Meerwerk is meer dan 10% van de oorspronkelijke aanneemsom. De ondernemer had dit meerwerk tevoren schriftelijk of langs elektronische weg moeten laten vastleggen.

  • Home >>
  • Afbouw >>
De Geschillencommissie




Commissie: Afbouw    Categorie: Meerwerk/Minderwerk    Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 51188

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil vloeit voort uit een op of omstreeks 7 augustus 2010 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het verrichten van overeengekomen werkzaamheden tegen de daarvoor aan de consument gefactureerde prijs van in totaal € 4.803,34 inclusief meerwerk. De oplevering vond plaats op of omstreeks 23 oktober 2010. De consument heeft op 26 oktober 2010 de klacht voorgelegd aan de ondernemer. De consument heeft een bedrag van € 834,76 niet betaald en bij de commissie gedeponeerd.   Standpunt van de consument   Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.   Op de eindnota van de ondernemer is een bedrag van € 834,76 aan meerwerk in rekening gebracht. Over die kosten is met de consument nooit gesproken. Het grootste deel van hetgeen als meerwerk in rekening wordt gebracht, is niet als zodanig uitgevoerd. Wat wel extra is geleverd, zijn twee rozetten en meerwerk in de entree. Dat wil de consument ook wel betalen. Hij heeft gevraagd om een specificatie van het meerwerk, zodat hij kon zien welke vergoeding hij voor die rozetten en het werk in de entree verschuldigd was, maar de ondernemer heeft het meerwerk niet nader willen specificeren.   Het is juist dat de prijs is aangepast van pleisterwerk naar raapwerk, maar vervolgens brengt de ondernemer ook de plafonds in rekening tegen het tarief voor raapwerk (€ 16,– per m2) in plaats van tegen het tarief voor pleisterwerk (€ 13,– per m2). Dat levert een ten onrechte berekend bedrag van € 201,15. Bij het aanbrengen van pleisterwerk op twee extra muren in de entree heeft de ondernemer niet aangegeven dat dat extra kosten met zich mee zou brengen, waardoor de consument in de veronderstelling verkeert dat dit werk in het offertebedrag is inbegrepen. Daarbij is in de entree een voorzetwand geplaatst voor een slechte muur, waardoor het raapwerk is veranderd in pleisterwerk. Ten slotte heeft de consument ook nooit aangedrongen op verrekening van minderwerk of geklaagd over vertragingen in de uitvoering van het werk.   De eerste meting, waar de offerte op was gebaseerd, leverde als resultaat 162,78 m2 op. Op basis van die meters is uiteindelijk een bedrag geoffreerd van € 2.760,75 inclusief BTW, wat neerkomt op € 16,96 per m2. Uiteindelijk is een bedrag van € 3.595,51 gefactureerd, wat bij het gemeten aantal vierkante meters zou neerkomen op een bedrag van € 22,09 per m2. De ondernemer heeft via de internetsite Werkspot.nl het werk aangenomen om zijn personeel aan het werk te houden, waarbij hij heeft ingetekend met een lager tarief dan hij normaal hanteert. Door nu een post “meerwerk” op te voeren probeert de ondernemer alsnog op zijn normale tarief uit te komen om verlies op dit werk door een te lage inschrijving te voorkomen.   Ten onrechte vraagt de ondernemer via het incassobureau dan ook nog om een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. De consument heeft direct aangegeven het niet eens te zijn met het berekenen van meerwerk en die zaak voor te willen leggen aan de geschillencommissie. Incassokosten zijn dus ten onrechte gemaakt.   Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.   Voor het maken van de offerte heeft de ondernemer alle wanden opgemeten. Het klopt dat na de verbouwing opnieuw is gemeten, maar dat vóór aanvang van het werk een deel van de wanden in de achterkamer niet zou zijn gemeten betwist ik. Alle wanden zijn tevoren gemeten. Er is gesproken over extra werk in de entree, maar wij zijn er altijd van uitgegaan dat de extra meters in de entree zouden wegvallen tegen minder meters elders. Eén muur is eruit gehaald, één deur is dicht gemaakt en er is een en suite geplaatst. Volgens ons klopt het totaal aantal meters dat op de factuur staat niet. Maar we hebben de meters niet nagemeten. Het enige extra werk dat is gebeurd waren wat m2s voor wanden en plafonds in de badkamer en een toilet.   De consument verlangt een specificatie van het meerwerk en berekening van hetgeen daadwerkelijk aan meerwerk is verricht en vergoeding van de door hem gemaakte kosten en geleden schade, waaronder de rente over het in depot gestorte bedrag.   Standpunt van de ondernemer   Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.   Na aanvang van het werk heeft de consument de werkzaamheden herhaaldelijk gewijzigd. Er zijn muren bij gekomen of afgevallen. Herhaaldelijk heeft de ondernemer aangegeven dat aan het einde van de werkzaamheden het aantal m2 opgemeten zou worden en dat op basis van het resultaat van die meting zou worden afgerekend. De consument heeft daarmee ingestemd en op die basis is de factuur ook opgesteld. Het meerwerk is dus wel degelijk van tevoren besproken met de consument.   De consument is telefonisch akkoord gegaan met de factuur en heeft om een betalingsregeling verzocht. Die is aangeboden, maar toen werd ineens het meerwerk niet betaald.   Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.   