
Commissie: Openbaar Vervoer
Categorie: Klacht
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
41698
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft het missen van de vlucht van Schiphol richting de Verenigde Staten door een sein-en wisselstoring bij Meppel. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. Op 21 januari 2010 moest de consument bij Meppel de trein uit en kon zij niet verder reizen naar Zwolle. Door de sein- en wisselstoringen bij Zwolle heeft zij haar vlucht gemist en dat is een enorme teleurstelling voor haar geweest. Zij zag er al weken naar uit om haar vriend in de Verenigde Staten te bezoeken. Zij had haar treinreis zo gepland dat zij tenminste drie uur tevoren op de luchthaven aanwezig was. Na anderhalf uur in Meppel gewacht te hebben kwam er een trein die wel weer de goede kant op ging maar in de trein werd omgeroepen dat de trein naar Den Haag ging en dat de reizigers voor Schiphol het beste in Utrecht konden overstappen welk advies zij opgevolgd heeft. Uiteindelijk was de consument pas om ongeveer 12.50 uur in Utrecht. Zij kwam rond 13.45 uur op Schiphol aan en haar vlucht vertrok om 13.55 uur. Zij werd niet meer doorgelaten. Een andere vlucht boeken kon niet meer die dag. De consument wenst restitutie van het ticket omdat zij een nieuw ticket moest kopen. De kosten bedragen € 584,51 aan kosten reis [woonplaats] – Schiphol, kosten [vliegticket] € 542,11 en de terugreis Schiphol-[woonplaats]. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. Vanwege een wisselstoring was er tussen 9.10 en 11.00 uur minder treinverkeer mogelijk rondom Zwolle. Rond 11.30 uur reden de meeste treinen weer volgens planning. De ondernemer bracht de reizigers op de hoogte van deze storing via mededelingen in de relevante treinen en op de relevante stations. Aangezien er nog steeds treinverkeer mogelijk was rondom Zwolle, zij het in mindere mate, en de storing naar haar aard op korte termijn kon worden opgelost werd er niet gekozen voor vervoersalternatieven. Bij brief heeft de ondernemer al op 17 februari 2010 kenbaar gemaakt dat hij niet aansprakelijk kon worden gehouden voor de schade die is veroorzaakt door vertraging of het missen van een aansluiting op grond van artikel 13.3 van haar Algemene Voorwarden. De ondernemer is wel overgegaan tot vergoeding van de treintickets. Tevens op grond van artikel 8:108 van het Burgerlijk Wetboek is de ondernemer niet aansprakelijk tenzij sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid. Daarvan is in het onderhavige geval geenszins sprake. Het had op de weg van de consument gelegen om alternatieven te benutten om haar vlucht te kunnen halen zoals vervoer per taxi, te meer nu het haar duidelijk dat bij Meppel de trein niet verder reed. Het heeft er voorts de schijn van dat de consument te weinig marge heeft genomen om tijdig aanwezig te kunnen zijn op Schiphol omdat zij volgens de boardingpass 12.16 uur diende te boarden en eventuele bagage 120 minuten voor vertrek afgegeven moet worden. Zij had in haar planning slechts een marge van drie kwartier. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. Zoals tijdens de mondelinge behandeling in de bespreking naar voren is gebracht is er een risicoverdeling in de wet neergelegd die erin voorziet dat de gevolgen van vertraging behoudens uitzonderingen niet ten late van de vervoerder kunnen worden gebracht. In dit geval is die uitsluiting van toepassing. Er is geen sprake van de uitzonderingen van opzet of bewuste roekeloosheid. Er is ook niet gebleken dat bijvoorbeeld onjuiste informatie is verstrekt of dat toezeggingen zijn gedaan waaraan de ondernemer gehouden geacht zou kunnen worden. De teleurstelling van de consument, die zij bij de mondelinge behandeling nog eens heeft uitgesproken, is begrijpelijk maar kan niet tot een andere afdoening leiden. Het is aan de reiziger om zijn reisschema vast te stellen en een iets eerder vertrek zou in dit geval wellicht al soelaas hebben kunnen bieden, maar de concrete reden waardoor de klacht niet toewijsbaar is, is gelegen in de wettelijke regeling zoals hiervoor weergegeven. De slotsom is dat de klacht ongegrond verklaard moet worden. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing De commissie wijst het verlangde af. Aldus beslist door de Geschillencommissie Openbaar Vervoer op 21 oktober 2010.