Commissie: Wonen
Categorie: Ondeugdelijke levering / (non-)conformiteit
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
66891
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 10 januari 2011 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van diverse meubels tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 6.750,–. De levering vond plaats op of omstreeks 27 mei 2011. De consument heeft een bedrag van € 1.000,– niet betaald en bij de commissie gedeponeerd. De consument heeft op 27 mei 2011 de klacht voorgelegd aan de ondernemer. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. De meubels vertonen gebreken. De eetkamertafel is nog niet in elkaar gezet omdat een onderdeel ontbreekt; de ledercare fauteuil is met een scheve rugleuning geleverd; het dressoirblad is kapot; er zijn verkeerde eetkamerstoelen geleverd en retour genomen; de ledercare 3-zitsbank heeft ingedeukte rugleuningen; de stof bij het relaxgedeelte laat los en de zitplaatsen bewegen te snel naar achteren; de ledercare 3-zits is in het midden afgebroken. De verrichte herstelwerkzaamheden en pogingen tot vervanging van de verkeerde en beschadigde meubels, hebben niet tot het gewenste resultaat geleid.. Na een jaar is het nog niet in orde. Het vertrouwen in een oplossing is niet meer aanwezig. De ondernemer heeft leenmeubels ter beschikking gesteld. Na het aanbod andere meubels uit te zoeken, heeft de consument moeten constateren dat zij geen bevredigende keuze kon maken. Het schikkingsformulier terzake is niet door de consument ondertekend. Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. De leenmeubelen zijn direct bij de aankoop ter beschikking gesteld en niet naar aanleiding van de gebreken. Er ontstonden steeds opnieuw klachten zonder dat er iets werd opgelost. De consument heeft alleen de levering van twee van de zes stoelen geweigerd omdat zij alle stoelen in een keer wenste te ontvangen. Andere leveringen heeft zij niet geweigerd. De consument heeft geen vertrouwen meer in de ondernemer. Zij was in december 2011 niet op de hoogte van de mogelijkheid dat uitgeleverd kon worden. De consument verlangt ontbinding van de koopovereenkomst. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. Op 27 juni 2012 heeft de ondernemer uit coulance een herkeuze aangeboden uit het complete programma. Bij brief van 24 juli 2012 heeft de ondernemer aangegeven alle problemen te willen oplossen door herstelwerkzaamheden te verrichten en een deel van de meubels te vervangen waarbij tevens een vergoeding van € 750,– wordt aangeboden voor het ongemak. De ondernemer heeft vanaf het begin willen leveren maar de consument heeft geweigerd en wilde destijds al tot annulering overgaan. De consument heeft geweigerd in december 2011 de nieuwe meubels in ontvangst te nemen. Bij brief van 22 augustus 2012 doet de ondernemer een finaal voorstel inhoudende dat de 3-zitsbank wordt hersteld zoals door de deskundige is aangegeven en dat een nieuwe fauteuil, een nieuw dressoir en 6 nieuwe stoelen worden geleverd. Voor het ongemak biedt de ondernemer een vergoeding van € 750,–. Desgewenst kan de consument ook een herkeuze maken. Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. De consument heeft in december 2011 gemeld niets meer te willen. De levering van de nieuw bestelde meubels is niet aan de consument gemeld. De consument was slecht bereikbaar. De ondernemer wil de klachten graag oplossen ofwel door uitlevering van de nieuwe meubels ofwel door een herkeuze van de consument. Er is geen reden voor ontbinding van de overeenkomst. Desgevraagd stelt de ondernemer dat het aanbod (finaal voorstel) gedaan op 22 augustus 2012 blijft gehandhaafd. De ondernemer heeft d.d. 27 juni 2012, 24 juli 2012 en 22 augustus 2012 aangeboden om de klachten op te lossen zoals hiervoor omschreven. Deskundigenrapport De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport, voor zover thans van belang, het volgende vastgesteld. De deskundige heeft vastgesteld dat sprake is van