Metergegevens zijn bindend; geen concrete aanknopingspunten om te kunnen afwijken van het door de meter geregistreerde verbruik

  • Home >>
  • Energie >>
De Geschillencommissie
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Energie    Categorie: Omvang levering    Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 53614

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil   Het geschil betreft een afrekening voor geleverd gas over de periode van 20 oktober 2009 tot 20 oktober 2010.   De consument heeft een bedrag van € 1.743,95 niet betaald en bij de commissie gedeponeerd.   De consument heeft op 8 december 2010 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.   Standpunt van de consument   Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.   De afrekening over het verbruiksjaar 2009/2010 voor gas is veel te hoog. Ik woon alleen en kan nooit de in de afrekening vermelde hoeveelheid van 3.750 m3 hebben verbruikt. Over andere perioden was mijn verbruik veel lager en ik ben altijd zuinig met mijn energieverbruik omgesprongen. Van maandag tot en met zaterdag werk ik overdag en een dag in de week draai ik een koopavond. Mijn vriendin, die ook overdag werkt en die ook een eenpersoons huishouden heeft, verbruikt maar 592 m3 per jaar. Dat komt ongeveer overeen met mijn normale verbruik voor en na het verbruiksjaar 2009/2010. Er moet dus iets mis zijn geweest met de gasmeter. Het betreft een zogenoemde “slimme” meter, die op afstand kan worden uitgelezen. De ondernemer heeft voorgesteld de meter te laten ijken door een onafhankelijk instituut op kosten van ongelijk. Daar kon ik niet mee akkoord gaan. Nadat ik een geschil bij de commissie aanhangig had gemaakt is de meter geijkt op kosten van de ondernemer. Ik had van tevoren gezegd dat bij de ijking niet alleen moest worden gelet op de werking van de meter op het moment van ijking, maar dat ook moest worden uitgesloten dat de meter in het verleden foutieve standen heeft kunnen weergeven en doorgeven, hetzij door technisch mankement of fouten dan wel tekortkomingen in de applicatiesoftware, hetzij door manipulaties van buitenaf. Aan die instructie heeft de ondernemer zich niet gehouden. De meter is uitsluitend gecontroleerd op de werking op het moment van de ijking. Dat de meter op dat moment goed werkte zegt dus niets over de situatie in het verleden. Ik accepteer de uitslag van de meting dus niet, eenvoudigweg omdat ik de in rekening gebrachte hoeveelheid niet kàn hebben gebruikt. Ook wanneer men in aanmerking neemt dat ik voor het jaar 2009/2010 herhaaldelijk bedragen heb teruggekregen als gevolg van te lage schattingen van het verbruik, dan nog is het gemiddelde op basis van de metergegevens gecorrigeerde jaarverbruik (2.024 m3) in mijn situatie extreem hoog en dus naar mijn mening onmogelijk. De ondernemer wil de afrekening niet corrigeren. Ik kom hierdoor in zeer moeilijke financiële problemen.   Standpunt van de ondernemer   Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.   Om de consument tegemoet te komen hebben wij de gasmeter op onze kosten laten ijken door een onafhankelijk instituut. Uit het ijkrapport blijkt dat de meter goed functioneert. Het is uitgesloten dat een meter eerst een periode goed werkt, vervolgens gedurende zekere tijd te veel verbruik registreert en tenslotte wederom goed werkt. De meetresultaten moeten dus als betrouwbaar worden aangemerkt. Er is sprake van een piekverbruik in de periode oktober 2009-oktober 2010. De oorzaak daarvan kunnen wij niet achterhalen, omdat wij geen inzicht hebben in het verbruikspatroon van de consument. Het verbruik is dus terecht in rekening gebracht.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   De enige mogelijkheid voor een energiebedrijf om de hoeveelheid verbruikte energie vast te stellen is de registratie van het verbruik door de energiemeter. De energieleverancier kan immers niet achter de meter kijken. Zijn verantwoordelijkheid houdt dus op bij de meter. De commissie heeft dan ook bij herhaling beslist dat de metergegevens bindend zijn, tenzij onomstotelijk vaststaat dat de meter niet goed heeft gefunctioneerd. Dat kan alleen met zekerheid worden vastgesteld door middel van een objectieve ijking. Het ijkinstituut kan alleen de werking van de meter vaststellen. Het kan niet voldoen aan de andere eisen die de consument heeft gesteld, zoals het beantwoorden van de vraag of er eerder meetfouten zijn gemaakt of dat er is gemanipuleerd met de software. De commissie acht het uitgesloten dat er fluctuaties kunnen bestaan in de werking van een gasmeter, zoals de consument veronderstelt. Als een gasmeter bij de ijking aan alle criteria voldoet, mag men dus aannemen dat dat steeds het geval is geweest, zeker bij een meter die vrij nieuw is, zoals de onderhavige. Hoe zeer de commissie ook begrip heeft voor de netelige situatie waarin de consument is komen te verkeren, zij kan niet afwijken van het door de meter geregistreerde verbruik, omdat daarvoor geen concrete aanknopingspunten bestaan. Ter zitting is gebleken dat het verbruik voor en na het verbruiksjaar 2009/2010 “normaal” is geweest en dat er dus een piek in het verbruik is geweest gedurende het verbruiksjaar 2009/2010. De enige conclusie die de commissie daaraan kan verbinden is dat de oorzaak daarvan ligt in de installatie van de consument of dat sprake is geweest van een tijdelijke verbruiksverhogende situatie bij de consument, waarvan zij zich zelf niet bewust is geweest.   Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.   Derhalve wordt als volgt beslist.   Beslissing   Het door de consument verlangde wordt afgewezen.   Het depotbedrag van € 1.743,95 wordt aan de ondernemer overgemaakt.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie en Water, op 11 oktober 2011.