Commissie: Makelaardij Zakelijk
Categorie: Zorgvuldigheid
Jaartal: 2023
Soort uitspraak: bindend advies na tussenadvies
Uitkomst: gegrond
Referentiecode:
149351/168628
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
De commissie heeft eerder een tussenadvies gewezen. Naar aanleiding daarvan hebben partijen aanvullende stukken ingediend bij de commissie. De commissie is van oordeel dat de makelaar zijn zorgplicht heeft geschonden. De commissie stelt een door de makelaar te betalen schadevergoeding vast.
De uitspraak
Behandeling van het geschil
De Geschillencommissie Makelaardij Zakelijk (verder te noemen: de commissie) heeft bij tussenadvies d.d. 1 juli 2022 de eindbeslissing aangehouden.
De inhoud van dit tussenadvies moet als hier ingevoegd en herhaald worden beschouwd.
De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.
Partijen hebben ter zitting hun standpunt digitaal via een Zoom verbinding kunnen toelichten. De klager werd hierbij bijgestaan door zijn schoonzoon, de heer [SCHOONZOON].
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de bemiddeling bij verkoop van vier chalets op een bungalowpark. De commissie heeft bij eerder genoemd tussenadvies een nadere behandeling gelast, omdat zij zich onvoldoende geïnformeerd achtte over de kwestie van de courtage in geval van “verplichte” verkoop aan DP, alsmede waarom DP alsnog meende gerechtigd zou zijn tot aankoop, A.A. heeft toegegeven en de klager in die situatie de claim van A.A. heeft erkend.
Partijen hebben de commissie nog van nadere stukken voorzien. Uit deze stukken en het verhandelde tijdens de vervolgzitting van 18 januari 2023 is de commissie tot het volgende oordeel gekomen.
De commissie ziet zich voor de vraag gesteld of de makelaar zodanig is tekort geschoten dat een matiging of zelfs kwijtschelding van de contractueel overeengekomen courtage op haar plaats is. Anders gezegd of de makelaar in dit geval gehandeld heeft zoals van een redelijke bekwaam en redelijke handelend makelaar mag worden verwacht.
De commissie is van oordeel dat dat niet het geval is, omdat de makelaar toerekenbaar nalatig is geweest op de volgende punten:
• de makelaar heeft verzuimd een ontbindende voorwaarde in het contract op te nemen in verband met het voorkeursrecht en mocht niet verwijzen naar het algemeen reglement van DP;
• de makelaar heeft verzuimd de klager te adviseren nadat DP ten onrechte meende gerechtigd te zijn tot aankoop;
• de makelaar is ten onrechte stil blijven zitten toen A.A. toegaf aan de voorkeurskoop van DP;
• de makelaar heeft nagelaten de klager te informeren dat hij de claim van A.A. niet zou hoeven te erkennen.
De makelaar heeft aldus zijn zorgplicht geschonden en is jegens de opdrachtgever tekort geschoten in de nakoming van de op hem rustende verbintenis uit hoofde van de bemiddelingsovereenkomst. Zodoende is hij schadeplichtig jegens de consument.
Dat betekent dat de consument terecht stelt dat hij recht heeft op teruggave van de courtage betreffende het chalet van A.A. (€ 6.050,–) en is hij tevens aansprakelijk voor de ten onrechte door A.A. ingeroepen boete van 10% koopsom (€ 3.925,–). Dat maakt dat de makelaar binnen 14 dagen na verzending van dit advies een totaal bedrag van € 9.975,50 aan de klager dient over te maken.
Het door de klager verlangde wordt in deze zin toegekend.
Beslissing
De makelaar dient binnen 14 dagen na verzending van dit advies een bedrag van € 9.975,50 aan de klager over te maken.
Bovendien dient de makelaar overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 605,– aan de klager te vergoeden ter zake van het klachtengeld.
Tevens is de makelaar overeenkomstig het reglement de kosten van deze behandeling verschuldigd.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Makelaardij zakelijk, bestaande uit de heer mr. D. van den Brink, voorzitter, mevrouw J.P.J. de Kleermaeker, de heer A.C. Doeser, leden, op 18 januari 2023.