Mondeling overeengekomen meerwerk; consument niet geprotesteerd bij aanvang werkzaamheden. Stilzwijgende instemming consument daarmee opdracht verstrekt.

  • Home >>
  • Verbouwingen en nieuwbouw >>
De Geschillencommissie




Commissie: Verbouwingen en nieuwbouw    Categorie: Meer- en minderwerk    Jaartal: 2012
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 66548

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil betreft de door de ondernemer gestuurde (eind)afrekening voor werkzaamheden aan het appartement van de consument.   Van het totale factuurbedrag heeft de consument een bedrag van € 5.956,37 onbetaald gelaten. De consument heeft dit bedrag bij de commissie in depot gestort.   Standpunt van de consument (kort samengevat)   Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komen de klachten op het volgende neer. De consument klaagt over de eindafrekening, meer in het bijzonder over het door de ondernemer in rekening gebrachte meerwerk. Hij heeft de volgende klachten:   Klacht 1: Het doorberekenen van hogere kosten aan de kozijnen en deuren in de achtergevel, voor een uitvoering waarvoor geen opdracht is gegeven en waarvoor de ondernemer onjuiste en tegenstrijdige verklaringen geeft. De achtergevel van het appartement betreft geen beschermd stadsgebied, zoals de ondernemer stelt.   Klacht 2: Het berekenen van extra kosten voor de werkzaamheden aan de plafonds op basis van belemmeringen of bemoeilijkingen, waarvan de ondernemer redelijkerwijs op de hoogte had kunnen zijn bij het uitbrengen van de offerte. De plafonds bleken niet af te werken op de wijze als door de ondernemer in zijn offerte aangeboden, de meerkosten voor een andere oplossing behoren voor rekening van de ondernemer te komen.    Klacht 3: Lekkage aan de keuken.   De consument heeft een aantal nota’s ontvangen: – Factuur van 7 september 2011 ad € 5.950,–. – Factuur van 26 oktober 2011 ad € 10.511,28. Beide nota’s zijn door hem betaald in de veronderstelling dat het de eerste termijn respectievelijk de eindafrekening betrof. De factuur van 1 december 2011 ad € 6.318,36 betrof zowel het plaatsen van de keuken als werkzaamheden die onder de offerte vielen. Nadien heeft de ondernemer een aantal posten gecrediteerd.   De consument vordert specificatie van de nota’s met een uitsplitsing van de meerkosten en is bereid tot betaling van het restant van de nota’s met uitzondering van de door hem betwiste meerkosten aan plafonds en achtergevel.   Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – met betrekking tot zijn klachten het volgende aangevoerd.   Klacht 1: de consument heeft gewezen op de door hem overgelegde stukken, waaronder een e-mailbericht van 30 juni 2011 te 22.39 uur. Daaruit blijkt dat de consument ten aanzien van de grote slaapkamer opdracht heeft gegeven tot het vervangen van de twee vaste deuren door volledige ruiten met gelaagd glas. In de eveneens bijgevoegde offerte waren twee alternatieven opgenomen. Door de consument is gekozen voor de goedkoopste variant. Om die reden had er € 1.034,– minder in rekening gebracht moeten worden dan nu is gebeurd. Dat het appartement onderdeel van een beschermd stadsgezicht uitmaakt is niet relevant, het gaat hier om de achterzijde van het appartement. Van de opmerking dat de prijs ongeveer gelijk zou blijven kan hij zich niets herinneren. De uiteindelijk gekozen oplossing is een tussenoplossing. Bij een nihil prijsverschil zou hij gekozen hebben voor de goedkopere oplossing uit de offerte.   Klacht 2: De geoffreerde oplossing voor de plafonds bleek niet de juiste. De consument heeft dit kort besproken met de voorman. De oplossing was het aanbrengen van gipsplaten. De consument zou daarvoor zelf een aantal werkzaamheden verrichten, en is vertrokken voor het kopen van schroeven. Toen hij diezelfde dag na de lunch terugkeerde was de helft al gedaan. Hij stond daarmee voor een voldongen feit, terwijl hij geen opdracht voor de werkzaamheden had gegeven. De extra kosten voor de plafonds wil de consument niet dragen. De extra kosten voor de koker is hij wel bereid te vergoeden.   Klacht 3: De rekening voor de keuken wordt op zichzelf niet betwist, daartoe is opdracht gegeven. De consument heeft deze rekening echter niet betaald. De consument stelt dat hij door betaling van de betwiste factuur d.d. 26 oktober 2011 teveel heeft betaald en wenst het teveel betaalde te verrekenen met de factuur inzake de keuken. Bovendien is de keuken niet volledig volgens zijn wensen aangepast. Hij betwist ten aanzien van keuken echter uitsluitend een post van € 138,– voor een keukenrooster.   