Lekkage leiding binnenstallatie is verantwoordelijkheid van consument. Geen lekvergoeding.

  • Home >>
  • Water >>
De Geschillencommissie




Commissie: Water    Categorie: Installatie    Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 36740

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil   Het geschil betreft een ondergrondse, onzichtbare lekkage.   De consument heeft op 27 juli 2009 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.   Standpunt van de consument   Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.   Er is ruim 2.500 m3 water weggelekt op een ondergrondse, onzichtbare plaats. In verband hiermee heb ik een aanvraag ingediend voor een lekvergoeding. Deze aanvraag is echter afgewezen.   De consument verlangt dat zij alsnog in aanmerking komt voor een lekvergoeding.   Standpunt van de ondernemer   Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.   De lekkage bij de consument is ontstaan doordat de leiding in de binneninstallatie is bevroren en hierdoor gescheurd is. In dergelijke gevallen wordt door ons een verzoek tot toepassing van de coulanceregeling altijd afgewezen. Leidingen dienen dusdanig te worden aangelegd dat zij bestand zijn tegen vorst, dan wel dat deze afgesloten kunnen worden (bijvoorbeeld bij een buitenkraan), zodat zij niet kunnen bevriezen. Doordat de leiding toch is bevroren en hierdoor is gescheurd, kan niet anders worden geconcludeerd dan dat bij de aanleg van deze leiding geen rekening is gehouden met mogelijk lagere temperaturen en de noodzaak de leiding hiertegen te beschermen. Deze tekortkoming in de zorgplicht valt aan de consument toe te rekenen.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft als volgt overwogen.   Vaststaat dat de betreffende (tileen) waterleiding is gescheurd als gevolg van bevriezing in de winterperiode. Tevens staat vast dat het gaat om een leiding van de binneninstallatie, waarvoor de consument zelf verantwoordelijk is. Los van het antwoord op de vraag wat de oorzaak van de bevriezing is geweest, is de commissie dan ook van oordeel dat de ondernemer op goede gronden heeft besloten tot afwijzing van het verzoek van de consument om in aanmerking te komen voor een lekvergoeding.   Gelet op het voorgaande zal de klacht ongegrond worden verklaard.   Ter zitting heeft de ondernemer overigens expliciet toegezegd dat, ongeacht de uitkomst van de procedure bij de commissie, een bedrag van € 75,– zal worden overgemaakt aan de consument in verband met het feit dat is overgegaan tot afboeking van het verschuldigde bedrag, terwijl de zaak al bij de commissie aanhangig was gemaakt. De commissie gaat ervan uit dat de ondernemer deze toezegging gestand doet.   Derhalve wordt als volgt beslist.   Beslissing   De commissie verklaart de klacht ongegrond, zodat het door de consument verlangde wordt afgewezen.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie en Water, op 25 augustus 2010.