Meerwerk; tijdens uitvoering van werk zodanig veel wijzigingen dat van ondernemer niet gevergd kan worden dat hij voor iedere wijziging een schriftelijke offerte met prijsopgaaf maakt.

  • Home >>
  • Klussenbedrijven >>
De Geschillencommissie




Commissie: Klussenbedrijven    Categorie: Offerte / begroting    Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 67214

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil vloeit voort uit een begin 2012 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het verrichten van overeengekomen werkzaamheden (renovatie van een badkamer en plaatsing van een schuifdeur voor de verwarmingsketel) tegen de daarvoor in de offerte genoemde aanneemsom van € 4.811,44 met berekening van meerwerk op basis van nacalculatie. De oplevering vond plaats op of omstreeks 20 maart 2012. De consument heeft op 31 maart 2012 en bij e-mail van 13 april 2012 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.   Standpunt van de consument   Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.   Voor het uitgevoerde werk was in de offerte een aanneemsom opgenomen van € 4.811,44 inclusief BTW. Naast het in de offerte opgenomen werk heeft de ondernemer ook nog wat extra werkzaamheden verricht. Het betrof het aanbrengen van een verlaagd plafond (3 x 3 m) voor inbouwspotjes en het plaatsen van een schuifwandje. Na uitvoering van de werkzaamheden heeft de ondernemer de consument een bon laten tekenen voor meerwerk waarop een bedrag stond vermeld van € 2.558,84. De consument heeft die bon getekend, ondanks het feit dat zij het bedrag hoog vond en zij niet tevreden was over de kwaliteit van het geleverde werk.   Vervolgens heeft de ondernemer nog het één en ander afgewerkt en een kraantje van het urinoir vernieuwd. Nadat alles gereed was, kreeg de consument een meerwerkbon van € 2.618,37. De consument is er vanuit gegaan dat deze bon de eerdere meerwerkbon verving en dat bij het eerdere bedrag een klein bedrag was opgeteld voor het kraantje op het urinoir. De ondernemer verlangt echter betaling van beide meerwerkbonnen.   De consument is van mening dat het werk is aangenomen voor een vaste aanneemsom. Dan kan het niet zo zijn dat voor een klein beetje meerwerk de te betalen vergoeding ineens bijna twee maal zo hoog is als de oorspronkelijke aanneemsom. Bovendien vermeldt de eerste meerwerkbon ten onrechte nog eens de schuifdeur, omdat die ook al in de oorspronkelijke offerte was inbegrepen.   De afwerking van het geheel laat bovendien te wensen over. De tegels aan de voorzijde van het bad zijn drie maal los gehaald om een lekkage te herstellen. De geleverde deur had een aantal beschadigingen, het plafond boven die deur vertoont een lelijke “kier” en de douchestang zit los. Van het urinoir bungelt de afvoer half los boven de vloer. De binnenzijde van de holle badschuifwand loopt vol met water doordat die niet goed is gekit. Daardoor bestaat een kans op schimmelvorming in de toekomst.   De ondernemer heeft een drietal bedragen gefactureerd, € 4.811,44, € 2.558,84 en € 2.618,37. Daarvan heeft de consument het eerste en het laatste bedrag voldaan. Zij is van mening dat zij het tweede bedrag niet verschuldigd is geworden. Veeleer, aldus de consument, zou de ondernemer haar nog een schadevergoeding moeten betalen voor de slordige en slechte afwerking.   Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. De ondernemer heeft eerst de kranen geplaatst en toen gevraagd of ze konden blijven zitten. Het is toch niet logisch om een wastafelkraan zo voor een stopcontact te plaatsen dat je daar helemaal niet meer bij kunt? Het klopt dat ik geen ingebrekestelling heb gestuurd. Mijn belangrijkste bezwaar zag op de factuur die ik kreeg en waarvan ik meen dat ik die niet verschuldigd ben. Toen de ondernemer daar mee kwam heb ik direct geprotesteerd. Aan meerwerk is eigenlijk alleen maar het verlaagd plafond in de badkamer aan te merken. Het wegwerken van de leidingen in het halletje zat volgens mij inbegrepen in de offerte. De schuifdeur die op de offerte staat betreft de schuifdeur bij de ketelruimte.   