Na de uitvoering van het werk heb ik de gemaakte meters opnieuw gemeten en daar zit het verschil in. Voor aanvang van het werk heb ik niet alle wanden opgemeten. Omdat nog niet duidelijk was wat er bij de verbouwing precies allemaal zou gaan gebeuren was dat niet mogelijk. Zo was niet duidelijk of een deuropening open zou blijven of dicht gemaakt zou worden. En er is een badkamer en toilet bij gekomen. Een tekening ontbrak ook. Het klopt dat ik geen stelposten of voorbehoud ten aanzien van de oppervlakten in mijn offerte had opgenomen. Dat had ik, achteraf gezien, wel moeten doen. Het meerwerk is allemaal op verzoek van en in overleg met de consument uitgevoerd. Dan maak je daar niet eerst een schriftelijke offerte voor op. Ik vraag me af hoe de consument kan opmerken dat het gefactureerde aantal meters niet klopt, wanneer hij dat zelf niet heeft nagemeten. Ik kan u hierbij een specificatie overhandigen van het meer- en minderwerk qua aantallen m2 s.   De door de consument verlangde wettelijke rente is in elk geval lager dan 8%, maar is niet gegrond. Ook de overige verlangde tegemoetkomingen zijn ongegrond.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   De consument heeft de ondernemer opdracht gegeven op basis van diens offerte van 7 augustus 2010. Hierin is een gespecificeerde prijsopgaaf opgenomen en voor de berekende prijs is het werk aangenomen. Dat daarbij is afgesproken dat op basis van nacalculatie meer- en/of minderwerk verrekend zou worden, volgt niet uit de offerte. Dat de ondernemer een voorbehoud heeft gemaakt ten aanzien van een deel van de wanden of daarvoor nog een stelpost of p.m. post heeft opgenomen, blijkt evenmin uit de offerte. In dat geval moet worden geoordeeld dat het risico van meetfouten of wijzigingen in het werk voor rekening komt van de ondernemer, voor zover niet nader wordt overeen-gekomen dat – in afwijking van de offerte – op een andere basis afgerekend gaat worden, bijvoorbeeld op basis van nacalculatie. Volgens de bijsluiter (pagina 3 van 3 bij de offerte van 8 maart 2010, welke pagina volgens partijen ook was gevoegd achter de offerte van 7 augustus 2010) wordt het werk op locatie opgenomen en doorgesproken.
Verder vermeldt die pagina nog het navolgende:   “mocht er ondanks dit toch meerwerk ontstaan dan krijgt u desgewenst vooraf een prijsopgave.”   Ten aanzien van het berekenen van meerwerk bepalen de toepasselijke algemene voorwaarden in artikel 7 dat in het geval waarin een aanneemsom wordt overeengekomen (welk geval zich hier voordoet) de consument nadat de overeenkomst is gesloten zonder dat een aparte overeenkomst wordt gesloten meer of minderwerk kan opdragen, mits het saldo van de daaruit voortvloeiende verrekeningen niet meer bedraagt dan 10% van de prijs van het werk. Meer- of minderwerk voor een totaal bedrag hoger dan 10% van de prijs van het werk wordt, behoudens in spoedeisende omstandigheden, vooraf schriftelijk of elektronisch overeengekomen.   In het onderhavige geval gaat het over een post meerwerk van € 834,76, een bedrag dat ruimschoots meer is dan 10% van de oorspronkelijke aanneemsom. Op grond van de toepasselijke voorwaarden had de ondernemer dit meerwerk dus tevoren schriftelijk of langs elektronische weg moeten laten vastleggen en niet alleen op verlangen van de consument.   Dit schriftelijk vastleggen is niet gebeurd. In dat geval kan de commissie alleen rekening houden met meerwerk zoals dat door de consument is erkend. Voor het overige vallen de goede en kwade kansen voor partijen ten aanzien van het aantal meters dat meer of minder wordt gemaakt dan in de aan-neemsom is inbegrepen binnen hetgeen partijen zijn overeengekomen met betrekking tot die aan-neemsom. Meer meters komen voor risico van de ondernemer (die daar niets voor kan berekenen) en minder meters voor risico van de consument (die daar niets voor terugkrijgt).   De consument heeft erkend dat in het werk de wanden en plafonds van badkamer en toilet extra zijn opgedragen, naast het voor aanvang van het werk opgemeten werk. Uitgaand van de specificatie die de ondernemer ter zitting heeft overgelegd betekent dat dat 3,84 m2 aan plafondwerk (badkamer en toilet) en 23,26  m2 aan wanden als meerwerk in aanmerking kan worden genomen tegen het tarief voor pleisterwerk. In totaal zijn dat 27,10 m2 maal € 16,– ofwel een bedrag van € 433,60 exclusief BTW, € 459,62 inclusief 6% BTW. Tot dat bedrag zal de commissie aan de ondernemer een vergoe-ding voor meerwerk toekennen. Voor het overige is de commissie van oordeel dat de risico’s van meer- of minderwerk vallen binnen het kader van de overeengekomen aanneemsom.   Het voorgaande voert dan tot de navolgende beslissing.   Beslissing   De commissie verstaat dat de ondernemer wegens meerwerk in rekening mag brengen een bedrag van € 459,62 inclusief BTW. Voor zover meer is gefactureerd, dient de ondernemer het meerdere te crediteren.   Met in achtneming van het bovenstaande wordt het depotbedrag ad € 834,76 als volgt verrekend. Aan de ondernemer wordt uitbetaald een bedrag van € 459,62. Het restant, € 375,14, wordt uitbetaald aan de consument.   Het door de consument meer of anders verlangde wordt afgewezen.   Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 75,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.   Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 230,–.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Afbouw, op 20 april 2011.