop. De productiefout heeft zich derhalve binnen de door de consument te verwachten levensduur gemanifesteerd. Daarmee staat vast dat het apparaat niet beantwoordt aan de overeenkomst, het apparaat bezit niet de eigenschappen die de consument op grond van de overeenkomst mocht verwachten, die voor een normaal gebruik daarvan nodig zijn en waarvan zij de aanwezigheid niet behoefde te betwijfelen.
Uitgangspunt van de Europese consumentenrichtlijn is dat bij non-conformiteit door een ondernemer aan een consument geen kosten in rekening gebracht mogen worden voor het alsnog nakomen. (Zie hierover bijvoorbeeld Prof. Dr. M.B.M. Loos, Monografieen BW B65b, Consumentenkoop vierde druk 2019, pg 85 en 86). Dit uitgangspunt is door het Hof van Justitie EU bevestigd in het zogeheten Quelle-arrest, waarin het hof overweegt (overwegingen 33 en 34):
Zowel uit de tekst als uit de relevante voorstukken van de richtlijn blijkt dus dat voor de gemeenschapswetgever de kosteloosheid van het in overeenstemming brengen van het goed door de verkoper een wezenlijk element van de door deze richtlijn aan de consument verleende bescherming is. Deze op de verkoper rustende verplichting om het goed kosteloos in overeenstemming te brengen, hetzij in de vorm van herstel hetzij in de vorm van vervanging van het niet-conforme goed, beoogt de consument te beschermen tegen het risico van financiële lasten, dat, zoals de advocaat-generaal in punt 49 van haar conclusie heeft opgemerkt, hem zonder die bescherming ervan zou kunnen weerhouden zijn rechten geldend te maken. Op grond van deze door de gemeenschapswetgever gewilde kosteloosheid moet worden uitgesloten dat de verkoper financiële aanspraken geldend maakt in het kader van de nakoming van zijn verplichting om het goed waarop de overeenkomst betrekking heeft, in overeenstemming te brengen.
En verder (overweging 41):
Ingeval de verkoper een niet-conform goed levert, voert hij de verbintenis die hij bij de verkoopovereenkomst is aangegaan, niet correct uit en moet hij dus opkomen voor de gevolgen van de slechte uitvoering van die verbintenis. Dat de consument, die de verkoopprijs heeft betaald en zijn contractuele verbintenis dus correct heeft uitgevoerd, een nieuw goed ontvangt ter vervanging van het niet-conforme goed, levert geen ongerechtvaardigde verrijking op. Hij ontvangt slechts met vertraging een goed dat in overeenstemming is met de bepalingen van de overeenkomst, een goed dat hij van meet af aan had moeten ontvangen.
De wettelijke bepalingen die betrekking hebben op non-conformiteit zijn voor consumentenkoopovereenkomsten van dwingend recht. Dat betekent dat contractspartijen daar niet van kunnen afwijken en dat ook de gedragscode van een branchevereniging de wettelijke regels niet opzij kan zetten. De consument heeft een product geleverd gekregen dat niet voldoet aan de er aan te stellen eisen. De consument zou voor het verstrijken van de verwachte economische levensduur kosten moeten maken om een productiefout te laten herstellen. Dat zou in strijd zijn met de geldende bepalingen in het consumentenrecht.
Als sprake is van non-conformiteit mag van een ondernemer dus verlangd worden dat het apparaat kosteloos wordt hersteld of vervangen. Dat zou op grond van het bepaalde in artikel 7:21 lid 4 van het Burgerlijk Wetboek slechts anders zijn indien herstel of vervanging onmogelijk is of van de verkoper niet gevergd kan worden.
Daarvan is volgens de commissie in dit geval echter geen sprake. Er is immers geen sprake van disproportionaliteit als de kosten van de reparatie worden bezien in relatie tot de waarde van het apparaat als het geen gebrek zou hebben.
Daarom dient de ondernemer, overeenkomstig hetgeen de consument heeft gevraagd, het apparaat naar keuze voor de ondernemer kosteloos te herstellen, of te vervangen door een nieuw identiek exemplaar.
De ontwikkelingen van hard- en software gaan snel. Daarom staat het partijen vrij om in afwijking van deze uitspraak samen af te spreken dat een moderner apparaat geleverd wordt, eventueel tegen een tussen partijen overeen te komen bijbetaling. Omdat dat een nieuwe overeenkomst tussen partijen zou zijn, valt dat echter helemaal buiten de reikwijdte van de commissie, dat is geheel een zaak van partijen.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De ondernemer voert de volgende werkzaamheden uit:
De ondernemer heeft de keuze tussen reparatie van het apparaat of vervanging van het apparaat door een nieuw identiek apparaat.
De ondernemer bepaalt zijn keuze binnen twee weken na de verzenddatum van dit bindend advies en handelt overeenkomstig die keuze binnen vier weken nadien.
De ondernemer brengt de consument ter zake geen kosten in rekening.
Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 112,51 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.
Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie behandelingskosten verschuldigd.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Elektro, bestaande uit mr. F.H.C.M. van Schaijk, voorzitter, R.A. Timmer en mr. E.J.P.J.M. Kneepkens, leden, op 22 mei 2023.