misleidende handelspraktijk leidt tot ontbindng overeenkomst

De Geschillencommissie




Commissie: Voertuigen    Categorie: Oneerlijke handelspraktijk    Jaartal: 2016
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 102173

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil vloeit voort uit een op 27 februari 2016 tussen partijen totstandgekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een [merknaam van de auto] tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 31.900,–.
De levering vond plaats op of omstreeks 27 februari 2016.
De consument heeft op 28 februari 2016 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.

Standpunt van de consument

Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.

Op 27 februari 2016 heb ik bij de ondernemer een [merknaam van de auto] gekocht. De aankoopprijs bedroeg 31.900,–. Aan dit voertuig bleek een groot aantal in de optielijst beloofde en voor mij essentiële opties te ontbreken. Na zorgvuldig onderzoek bleken de volgende zaken te ontbreken die wel specifiek waren benoemd als zijnde aanwezig op het voertuig:

• Bi-Xenon koplampen (+koplampreiniging)
• Adaptive light
• [naam van het merk] soundsysteem
• 3-zone airconditioning
• Parkeerhulp plus
• [pakket 2] exterieur (roosters, bumpers, lijsten etc. in [pakket 2] uitvoering)
• Binnenspiegel automatisch dimmend
• Cruise Control
• Regensensor
• Sportstoelen (opvallend is dat de door de ondernemer op internet geplaatste foto’s van het interieur wel deze stoelen laten zien)
• DAB ontvanger
• Dimlichten automatisch
• Lendesteunen verstelbaar

De waarde van deze ontbrekende opties is via een drietal optiepakketten te herleiden naar € 8.662,–. Het betreft de pakketten [pakket 1], [pakket 2], [pakket 3].

Dit is direct na constatering (de dag na aankoop) gemeld aan de ondernemer, met het verzoek deze opties alsnog te plaatsen, dan wel de verkoopovereenkomst (gedeeltelijk) te ontbinden. Op 28 februari 2016 heb ik in een persoonlijk gesprek met de ondernemer aangegeven dat ik erg
teleurgesteld was in de auto, omdat er een aantal beloofde en voor mij essentiële opties ontbraken.
De ondernemer gaf daarop aan dat ik dit had moeten controleren bij aankoop, zoals in zijn voorwaarden is opgenomen. Ik heb daarop aangegeven het niet eens te zijn met de stelling dat alles te wijten was aan mijn onderzoeksplicht en dat ik graag een oplossing wilde. Omdat het een prettig gesprek was gaf de ondernemer aan om uit coulance te willen onderzoeken wat er mogelijk was om achteraf te herstellen (Xenon, cruise control, dimmende binnenspiegel etc.). Omdat het BW aangeeft dat de verkoper in staat moet worden gesteld een en ander op te lossen heb ik hierin toegestemd en het voertuig achtergelaten. De ondernemer gaf hierbij te kennen dat hij op grond van de overeenkomst hier niet aan behoefde te voldoen, maar dat hij uit coulance bereid was te kijken wat er mogelijk was.
Op 1 maart 2016 werd ik gebeld door de ondernemer, die aangaf dat het achteraf inbouwen
van cruise control mogelijk was en dat hij een hoedenplank had gevonden. Het inbouwen
van de andere opties zoals Xenon was volgens de ondernemer niet mogelijk. Om de twee items uit te kunnen voeren had de ondernemer een schriftelijke opdracht nodig en die heb ik op die dag aan de ondernemer gemaild. Dit heeft geresulteerd in het achteraf plaatsen van een hoedenplank en Cruise Control. Op een op 11 maart 2016 gedateerd schriftelijk verzoek van de BOVAG tot gedeeltelijke ontbinding van de overeenkomst, heeft de ondernemer als reactie aangegeven dat er reeds een aantal opties zijn aangebracht en dat er geen ander voorstel meer zou worden gedaan.

De consument verzoekt om gedeeltelijke ontbinding van de overeenkomst (vermindering van
het aankoopbedrag met de helft van de aanschafwaarde van de genoemde opties), danwel een
gehele ontbinding van de koopovereenkomst.

Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.

