Lekkage bij de koppeling van de watermeter; ondernemer erkent onduidelijke communicatie en is bereid om lekkage voor zijn rekening te nemen.

  • Home >>
  • Water >>
De Geschillencommissie




Commissie: Water    Categorie: Ondeugdelijke levering    Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 75745

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil betreft de door de ondernemer op de afrekening van 29 januari 2013 in rekening gebrachte bedragen voor het verbruik van water.   De  consument heeft op 28 februari 2013 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.   Standpunt van de consument   Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.   De ondernemer heeft een nota gestuurd met een in rekening gebracht verbruik van 1.474m3 over de periode van 23 mei 2009 tot 7 december 2012.   Het in rekening gebrachte verbruik is veel hoger dan het gemiddelde verbruik van een gezin als dat van de consument. Het gemiddeld verbruik bedraagt 250m3 op jaarbasis.   De consument heeft steeds alle aan hem gezonden facturen van de ondernemer betaald. In de periode waarop de factuur betrekking heeft, heeft de consument geen facturen van de ondernemer ontvangen. Hij kan zich niet herinneren dat er in maart 2012 vanwege de ondernemer iemand een huisbezoek bij hem heeft afgelegd.   Er is sprake geweest van een lekkage.   De consument is bereid akkoord te gaan met het voorstel om het verbruik te stellen op 201m3 per jaar. Hij is het niet eens met de periode waarop de naheffing betrekking heeft. De omstandigheid dat er bij de overdracht van de facturatie van [naam vorige energieleverancier] naar de ondernemer fouten zijn gemaakt behoort niet volledig op de consument te worden afgewenteld. Het is de consument ontgaan dat er op een gegeven moment geen water meer door [naam vorige energieleverancier] in rekening werd gebracht.   De consument doet een beroep op de Vink-methode.   Standpunt van de ondernemer   Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.   Vanaf augustus 2008 is de ondernemer zelf de facturatie gaan doen, daarvoor deed [naam vorige energieleverancier] dit namens de ondernemer. De ondernemer heeft al haar klanten een bericht hierover gestuurd. De consument heeft tot 28 maart 2008 betaald voor het aan hem geleverde drinkwater. De consument is door [naam vorige energieleverancier] niet aan de ondernemer overgedragen en heeft aldus geen facturen meer ontvangen.   Bij de consument is geen nieuwe meter geplaatst.   Omdat verbruikers zich niet altijd bij de ondernemer melden, heeft in maart 2012 een controle plaatsgevonden waarbij is geconstateerd dat er op het verbruiksadres sprake was van bewoning door de consument. Hierna werden facturen aan de consument gezonden, welke door hem zijn voldaan.   Op de perioderekening is het waterverbruik vanaf 2008 uitgaande van een beginstand van 1977m3 in rekening gebracht. De op deze afrekening vermelde datum van 23 mei 2009 is onjuist. De gehanteerde meterstand was wel juist. De ondernemer erkent dat de door haar in rekening gebrachte bedragen in onvoldoende mate zijn toegelicht. De facturen waren niet duidelijk genoeg.   Begin 2013 is een lekkage geconstateerd bij de koppeling van de watermeter. Het hierdoor verloren drinkwater komt voor rekening van de ondernemer. Het is echter onduidelijk hoe lang de lekkage heeft bestaan. Het gemeten verbruik is 1591m3 in 5 jaar.   De ondernemer is bereid om gelet op de onduidelijke communicatie en de lekkage om uit te gaan van een gemiddeld verbruik van 201m3 per jaar vanaf maart 2008 tot aan het herstel van de lekkage in mei 2013. Dit betekent dat aan de consument een verbruik in rekening wordt gebracht van 1005m3. Dit komt neer op een bedrag van € 955,76. Er is reeds betaald een bedrag van € 799,90 zodat nog een te betalen bedrag van € 155,86 resteert.   Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.   De Vink-jurisprudentie van de commissie is niet van toepassing aangezien het hier niet gaat om het niet tijdig opnemen van meterstanden. Het is niet duidelijk geworden hoe het is gekomen dat de consument niet in de administratie van de ondernemer is opgenomen in 2008. De ondernemer kreeg een leegmelding van het betreffende adres. Mogelijk heeft de consument zich afgemeld bij [naam vorige energieleverancier].   De ondernemer blijft bij het gedane voorstel dat gelet op het gehanteerde jaarverbruik overeenkomstig de wens van de consument is.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   In het onderhavige geschil klaagt de consument over de naheffing van de ondernemer over de periode vanaf maart 2008 tot maart 2012. Het betreft een periode waarin door de ondernemer geen waterverbruik bij de consument in rekening is gebracht.   De ondernemer erkent dat de door hem gegeven uitleg over deze naheffing te wensen overliet en is gelet hierop en gelet op de lekkage welke voor zijn rekening komt bereid om uit te gaan van een gemiddeld jaarverbruik van 201m3 zoals door de consument is verzocht.   De commissie acht geen gronden aanwezig om de periode van de naheffing te beperken. Van een situatie waarop de Vink-jurisprudentie van de commissie van toepassing is, is geen sprake.   De commissie is van mening dat het voorstel van de ondernemer dat is gedaan na het indienen van de klacht door de consument bij de commissie in alle opzichten redelijk is en is van mening dat dit voorstel door de consument dient te worden gevolgd.   Nu het voorstel van de ondernemer eerst is gedaan na het indienen van de klacht bij de commissie, is de klacht van de consument gegrond.   Niettemin zal de commissie overeenkomstig het bepaalde in artikel 17 lid 2 van haar Reglement de betalingsverplichting van de consument vaststellen op een bedrag van € 155,86.   Derhalve wordt beslist als volgt.   Beslissing   De commissie verklaart voor recht dat de klacht van de consument gegrond is.   De consument dient ter zake een bedrag van € 155,86 aan de ondernemer te voldoen. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies.   De commissie wijst het meer of anders verlangde af.   Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 25,42 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.   Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 25,–.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Water op 10 juli 2013.