De tegels heb ik zelf aangeschaft. Hoe lang doe je over het tegelzetten? De belangrijkste post “uren” zit in het aanleggen van de elektriciteitsleidingen. Dat kreeg de ondernemer niet voor elkaar. Hij heeft daar lang op zitten puzzelen.   Standpunt van de ondernemer   Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.   Na acceptatie van de offerte heeft de consument gevraagd nog meer werkzaamheden uit te voeren. Met de consument is afgesproken dat de extra werkzaamheden zouden worden verrekend via werkbonnen. Omdat de consument nog dingen wilde laten aanpassen, is een eerste werkbon afgegeven ad € 2.558,84. Dit bedrag is zo hoog vanwege de inkoop van materialen.   Nadat het werk af was, heeft de ondernemer de consument gevraagd wat deze van het resultaat vond. De consument was tevreden en vervolgens heeft de ondernemer de consument de tweede werkbon gegeven. Hierop zijn de extra materialen voor de aanpassingen in rekening gebracht en de extra gewerkte uren die ingepland moesten worden om de aanpassingen te volbrengen.   Pas uit een bericht van de commissie heeft de ondernemer begrepen dat er klachten waren over de kwaliteit van het geleverde werk. De consument heeft daar echter geen contact over opgenomen met de ondernemer. Namens de ondernemer heeft diens gemachtigde er nog eens op gewezen dat de consument de meerwerkbon ad € 2.558,84 wel voor akkoord heeft ondertekend. Omdat de ondernemer in de veronderstelling verkeerde dat de klacht enkel zag op de verschuldigdheid van die werkbon, is hij niet aanwezig geweest bij het onderzoek van de deskundige. Deze had hem ook medegedeeld dat de ondernemer niet aanwezig hoefde te zijn. De ondernemer is daardoor op het verkeerde been gezet.   Het rapport van de deskundige geeft de ondernemer nog aanleiding tot de navolgende opmerkingen. Over het tegelwerk heeft overleg plaatsgevonden met de consument. De klacht over het vollopen van de holle wand laat zich oplossen door onderin een paar gaatjes te boren. De kranen zijn in overleg met de consument geplaatst. De naad tussen plafond en wand betreurt de ondernemer. De afvoer van het urinoir zou nog afgewerkt worden in overleg. Rond de afvoer van de droger had een rozet aangebracht kunnen worden, maar die afvoer is niet zichtbaar. Het probleem met het stopcontact is besproken met de consument tijdens het overleg over het plaatsen van de kranen. Ten aanzien van het stucwerk kan de ondernemer moeilijk inschatten wat er aan de hand is.   De ondernemer heeft tot slot nog opgemerkt dat hij nimmer ter zake de genoemde klachten in gebreke is gesteld.   Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.   Voordat ik aan de klus begon was er al een andere aannemer bezig geweest, met buitenlandse werknemers. Een aantal zaken waren daarbij misgegaan. De oorspronkelijke offerte zag enkel op sloopwerk en afvoer van het gesloopte materiaal, het plaatsen van een bad en wastafel en het tegelen van de wand boven het bad. Vervolgens kwam een verzoek of ik ook een tuimel-/kiepraam wilde plaatsen, maar dat is later weer niet doorgegaan. Daarna kwam een verzoek om een vluchtdeur te maken in de slaapkamerwand en zijn tekeningen weer aangepast. Eerst moest dat een schuifdeur worden, die zou verdwijnen in een nis, later is dat een draaideur geworden. Maar daardoor moest alles in de badkamer weer verplaatst gaan worden.   Ook is er nog een apart badmeubel gekomen, naar een ontwerp van de echtgenoot van de consument. Daarboven moest tegelwerk komen. Het urinoir is er bij gekomen, inclusief tegelwerk daarachter. Kortom, na de oorspronkelijke offerte zijn er zo veel werkzaamheden bij gekomen of gewijzigd, dat die offerte nauwelijks nog dekt wat ik allemaal heb gedaan.   