kuilvorming in de rugkussens bij de 3-zitsbank. De oorzaak is het gebruik van een vrij zacht schuimmateriaal. De constructielat onder de zitting is gebroken en door de consument gestut. De constructielat is te fragiel in verhouding tot de lengte van de bank. Bij de fauteuil is sprake van een forse scheefstand van de rugleuning. Do oorzaak ligt waarschijnlijk in het verstelmechanisme. Op het bovenblad van het dressoir is een kleine beschadiging waarschijnlijk door een schroef die van binnenuit in het blad is gedraaid. De afdeklatten van de deuren van het dressoir zijn los geraakt. Er is een scharnier uit het plaatmateriaal gebroken bij een van de deuren. Niet is vast te stellen of dit laatste een fabricagefout is of schade ontstaan door invloed van buitenaf. De tafel is nog ingepakt en ongemonteerd en eetkamerstoelen zijn nog niet geleverd, zodat deze niet zijn beoordeeld. De klacht wordt als ernstig beoordeeld. De problemen kunnen technisch gezien worden opgelost. Bij de bank dient een nieuwe balk te worden gemonteerd met een extra poot in het midden. De rugkussens kunnen worden opgevuld. De scheefstand bij de fauteuil kan worden opgelost door vervanging van het relax-mechaniek. Het dressoir kan worden voorzien van een nieuw bovenblad en nieuwe deurtjes. De tafel dient gemonteerd te worden. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. De commissie stelt vast dat de meubels diverse gebreken vertonen. Er is sprake van een tekortkoming in de nakoming van de verbintenis uit de koopovereenkomst door de ondernemer. De afgeleverde meubels voldoen niet aan de overeenkomst en bezitten niet de eigenschappen die de consument mocht verwachten. De consument heeft recht op vervanging en herstel. De ondernemer heeft de gebreken erkend en een aantal nieuwe meubels besteld. Uitgangspunt is dat de consument aan de ondernemer de gelegenheid dient te geven tot herstelwerkzaamheden over te gaan. Slechts bijzondere omstandigheden kunnen rechtvaardigen dat van dit uitgangspunt wordt afgeweken. Dergelijke bijzondere omstandigheden zijn niet gesteld noch gebleken. Het door de consument gestelde gebrek aan vertrouwen in de ondernemer is niet als zodanige bijzondere omstandigheid aan te merken. De door de consument verlangde ontbinding van de overeenkomst acht de commissie niet gerechtvaardigd. Hierbij is van belang dat na de klacht direct nieuwe meubels (6 stoelen, fauteuil, dressoir) zijn besteld en inmiddels gereed staan om uitgeleverd te worden. De gebreken aan het bankstel kunnen worden hersteld en de tafel kan worden gemonteerd. De commissie acht het aanbod dat de ondernemer heeft gedaan (inclusief de aangeboden schadevergoeding voor het ongemak) nadat het geschil bij de commissie aanhangig is gemaakt, redelijk. De ondernemer is gehouden te handelen overeenkomstig zijn aanbod. De commissie acht de klacht derhalve gegrond. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing De ondernemer voert de volgende werkzaamheden uit: uitleveren van de 6 stoelen, fauteuil en het dressoir; herstelwerkzaamheden verrichten aan het bankstel zoals aangegeven door de deskundige, inhoudende het monteren van een nieuwe balk met een extra pot in het midden, opvullen van de rugkussens; betaling van een schadevergoeding van € 750,– ter compensatie van het ongemak. Een en ander dient te geschieden binnen een termijn van 10 weken na de verzenddatum van dit bindend advies. De ondernemer brengt de consument ter zake geen kosten in rekening. De commissie wijst het meer of anders verlangde af. Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 125,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld. Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 600,–. Zodra de commissie bericht heeft ontvangen van beide partijen dat een en ander overeenkomstig de beslissing is geschied, zal het depotbedrag als volgt worden verrekend. Aan de ondernemer wordt alsdan een bedrag betaald van € 1.000,–. Aldus beslist door de Geschillencommissie Wonen op 19 september 2012.