LCD- televisie na ruim een jaar total loss: terecht ontbinding ingeroepen.

  • Home >>
  • Elektro >>
De Geschillencommissie
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Elektro    Categorie: Ontbinding    Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 37724

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil vloeit voort uit een op 22 mei 2008 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst, waarbij de ondernemer zich heeft verplicht tot het leveren van [een LCD televisie], tegen een daarvoor door de consument te betalen prijs van € 1.194,45. De levering heeft op 22 mei 2008 plaatsgevonden.   De consument heeft op 29 augustus 2008 (voor de eerste maal) telefonisch de klacht voorgelegd aan de ondernemer.   Standpunt van de consument   Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.   De door mij bij de ondernemer aangeschafte televisie is in een tijdsbestek van ruim één jaar viermaal defect geraakt met steeds dezelfde klachten, te weten dat het beeld uitviel, doch het geluid aanbleef. Na de vierde keer heeft de fabrikant de televisie total loss verklaard. Het feit dat de klachten zich reeds binnen zes maanden na aankoop van de televisie openbaarden brengt mee dat de televisie van meet af aan ondeugdelijk was zodat ik tot ontbinding van de overeenkomst kan overgaan en aanspraak kan maken op het volledige aankoopbedrag. De ondernemer bevestigt de overeenkomst met mij te willen ontbinden, doch is slechts bereid de door hem becijferde restwaarde van de televisie, ten bedrage van € 640,68 aan mij terug te betalen. Daar ga ik niet mee akkoord.   Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.   De televisie is voor de eerste keer gerepareerd op 29 augustus 2008. Hoewel de klachten er toen al enige tijd waren is hij pas toen gerepareerd. De klachten zijn steeds geweest dat het beeld uitviel en het geluid aanbleef. Na die eerste reparatie deed de televisie het wel een stuk beter, maar was het volgens mij zo dat reeds voor het einde van het jaar 2008 dezelfde klachten zich weer voordeden. Doordat ik het nogal druk had met mijn werk en bovendien de ondernemer eerst eiste dat ik € 75,– voorrijdkosten zou betalen, hetgeen ik weigerde, heeft het enige tijd geduurd voordat de televisie voor de tweede keer is gerepareerd en dat is geweest op 18 maart 2009. Kort daarna deden dezelfde klachten zich weer voor zodat de televisie toen voor de derde keer is gerepareerd op 8 mei 2009. In die periode heb ik ook regelmatig contact gehad met de servicedienst van de fabrikant die mij meedeelde dat alles bij de televisie was nagekeken en dat als het nog een keer zou gebeuren de televisie total loss zou worden verklaard. Vervolgens is de televisie in juni 2009 weer defect geraakt met dezelfde klachten en toen is die ook total loss verklaard. Ik voel mij slecht geholpen door de ondernemer die mij nauwelijks service heeft verleend. De televisie heeft nooit gedeugd en ik wil dan ook mijn geld terug. Ik denk dat ik al met al zo’n drie maanden plezier heb gehad van de televisie.   De consument verlangt ontbinding van de overeenkomst en terugbetaling van het aankoopbedrag.   Standpunt van de ondernemer   De ondernemer heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid zijn standpunt (schriftelijk dan wel mondeling) aan de commissie kenbaar te maken. Uit de correspondentie tussen partijen valt op te maken dat de ondernemer zich op het standpunt heeft gesteld dat de overeenkomst kan worden ontbonden, doch dat de ondernemer de restwaarde van de televisie becijfert op € 640,68, welk bedrag de ondernemer alsdan aan de consument wenst te restitueren. Die restwaarde is door de ondernemer berekend op basis van de leeftijd en de economische levensduur van de televisie, alsmede de prijserosie die heeft plaatsgevonden in de LCD-TV markt. Bij e-mail van 26 april 2010 heeft de ondernemer nog aangeboden om een bedrag van € 749,– aan de consument te betalen, hetgeen de prijs was van een televisie met vergelijkbare specificaties als die van de consument.   Deskundigenrapport   De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport, voor zover thans van belang, het volgende vastgesteld.   Na drie keer hersteld te zijn voor dezelfde klacht is door het reparatiebedrijf van de ondernemer het toestel onherstelbaar gebleken (total loss).   Dit geschil betreft geen technisch, maar een juridisch/financieel geschil.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   Duidelijk is dat het door de ondernemer geleverde apparaat gebrekkig is (en thans total loss) zodat het niet beantwoordt aan de tussen partijen gesloten overeenkomst, te weten dat het een goed en (duurzaam) deugdelijk functionerend apparaat betreft. Nu het apparaat ook meerdere malen ter reparatie aan de ondernemer is aangeboden en de ondernemer niet in staat is geweest om het apparaat deugdelijk te (laten) repareren en het apparaat ruim een jaar na de aankoop total loss is verklaard, heeft de consument terecht de ontbinding van de overeenkomst ingeroepen, hetgeen overigens door de ondernemer is bevestigd. De commissie acht het derhalve redelijk dat de consument een bedrag zal terugkrijgen gerelateerd aan de oorspronkelijke koopsom, doch met een reductie als vergoeding voor het (kortstondige) gebruik dat de consument van het apparaat heeft gemaakt en met inachtneming van de huidige marktprijzen voor vergelijkbare televisietoestellen. De commissie stelt de hoogte van het bedrag, rekening houdend met alle haar gebleken omstandigheden, waaronder de oorspronkelijke koopsom, het gebruik dat de consument van het apparaat heeft gemaakt en de sedert 2008 voor televisietoestellen als de onderhavige opgetreden prijsverlagingen naar redelijkheid en billijkheid vast op € 1.000,–. Dat bedrag dient de ondernemer aan de consument te restitueren/betalen.   Op grond van het voorgaande is de commissie dan ook van oordeel dat de klacht gegrond is.   Derhalve wordt als volgt beslist.   Beslissing   De overeenkomst van 22 mei 2008 wordt ontbonden verklaard. De ondernemer betaalt en restitueert aan de consument een bedrag van € 1.000,–. Het televisietoestel (voor zover dat al niet vernietigd is) wordt eigendom van de ondernemer. De betaling dient plaats te vinden binnen één maand na de verzenddatum van dit bindend advies. Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de ondernemer bovendien de wettelijke rente over dat bedrag vanaf de verzenddatum van dit bindend advies.   Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 75,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.   Het door de consument meer of anders verlangde wordt afgewezen.   Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 75,–.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Elektro op 26 augustus 2010.