Lump-sum overeengekomen voor onderhoudscontract. Alleen geen betaling van volledig bedrag als substantieel minder wordt gewerkt dan het uitgangspunt is geweest bij het sluiten van de overeenkomst.

  • Home >>
  • Groen >>
De Geschillencommissie




Commissie: Groen    Categorie: Overeenkomst    Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 53820

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil vloeit voort uit een op 1 januari 2010 tussen partijen totstandgekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het verrichten van overeengekomen werkzaamheden tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 6.428,– op jaarbasis. De overeenkomst is uitgevoerd in 2010.   Standpunt van de consument   Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.   Er is een onderhoudscontract afgesproken voor 2010 op basis van 140 uren voor € 6.428,– per jaar. Indien het aantal uren minder zou zijn, zou dit verrekend worden. Aan de hand van een urenoverzicht door de ondernemer zelf verstrekt, blijkt dat er minder uren zijn gemaakt in 2010. Dit zou moeten leiden tot een teruggave van geld en dit weigert de ondernemer.   Standpunt van de ondernemer   Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.   Alle afspraken zoals de consument aangeeft kloppen en wij zouden inderdaad bij minder dan 140 uur gewerkte uren overgaan tot het terugbetalen van het verschil.   Door middel van meegezonden screenprints van ons urenregistratie pakket toon ik aan dat er op het project 141 uur is gemaakt door onze hoveniers. Dat deze verschilt met de urenregistratie die reeds in het bezit van de consument is, komt doordat we deze naar beneden hebben kunnen corrigeren in verband met een eerlijkere verdeling van reistijden in combinatie met een andere klant. Dit kwam in mindering op het totaal aantal gemaakte uur bij de consument. De door de consument geregistreerde uren kloppen op geen enkele manier met onze boekhouding welke regelmatig wordt gecontroleerd door de accountant en belastingdienst en zijn wat mij betreft dan ook ver bezijden de waarheid.   Dat de consument suggereert dat er regelmatig stagiaires en uitzendkrachten mee hebben gewerkt bestrijd ik. De inzet van een uitzendkracht is in de zomervakantie slechts éénmaal gebeurd. Eenmaal werd een stagiaire ingezet bij het servicewerk wat nog bij de garantie van de aanleg hoorde, te weten: inboet van dood plantmateriaal, nazien beregeningsinstallatie, het vastlijmen van een tegel. Hieraan is totaal 13,75 uur besteed.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   Partijen hebben een onderhoudscontract voor een lump-sum afgesloten. Alleen als substantieel minder wordt gewerkt dan het uitgangspunt van partijen is geweest bij het sluiten van de overeenkomst zou de consument zich op het standpunt kunnen stellen dat in redelijkheid geen betaling van het volledige bedrag kan worden verlangd. De consument is er echter niet in geslaagd dit aannemelijk te maken tegenover de gemotiveerde stellingname van de ondernemer.   Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.   Derhalve wordt als volgt beslist.   Beslissing   Het door de consument verlangde wordt afgewezen.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Groen op 28 april 2011.