De consument heeft nog eens toegelicht dat de factuur van 1 december 2011 voor hem als een verrassing kwam, hij meende na de tweede factuur alles betaald te hebben. De spreadsheet die bij die factuur zat was voor hem verder onbegrijpelijk, maar het totaal bedrag leek redelijk te kloppen.   Standpunt van de ondernemer (kort samengevat)   De ondernemer heeft als volgt gereageerd op de klacht van de consument.   Klacht 1: Het appartement ligt in een beschermd stadsgebied. Tijdens de opname is gesproken over het aanbrengen van isolatieglas in de deuren en ramen van de achtergevel. Aangezien de bestaande ramen en deuren ongeschikt waren voor plaatsing van isolerende beglazing is gesproken over nieuwe ramen en deuren. De opname heeft geresulteerd in een prijsopgave welke per e-mail is verzonden op 29 juni 2011 en bedoeld als opzet van de kosten voor de gevraagde werkzaamheden. Kort daarop is de opdracht telefonisch door de consument verstrekt en deze werd in een later e-mailbericht bevestigd. Er is niet gesproken over wijzigingenten aanzien van de offerte.   Klacht 2: Het aanbrengen van stucplaatjes onder het bestaande plafond is op basis van een raming ter plaatse en zonder overleg met de ondernemer uitgevoerd. Bij latere contacten heeft de consument met geen woord gerept over een slecht advies op dit punt en hij heeft evenmin opmerkingen waaruit enige onvrede was af te leiden.   Klacht 3: De lekkage aan de keuken is niet gemeld aan de ondernemer. De ondernemer is bereid de oorzaak te bekijken om te bezien wat een oplossing kan zijn.   Ten aanzien van de facturen merkt de ondernemer het volgende op. De uitgebrachte eerste factuur voor de uitgevoerde werkzaamheden is volgens de ondernemer helder en verwijst hiervoor naar de prijsopgave en de opdrachtbevestiging en posten genoemd in het overzicht. De tweede factuur behelsde de eindafrekening van de aanneemsom met de extra werkzaamheden. De derde factuur behelsde de werkzaamheden aan de keuken die in regie zijn uitgevoerd. Van de keuken zou volgens de oorspronkelijke opdracht alleen het aanrechtblad vernieuwd worden met herstel van het tegelwerk. De keuken diende echter alsnog volledig te worden verwijderd met alle financiële consequenties van dien. De ondernemer stelt dat over de factuur voor de werkzaamheden onder regie geen verschil van mening meer lijkt te zijn. Deze dient dan ook betaalbaar te worden gesteld, waarbij de consument de aangeboden posten van € 200,– en € 138,– in mindering mag brengen.   Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.   Klacht 1: Ten aanzien van de deuren is ter plaatse overleg gevoerd en is gekozen voor een andere, minder kwetsbare uitvoering. Deze sloot bovendien beter aan op de bestaande situatie, waarbij van belang was dat het een beschermd stadsgezicht betrof. Bij dit overleg is door de ondernemer aangegeven dat deze oplossing per saldo ongeveer even duur zou uitkomen. Vanwege dit feit is er niet meer apart een begroting opgesteld. Hij heeft de consument overigens nog wel € 200,– korting aangeboden omdat er een andere uitvoering is toegepast, maar deze heeft dat aanbod om hem moverende redenen niet geaccepteerd.   Klacht 2: De ondernemer was zelf niet aanwezig bij het gesprek met de voorman. Hij is echter vlak daarna in het appartement gearriveerd. De consument was nog aanwezig. Er was al beslist wat er moest gebeuren en er is ter plekke zelfs een raming van de kosten gemaakt. Hij mocht er van uitgaan dat het akkoord was. De consument heeft ook verder geen enkele opmerking gemaakt waaruit het tegendeel zou blijken. Pas in zijn brief van december 2011 heeft hij daarover geklaagd. De kosten van de koker kon de ondernemer ter zitting niet exact aangeven, deze bedroegen rond de € 350,–.   De ondernemer heeft er nog op gewezen dat bij de tweede factuur een keurig overzicht van alle posten was gevoegd. De keuken maakte geen deel uit van de offerte en is daarom apart gefactureerd.   Beoordeling van het geschil   De commissie stelt vast dat tussen partijen een overeenkomst is gesloten voor de uitvoering van werkzaamheden aan het appartement van de consument.     Ten aanzien van de klachten van de consument overweegt de commissie als volgt.   Tussen partijen staat vast dat tot de werkzaamheden aan de keuken door de consument opdracht is gegeven en dat het werk door de ondernemer is uitgevoerd en opgeleverd. De consument is derhalve in beginsel gehouden de overeengekomen aanneemsom voor het werk aan de keuken ad € 5.956,37 te voldoen.   Klacht 1: De deuren aan de achterzijde.   