Aan het eind van de klus heb ik mijn uren en materialen gecalculeerd, daar heb ik het offertebedrag van afgetrokken en de rest heb ik als meerwerk in rekening gebracht, waarbij de eerste meerwerkbon hoofdzakelijk ziet op extra materialen en de laatste op de gemaakte uren. Ik heb alle gemaakte uren opgeschreven. In totaal waren dat er 177. Daarvan heb ik 20 uur niet in rekening gebracht, omdat ik inderdaad erg lang bezig ben geweest met de elektriciteitsleidingen en omdat ik sauswerk had verricht waarvoor geen opdracht was gegeven. Voor de elektriciteitsleidingen heb ik uiteindelijk een derde ingehuurd.   Ik heb de kranen geplaatst in overleg met de consument. Van de wastafelkraan heb ik nog opgemerkt dat die zo niet geplaatst kon worden, maar de consument wilde dat toch. Die zou wel een spatplaatje op het stopcontact zetten. Wie ben ik dan om daar tegenin te gaan? De tegels die de consument had gekocht verschilden qua dikte. Ik heb daarvoor gewaarschuwd, maar de consument wilde toch dat ik ze gebruikte.   De consument heeft een klacht ingediend bij de geschillencommissie, maar pas uit die klacht heb ik begrepen dat zij bezwaren had met betrekking tot het resultaat. Daar heeft ze nooit over geklaagd en in elk geval heb ik niet de kans gekregen om problemen te herstellen. De discussie gaat feitelijk over het meerwerk, niet over de kwaliteit. Pas nu wordt er een kwaliteitsklacht van gemaakt.   Deskundigenrapport   De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport, voor zover thans van belang, het volgende vastgesteld.   De wandtegels van de badkamer verspringen in diepte, meerdere steken uit, het voegwerk is zeer ongelijk van breedte, de tegels van de badwand zijn rafelig afgesneden, en het kitwerk is zeer slordig en ongelijk aangebracht.   De badwand van acrylplaten is lelijk gekit. De onderkant, die in een aluminium profiel zit, loopt vol met water.   In het bad zijn twee kranen gemonteerd, een bad en douchekraan. De badkraan is op de kant gemonteerd waar je met je rug tegenaan zit, zodat je daar niet kunt zitten. De andere douchekraan is aan het voeteinde veel te laag gemonteerd, zodat je op je knieën moet gaan zitten om de kraan te bedienen. Er zit een grote naad tussen het plafond en de muur. De pvc afvoer van het urinoir loopt zomaar los over de vloer en daar overheen loopt de koudwater-leiding. De afvoer van de droger is in de badwand aangebracht en niet netjes afgewerkt. Het stopcontact boven de wasbak is achter de kraan aangebracht zodat er spatwater in kan komen. Het stucwerk om de schakelaar in de gang laat los.   De deskundige kwalificeert de uitvoering van het werk als “slordig” en “ondoordacht”. Herstel van de gebreken is mogelijk. De tegels van de badwand moeten dan worden verwijderd, net als alle uistekende wandtegels. De verwijderde tegels moeten vervolgens opnieuw aangebracht worden en netjes gevoegd. Al het kitwerk dient te worden verwijderd en opnieuw strak aangebracht. De acryl badwand moet opnieuw worden gekit en dan wel zo dat er geen water meer in de onderkant kan komen. De twee kranen kunnen worden verwijderd en vervangen door een kraan die aan de lange kant wordt gemonteerd. De naad tussen plafond en muur moet worden afgewerkt en de aan- en afvoer van het urinoir moet achter de wand weggewerkt worden. De afvoer van de droger netjes afwerken, de schakelaar achter de kraan verplaatsen en het stucwerk om de schakelaar herstellen.   De deskundige begroot de hiermee gemoeide kosten op € 3.748,50 inclusief 19% BTW, één en ander als gespecificeerd in zijn rapport.