Ik verlang primair het verschil in dagwaarde tussen een vergelijkbare auto als de mijne die wel is voorzien van de thans ontbrekende opties en de dagwaarde van mijn huidige auto. Dit verschil in dagwaarde bedraagt omstreeks € 4.000,–. Subsidiair verlang ik gehele of gedeeltelijke ontbinding of vernietiging van de overeenkomst.
Voorafgaand aan de totstandkoming van de koopovereenkomst heb ik op [naam van de website] specifiek gezocht naar auto’s voorzien van xenonverlichting en cruise-control, omdat ik een auto wilde die in ieder geval ook deze opties zouden hebben. Aan de hand van deze criteria ben ik uitgekomen bij de door de ondernemer aangeboden auto. Ik heb de auto vervolgens binnen één uur na binnenkomst bij de ondernemer gekocht, zonder met de auto te hebben proef gereden. Achteraf bleek dat de advertentie en het filmpje van de aangeboden auto het interieur van een andere auto vertoonden.
De opdracht tot het inbouwen van de cruise-control was geen schikking ter finale kwijting van het geschil.

Standpunt van de ondernemer

Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.

Wij hebben in een gesprek met de consument aangegeven dat hij een onderzoekplicht heeft en wij een informatieplicht. De consument heeft de auto bij ons in de showroom uren bekeken en zelfs vergeleken met een [merknaam van de auto] bij ons in de buurt.

Voorts staat er bij ons op de prijskaart en op internet dat spel- en drukfouten zijn voorbehouden. Aan deze prijskaart kunnen geen rechten worden ontleend en dit stond ook op het internet. Daar komt bij dat de consument douanier is en hij vertelde dat hij ook importauto’s gecontroleerd heeft voor zijn beroep, dus hij weet als geen ander waar hij op moet letten.

Wij hebben per mail afgesproken wat wij konden doen en de consument heeft dat per email aan ons op 1 maart 2016 om 12:50 uur geaccordeerd. Nu probeert de consument ook nog eens geld bij ons los te kloppen. Dit lijkt nergens op.

Na afloop van de zitting heeft de ondernemer als reactie op het door de consument ter zitting aangevoerde verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.

De consument heeft per e-mail op 1 maart 2016 laten weten akkoord te gaan met ons voorstel dat er een origineel Cruise control systeem zou worden ingebouwd. Dit systeem is ook daadwerkelijk ingebouwd. Voorts is er een hoedenplank geleverd en is de spraaksoftware omgezet naar het Nederlands. Daarmee is het ontstane geschil opgelost. Wij kunnen ons dan ook niet vinden in zijn suggestie dat bovenstaande geen schikking ter finale kwijting van het geschil zou zijn. Dit is uiteraard wel het geval. Ook wijzen wij de verdere argumenten die de consument ter zitting naar voren heeft gebracht af.

Deskundigenrapport

De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport, voor zover thans van belang, het volgende vastgesteld.

Het betreft hier een zeer complexe casus en wel om het volgende. De consument mist, zoals vermeld in het dossier, meerdere opties die wel in de advertentie stonden aangegeven maar niet op de auto aanwezig zijn. De auto is echter niet op de normale manier middels de importeur ingevoerd, maar is door middel van zogenaamde parallelle import uit Duitsland ingevoerd. In de praktijk betekent dat over het algemeen dat de uitvoeringsvorm van een type auto aangepast wordt aan de eisen die in het betreffende land gelden en door de importeur gewenst worden. In dit geval betreft het een [merknaam van de auto] volgens aanbieding in de [naam van de uitvoering] uitvoering. Dat wil echter niet zeggen dat een [naam van de uitvoering] uitvoering zoals in Duitsland nieuw geleverd is exact dezelfde uitvoering en dezelfde opties heeft als dezelfde auto van dit type die in Nederland nieuw geleverd is. De ondernemer had refererende auto’s van dit type uitvoeringen in voorraad.

Ik heb het volgende geconstateerd:
1. Xenon verlichting is niet aanwezig, de auto heeft normale koplampen. Ombouw is niet zomaar mogelijk, het betreft hier een zeer complex systeem en is vrij kostbaar.
2. Adaptive verlichting is niet aanwezig.
3. De speakers in de portieren waren wel van [naam van het merk]. De bijbehorende woofer was niet aanwezig. Bij een refererende auto was wel de woofer aanwezig doch hier waren de speakers niet van [naam van het merk].
4. De airconditioning was van het normale type.
5. Parkeerhulp bestond uit parkeersensoren aan de achterzijde.
6. De chroomlijsten aan de voorzijde waren wel van de “[naam van de uitvoering]” uitvoering, van de refererende auto weer niet.
7. De binnenspiegel is niet zelf dimmend en bevat geen regensensor.
8. Cruise Control is inmiddels door de ondernemer aangebracht.
9. De stoelen zijn van een ander type dan vermeld in de aanbieding.
10. Een DAB ontvanger (Digitale radio ontvangst) is niet aanwezig.
11. De voorste stoelen waren niet voorzien van lendensteunen.

