
Commissie: Openbaar Vervoer
Categorie: Schadevergoeding
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
47385
De uitspraak:
Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. De na te beschrijven gang van zaken rond het boeken van een treinreis door middel van internet brengt een aanbod van de zijde van [de ondernemer] mede, dat na aanvaarding moet gelden als een contract. De consument verlangt terugbetaling van hetgeen hij op de bewuste tickets meer heeft betaald dan € 72,40. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. Er is pas sprake van een overeenkomst na het nemen van alle stappen in het programma. Dan had men gezien dat er een fout zat in de eerste c.q. tweede pagina van het programma. De ondernemer heeft ter zitting aangegeven enige coulance te willen betrachten, in de vorm van een immateriële vergoeding van schade. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. Van het volgende kan als vaststaand worden uitgegaan. De consument heeft een treinreis willen boeken, daartoe aangezet door een aantrekkelijke propositie, voor twee personen van Den Haag naar Basel, in de periode 22 februari – 28 februari 2010. Bij het boeken op de website zag de consument dat hij voor € 36,20 per persoon een treinretour kon krijgen. Dit gezien hebbende, heeft hij het boekingsproces gestopt en heeft eerst een hotel geboekt. Toen hij andermaal via de website wilde boeken, bleek op de derde pagina van de website dat de prijs in totaal voor twee personen niet € 72,40 maar € 574,40 bedroeg. Vervolgens heeft hij zich naar de balie van [de ondernemer] op het station Den Haag begeven en zich daarover beklaagd, maar alleen een ticket voor laatstgenoemde prijs was verkrijgbaar. De consument stelt zich op het standpunt dat de hiervoor genoemde pagina op de website moet worden beschouwd als te tonen een aanbod van [de ondernemer] tot het sluiten van de betreffende vervoersovereenkomst voor een prijs van € 36,20 per persoon, aan welk aanbod hij [de ondernemer] houdt. Bij de beoordeling van de vraag of inderdaad sprake was van een aanbod in de door de consument voorgestane zin, komt het aan op de betekenis die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer aan de tekst op de website hebben kunnen toekennen. In aanmerking nemende dat het programma aldus was opgezet dat de koop pas is gesloten na het zetten van een groot aantal stappen, moet ervan worden uitgegaan dat het ook de consument duidelijk was dat pas nadat alle modaliteiten van de reis op de achtereenvolgende pagina’s waren aangegeven middels opt-in of opt-out, er een concreet aanbod (tijd, plaats, traject, klasse, prijs) te voorschijn kwam waarop de klant al dan niet positief kan reageren door naar het betaalprogramma over te gaan. Dat betekent dat de tweede pagina van de website in afzondering bezien, niet kan worden beschouwd als een onvoorwaardelijk en onherroepelijk aanbod dat slechts behoeft te worden aanvaard om een overeenkomst tot stand te brengen. Daarbij komt dat ook de consument bij nauwgezette bestudering op de betreffende pagina had kunnen zien dat de heenreis voor een prijs van € 0,00 werd aangeboden, hetgeen als een weinig voor de hand liggend aanbod kan worden gekenschetst. Op dit punt heeft [de ondernemer] toegegeven dat sprake is geweest van een hinderlijke programmeerfout, die inmiddels is hersteld. Om die reden heeft [de ondernemer] aangegeven ermee te kunnen instemmen dat een vergoeding wegens het als gevolg daarvan ondervonden ongemak wordt toegekend. Ingaande op dat aspect, komt de commissie tot de slotsom dat een vergoeding van € 50,– naar redelijkheid en billijkheid als een adequate genoegdoening beschouwd moet worden. Dat leidt tot de volgende beslissing. Beslissing De ondernemer betaalt aan de consument een vergoeding van € 50,–. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies. Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de ondernemer bovendien de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de verzenddatum van het bindend advies. De commissie wijst het meer of anders verlangde af. Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 25,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld. Aldus beslist door de Geschillencommissie Openbaar Vervoer op 7 april 2011.