Makelaar mocht erop vertrouwen dat de consument instemde met contractovername.

De Geschillencommissie




Commissie: Makelaardij    Categorie: Overig    Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 50487

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil betreft de vraag of de consument intrekkingskosten verschuldigd is aan de ondernemer. De consument is van oordeel niets verschuldigd te zijn.   Door de consument is een bedrag van € 658,67 niet betaald en  bij de commissie in depot gestort.   Standpunt van de consument   Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.   Op 25 juli 2009 gaf ik opdracht aan mevrouw [naam makelaar] en de ondernemer tot bemiddeling bij verkoop van mijn woning. Op 1 januari – zo is mij later gebleken – is de vennootschap onder firma waarin mevrouw [naam makelaar] en de heer [naam makelaar] samenwerkten ontbonden en is de heer [naam makelaar] als ondernemer in het handelsregister ingeschreven met een eenmanszaak. Ik ben niet akkoord met deze contractsovername en dat heb ik op 29 januari aan hem meegedeeld. Begin februari trok ik de opdracht in. Ondanks mijn verzoek heb ik de sleutel nog steeds niet teruggekregen. Inmiddels is door de ondernemer een incassobureau ingeschakeld. Ik ben van mening dat ik niets verschuldigd ben. Ter zitting heeft de consument nader toegelicht dat er op 20 januari een probleem ontstond nadat er overeenstemming was bereikt met een gegadigde voor de woning met wie de consument in onderhandeling was. Na het bereiken van de mondelinge vereenstemming besloot de consument de woning toch maar niet te willen verkopen omdat hij er nog niet aan toe was. Niettemin heeft de ondernemer de andere partij toch de koopakte laten tekenen. Verder heeft de consument ter zitting opgemerkt nooit de opdracht te hebben gegeven de woning uit de verkoop te halen.   Standpunt van de ondernemer   Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.   De consument tracht onder zijn verplichtingen uit te komen door zich te beroepen op een wijziging in ondernemersvorm met in het bijzonder het uittreden van mevrouw [naam makelaar]. Ten tijde van het aangaan van de overeenkomst was er al sprake van dat de v.o.f. zou eindigen. Nooit is ter sprake geweest dat de opdracht alleen zou gelden indien zij betrokken zou zijn. Alle werkzaamheden zijn verricht door de heer [naam makelaar]. De sleutel kan worden opgehaald.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   In de schriftelijke opdracht tot dienstverlening is als opdrachtnemer vermeld, [naam makelaarskantoor] zonder vermelding van de rechtsvorm. De overeenkomst is ondertekend door de heer [naam makelaar] die met die vermelding ook in het slot van de overeenkomst is genoemd. Deze akte zelf geeft daarmee geen duidelijkheid over de rechtsvorm van de opdrachtnemer als vennootschap onder firma. Integendeel, de overeenkomst wekt de indruk dat de heer [naam makelaar] als eenmanszaak opereert. Naast dit feit speelt het gegeven dat onweersproken door de ondernemer is aangevoerd dat de persoon van de uitgetreden vennoot geen bemoeienissen heeft gehad met de opdracht en over haar deelname aan de werkzaamheden ook niet gesproken is bij de totstandkoming. Voorts kent de commissie betekenis toe aan de gang van zaken in de periode na 1 januari 2010 – waarin de heer [naam makelaar] als makelaar succes boekt in de opdracht en de consument – slechts omdat hij er nog niet aan toe is – besluit van het sluiten van een koopovereenkomst af te zien. Al deze gedragingen maken dat de ondernemer, [naam makelaar], redelijkerwijs erop mocht vertrouwen dat de consument instemde met contractsovername door hem zodat de consument de intrekkingskosten wèl verschuldigd is.   De klacht is daarom ongegrond.   Beslissing   De commissie wijst het door de consument verlangde af.   Bepaalt dat het in depot gestorte bedrag van € 658,67 aan de ondernemer wordt overgemaakt.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Makelaardij, op 8 april  2011.