Resumerend stel ik dan ook dat de uitvoering afwijkt van een in Nederland nieuw geleverde auto. Wanneer de auto zou voldoen aan de opties zoals vermeld in de aanbieding zouden volgens de dealer
de kosten circa € 8.662,– bedragen.

Beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen.

Artikel 6:193c lid 1 onder b BW bepaalt dat een handelspraktijk misleidend is indien informatie wordt verstrekt die feitelijk onjuist is of die de gemiddelde consument misleidt of kan misleiden, al dan niet door de algemene presentatie van de informatie, zoals ten aanzien van de voornaamste kenmerken van het product, zoals beschikbaarheid, voordelen, risico’s, uitvoering, samenstelling, accessoires, klantenservice en klachtenbehandeling, procedé en datum van fabricage of verrichting, levering, geschiktheid voor het gebruik, gebruiksmogelijkheden, hoeveelheid, specificatie, geografische of commerciële oorsprong, van het gebruik te verwachten resultaten, of de resultaten en wezenlijke kenmerken van op het product verrichte tests of controles. Voorts bepaalt het derde lid van artikel 6:193j BW dat een overeenkomst die als gevolg van een oneerlijke handelspraktijk tot stand is gekomen, vernietigbaar is.

Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd betwist, alsmede op grond van de in zoverre niet bestreden inhoud van overgelegde bewijsstukken, staat in het onderhavige geschil naar het oordeel van de commissie vast dat de auto door de ondernemer op internet is aangeboden en daarbij informatie over de auto is verstrekt die feitelijk onjuist is. De commissie verwijst in dit verband naar het rapport van de door haar ingeschakelde deskundige.

Voorts staat vast dat de koopovereenkomst als gevolg van die oneerlijke handelspraktijk tot stand is gekomen. De consument heeft namelijk verklaard dat hij voorafgaand aan de totstandkoming van de koopovereenkomst op Autoscout specifiek heeft gezocht naar auto’s voorzien van xenonverlichting en cruise-control, omdat hij een auto wilde die in ieder geval ook deze opties zouden hebben en hij, zo begrijpt de commissie de consument, op grond van deze informatie bij de ondernemer terecht is gekomen en de auto heeft gekocht. De ondernemer heeft dit niet gemotiveerd weersproken.

Gezien het voorgaande acht de commissie de koopovereenkomst gedeeltelijk vernietigbaar. In het licht van het voorgaande acht de commissie het verzoek van de consument tot vergoeding van het verschil in dagwaarde tussen een vergelijkbare auto als de zijne die wel is voorzien van de thans nog ontbrekende opties en de dagwaarde van zijn huidige auto een redelijke oplossing ter beslechting van het onderhavige geschil. De commissie begroot dit verschil in dagwaarde aan de hand van het rapport van de door haar ingeschakelde deskundige en mede aan de hand van de ANWB Koerslijst op een bedrag ter hoogte van € 4.000,–.

Wellicht ten overvloede merkt de commissie nog op dat de omstandigheid dat er op de prijskaart en op internet zou hebben gestaan dat spel- en drukfouten zijn voorbehouden en er geen rechten kunnen worden ontleend aan de prijskaart niets afdoet aan het bovenstaande. Voorts merkt de commissie nog op dat naar haar oordeel geen omstandigheden zijn komen vast te staan, waaruit blijkt dat de consument zijn onderzoeksplicht heeft geschonden.

Tenslotte merkt de commissie op dat naar haar oordeel niet is gebleken dat de consument met het accorderen van de inbouw van de cruise control en de hoedenplank finale kwijting aan de ondernemer heeft verleend ter zake hun geschil omtrent het ontbreken van de opties.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing

De ondernemer betaalt aan de consument een vergoeding van € 4.000,–. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies.

Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van
€ 127,50 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.

Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 600,–.

De commissie wijst het meer of anders verlangde af.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Voertuigen op 25 juli 2016.