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   Terecht merkt de ondernemer op dat de onderhavige zaak eigenlijk is gestart vanwege een bezwaar tegen één van de gezonden nota’s voor meerwerk. Maar dat de consument vóór het opstarten van deze procedure zich bij de ondernemer niet heeft beklaagd over de kwaliteit van het werk is niet juist. De klacht is bij de commissie binnengekomen op 17 april 2012 en bij e-mail van 13 april 2012 had de consument zich over de kwaliteit van het werk beklaagd. De klacht is kennelijk ingediend naar aanleiding van de reactie van de ondernemer van 16 april 2012 op de eerdere e-mail van de consument, welke kennelijk door de consument niet als bevredigend is ervaren.   De bevindingen en conclusies van de deskundige zijn verder in deze procedure door partijen niet aangevochten. Die rechtvaardigen de slotsom dat er niet netjes is gewerkt en dat er nog heel wat herstelwerk te verrichten valt. Dat daarmee naar verwachting kosten tot een bedrag van € 3.748,50 gemoeid zullen zijn, is door partijen niet weersproken, zodat de commissie de deskundige in die begroting zal volgen.   Hoewel strikt genomen een ingebrekestelling heeft ontbroken, is de commissie van oordeel dat de consument uit de reactie van de ondernemer van 16 april 2012 op haar klacht over de kwaliteit van het werk heeft kunnen afleiden dat deze niet direct zijn aansprakelijkheid voor herstelwerkzaamheden wilde erkennen. Los daarvan geldt dat de kwaliteit van het geleverde werk ook van dien aard is dat dat rechtvaardigt dat de consument de bestaande overeenkomst ontbindt, omdat zij er niet op kan vertrouwen dat de ondernemer het werk deugdelijk kan herstellen.   In dat geval acht de commissie toch voldoende redenen aanwezig om de herstelkosten ten laste van de ondernemer te brengen.   Ten aanzien van de meerwerkbonnen is de commissie van oordeel dat de ondernemer afdoende heeft aangetoond dat deze beide terecht zijn opgemaakt, omdat de opdracht zich uiteindelijk zodanig heeft ontwikkeld dat deze nauwelijks nog werd gedekt door de oorspronkelijke offerte. Wanneer, zoals door de consument niet is bestreden, tijdens de uitvoering van een werk zo vaak en veel wijzigingen daarvan worden opgedragen, kan redelijkerwijs van een ondernemer niet worden verlangd dat hij voor elke wijziging een schriftelijke offerte met prijsopgaaf gaat maken. De berekeningswijze van hetgeen de consument verschuldigd is geworden komt de commissie niet onredelijk voor en redenen om te oordelen dat de ondernemer materialen of uren heeft berekend die in werkelijkheid niet zijn gemaakt zijn de commissie niet gebleken. Dat betekent dat de commissie van oordeel is dat het onbetaald gebleven bedrag van € 2.558,84 wel verschuldigd is geworden. Niet gebleken is dat de beide werkbonnen op dezelfde posten zien.   Het voorgaande betekent dat de consument aan de ondernemer nog een bedrag dient te betalen van € 2.558,84, terwijl de ondernemer aan de consument wegens herstelkosten nog een bedrag dient te voldoen van € 3.748,50. Na verrekening van die posten resteert per saldo een door de ondernemer aan de consument te betalen bedrag van € 1.189,66.   Het voorgaande voert de commissie dan tot de navolgende beslissing.   Beslissing   De ondernemer betaalt, na verrekening van hetgeen de consument nog aan hem verschuldigd is, aan de consument een vergoeding van € 1.189,66. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies. Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de ondernemer bovendien de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de verzenddatum van het bindend advies.   Het door de consument meer of anders verlangde wordt afgewezen.   Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 50,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.   Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 350,–.   Aldus beslist op 17 augustus 2012 door de Geschillencommissie Klussen- en Vloerenbedrijven.