De consument vordert vermindering van het reeds betaalde factuurbedrag met een bedrag van € 1.034,–. Hij stelt dat hij opdracht heeft gegeven om het in de begroting genoemde alternatief uit te voeren. De commissie stelt vast dat partijen van mening verschillen over de vraag of voor de consument duidelijk was dat de aangeboden oplossing in prijs gelijk was aan hetgeen door de ondernemer is geoffreerd. Wat hiervan ook zij, de consument heeft de oplossing gekregen die door hem met de ondernemer is besproken en waarvoor hij opdracht heeft gegeven. De commissie is dan ook van mening dat hij in beginsel gehouden is tot de afgesproken aanneemsom voor dit deel van het werk. Zij zal de vordering van de consument op dit punt afwijzen. Nu de ondernemer heeft aangeboden hierop € 200,– in mindering te brengen, zal de commissie in zoverre de ondernemer hierin volgen, dat zij zal beslissen dat de consument € 200,– (exclusief BTW) teveel heeft betaald.      Klacht 2: De plafonds.   De commissie stelt vast dat partijen van mening verschillen over de vraag of de consument nu wel of niet opdracht heeft verstrekt voor het aanbrengen van gipsplaten op de plafonds, in afwijking van de oorspronkelijk geoffreerde oplossing. Daarnaast spreken partijen elkaar tegen over de omstandigheden waaronder de opdracht al dan niet zou zijn versterkt. De commissie maakt uit het geheel van de omstandigheden op dat de consument in elk geval niet heeft geprotesteerd toen de werkzaamheden waren aangevangen. De ondernemer heeft redelijkerwijs mogen aannemen dat de consument stilzwijgend heeft ingestemd en dat de opdracht (daadwerkelijk) was verstrekt.   Wat betreft de extra kosten die daarmee gemoeid waren, had de consument moeten begrijpen dat hier meerkosten aan verbonden waren ten opzichte van de eenvoudiger werkzaamheden die oorspronkelijk waren geoffreerd. Uit het spreadsheet dat als bijlage 4 in het geding is gebracht, blijkt dat voor de plafonds en koker een bedrag van € 2.821,76 (exclusief BTW) in rekening is gebracht. De consument heeft ter zitting verklaard dat hij geen bezwaar (meer) heeft tegen de kosten van de koker. Gelet op de onduidelijke omstandigheden en het feit dat partijen elkaar tegenspreken, is de commissie echter van oordeel dat in dit geval in redelijkheid moet worden begroot dat de consument een bedrag van € 1.000,– (exclusief BTW) teveel heeft betaald.   Klacht 3: Het keukenrooster.   Deze post wordt door de consument betwist omdat de keuken anders is uitgevoerd dan waartoe volgens hem opdracht is gegeven. De commissie stelt echter vast dat de consument de oplossing wel heeft geaccepteerd. De commissie zal de vordering van de consument op dit punt afwijzen. Nu de keuken echter niet volledig volgens de wensen van de consument is uitgevoerd acht zij een korting niet onredelijk. De consument acht hier een korting van € 38,– redelijk, hetgeen betekent dat de consument voor het rooster een bedrag van € 100,– aan de ondernemer dient te betalen. De commissie zal de consument hierin volgen en beslissen dat een bedrag van € 38,– (exclusief BTW) in mindering wordt gebracht op de factuur voor de keuken.   In depot is gesteld een bedrag van € 5.956,37 (inclusief BTW), zijnde een bedrag van € 5.005,36 (exclusief BTW). Gelet op hetgeen de commissie hiervoor heeft overwogen en beslist, moet van het depot bedrag (€ 5.005,36 – (€ 200,– + € 1.000,– + € 38,–)) = € 3.767,36 (exclusief BTW), zijnde € 4.483,16 (inclusief BTW) aan de ondernemer worden betaald. Het restantbedrag van (€ 5.956,37 – € 4.483,16) = € 1.473,21 (inclusief BTW) zal aan de consument worden betaald.   Hetgeen de commissie hiervoor heeft overwogen en beslist leidt tot het oordeel dat klachten van de consument gedeeltelijk gegrond worden bevonden, zodat de commissie zal beslissen dat de ondernemer op grond van artikel 21 van het reglement het klachtengeld ad € 250,– aan de consument moet vergoeden.   Derhalve wordt als volgt beslist.   Beslissing   – Nu de consument de factuur van 26 oktober 2011 reeds heeft betaald en betaling van de factuur van 1 december 2011 achterwege heeft gelaten, vindt verrekening plaats via het in depot gestorte bedrag;   – met inachtneming hiervan wordt het depotbedrag aldus verrekend, van het depotbedrag van € 5.956,37 (inclusief BTW) wordt een bedrag van € 4.483,16 (inclusief BTW) uitbetaald aan de ondernemer en een bedrag van € 1.473,21 (inclusief BTW) wordt uitbetaald aan de consument;   – de commissie wijst het meer of anders verlangde af;   – bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 250,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld;   – overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 500,–.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Verbouwingen op 27 juni 2012.