
Commissie: Elektro
Categorie: (non)conformiteit
Jaartal: 2022
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: Ongegrond
Referentiecode:
97301/121106
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
De consument klaagt over een bij de ondernemer gekochte koptelefoon. Deze voldoet niet aan de verwachtingen. De ondernemer biedt als oplossing een nieuwe koptelefoon aan met € 40,– korting. Voor de vraag of de consument de verkoper aansprakelijk kan stellen als na de garantietermijn gebreken optreden aan een product is alleen de technische levensduur van belang. De commissie is van oordeel dat de technische levensduur bij redelijk intensief gebruik van een koptelefoon als hier aan de orde moet worden bepaald op twee jaren. De consument had redelijkerwijze kunnen verwachten dat een gebrek als dit tot de mogelijkheden behoort, ook meteen na ommekomst van de garantietermijn. Er is daarom geen sprake van non-conformiteit. De klacht is ongegrond.
De uitspraak
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 25 april 2018 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een koptelefoon tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 169,–.
De overeenkomst is uitgevoerd op of omstreeks die datum.
De consument heeft een bedrag van € 140,– bij de commissie gedeponeerd.
De consument heeft op 20 november 2020 de klacht voorgelegd aan de ondernemer. Op 27 april 2021 heeft de consument het geschil bij de geschillencommissie aanhangig gemaakt.
Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.
Op 25 April 2018 kocht ik bij de ondernemer een koptelefoon voor € 169,–. Het gaat om een Sony WHCH700N (zwart). Helaas voldoet het product niet aan de verwachtingen die ik ervan mag hebben.
Mij is aangeboden om het product te repareren. Maar hiervoor moet ik € 140,– bijbetalen. Daar was ik het niet mee eens. Het product is niet goed omdat de hoofdband tijdens normaal gebruik is doorgebroken. Ik vind dat deze problemen nog niet hadden mogen ontstaan bij een product van deze leeftijd en voor deze aanschafprijs.
Op het schikkingsvoorstel van de ondernemer reageer ik als volgt:
Hoewel ik graag een nieuwe headset zou willen accepteren is mijn vertrouwen in de ondernemer door dit gehele proces ondertussen zo ver vernietigd dat ik me hier niet comfortabel bij voel. Wat ik als oplossing wil is mijn aankoopbedrag teruggestort op mijn rekening tezamen met een vergoeding voor de kosten die ik heb moeten maken om deze zaak te openen.
Standpunt van de ondernemer
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.
De ondernemer heeft op 19 maart 2021 het volgende aangeboden aan de consument:
“Het product valt niet binnen de garantie of coulance zoals reeds eerder besproken. Ik heb met onze vertegenwoordiger flink overleg gehad en nu willen wij u de vervanger van uw apparaat, in dit geval de WH-CH710, aanbieden met een korting van € 40,– incl. BTW. Hierdoor komt deze dan op € 59,95 i.p.v. de oorspronkelijke € 99,95. Hopende u een passende oplossing in deze te hebben geboden.”
Deskundigenrapport
De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft volgens zijn rapport, voor zover nu van belang, het volgende vastgesteld.
Het betreft een defecte koptelefoon ter waarde van € 140,–. Na communicatie door mij als deskundige heeft de ondernemer een nieuwe koptelefoon aangeboden als oplossing aan de consument. De consument wil deze oplossing niet accepteren.
Na communicatie door mij als deskundige is de volgende oplossing door de ondernemer aangeboden en heb ik het volgende advies gegeven aan de consument: na bevragen en onderzoek blijkt er een nieuwe koptelefoon voor u klaar te liggen in de winkel van de ondernemer.
Ik adviseer u de nieuwe koptelefoon daar op te halen. Ik ga dit in het dossier vermelden. Mijn advies is echter niet door de consument opgevolgd, omdat hij als oplossing ook een vergoeding voor de kosten die hij heeft moeten maken (deze zijn niet gespecificeerd).
Omdat technisch onderzoek niet meer mogelijk is (de koptelefoon is niet meer aanwezig) moet de commissie bepalen of dit een reëel standpunt van de consument is. Deze hoofdtelefoon is destijds ter reparatie aangeboden bij Sony. Naar aanleiding van de afwijzing van de prijsopgave is de hoofdtelefoon bij Sony gebleven omdat er anders ook nog eens verzend- en onderzoekskosten in rekening gebracht zouden worden.
Conclusie: Het betreft hier niet meer een technische vraag/oplossing maar een juridische benadering van deze casus.
De omvang van de klacht is opvallend te noemen.
Herstel/reparatie is niet mogelijk. Het betreft hier niet meer een technische vraag/oplossing maar een juridische benadering van deze casus.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Niet is weersproken dat de hoofdband van deze koptelefoon door gebruik slijtageschade is gaan vertonen waardoor de koptelefoon niet meer is te gebruiken en reparatie c.q. vervanging behoeft. De commissie heeft daarvan uit te gaan.
De koptelefoon behoort qua prijs/kwaliteit tot het middensegment.
Dat mankement is eerst opgetreden en ter kennis van de ondernemer gebracht een half jaar na ommekomst van de garantietermijn van twee jaren.
Voor de vraag of de consument de verkoper aansprakelijk kan stellen als na de garantietermijn gebreken optreden aan een product is alleen de technische levensduur van belang. Het gaat er dan immers om of het gebrek redelijkerwijze had mogen worden verwacht. Met andere woorden: of wel of niet aan het conformiteitsbeginsel van de wet wordt voldaan. Is dat niet het geval, dan kan de consument de verkoper (die verantwoordelijk is voor de goede kwaliteit van het product dat hij heeft verkocht) hierop aanspreken.
De commissie is van oordeel dat de technische levensduur bij redelijk intensief gebruik van een koptelefoon als hier aan de orde moet worden bepaald op twee jaren. De hoofdband van de koptelefoon krijgt immers veel te voorduren omdat deze bij op- en afzetten wordt opgespannen en weer ontspannen, waarbij ongewild overstrekken regelmatig aan de orde is. Het betreft hier bij uitstek een onderdeel van de koptelefoon dat gewoon aan slijtage onderhevig is, en dat qua levensduur in belangrijke mate afhankelijk is van hoe daarmee wordt omgegaan.
De consument had redelijkerwijze kunnen verwachten dat een gebrek als dit tot de mogelijkheden behoort, ook meteen na ommekomst van de garantietermijn. Er is daarom geen sprake van non-conformiteit.
De commissie oordeelt de klacht dan ook ongegrond.
Uit niets blijkt dat de consument € 140,– verschuldigd is te betalen aan de (reparateur) van de ondernemer. Immers is geen opdracht tot reparatie verstrekt door de consument. Door de ondernemer is ook niet gesteld dat een nog te betalen bedrag openstaat. Het depot moet daarom aan de consument worden terugbetaald.
Daarom wordt als volgt beslist.
Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.
Het depot ad € 140,– moet worden terugbetaald aan de consument.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Elektro, bestaande uit mr. M.L.J. Koopmans, voorzitter, drs. W. Nienhuis en de heer J.T.A.M. van Schooten, leden, op 24 juni 2022.