Motorschade huurschip toe te rekenen aan consument; geen vergoeding.

De Geschillencommissie
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Waterrecreatie    Categorie: HISWA-voorwaarden Huur en Verhuur Pleziervaartuigen    Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: WAT98.009

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil   Het geschil vloeit voort uit de huur van een Vollenhovense Bol voor de periode van 12 tot 26 september 1997 voor een prijs van DM 2820,–   De consument heeft zijn klacht op 26 september 1997 schriftelijk aan de ondernemer voorgelegd.    Standpunt van de consument   Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak: op woensdag 24 september 1997 is er op de Waddenzee tussen Ameland en het vasteland motorschade ontstaan, welke niet aan de consument toe te rekenen viel. Pogingen om de motor weer op gang te helpen mislukten. Er stond vloed en zonder sleephulp zou de consument de zee zijn opgedreven. Voor de sleephulp heeft de consument f 50,– moeten betalen.   De consument verlangt vergoeding van de sleepkosten alsmede een schadevergoeding wegens verloren vakantieplezier over een periode van drie dagen. Naar Duits recht zouden daar nog bij komen een vergoeding wegens stress, reiskosten en een verlate thuiskomst, maar de consument is bereid van die claims af te zien.   Standpunt van de ondernemer   Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak:   De consument is met een draaiende motor drooggevallen op het Wad. Daarbij heeft de motor grote hoeveelheden zand aangezogen waardoor de aanvoerleidingen en filters volledig verstopt waren geraakt. Toen het schip door opkomend tij weer dreef en de motor gestart werd verzuimde de consument te controleren of er wel koelwater uit de uitlaat kwam. Tevens heeft de consument, nadat de motor te heet werd, het akoestisch alarm genegeerd. Een aanzienlijke motorschade was het gevolg. De motor was een 4 jaar oude, goed onderhouden 3-cylinder Yanmar diesel (3GM30). Voor de afvaart van de consument is de motor gecontroleerd door het motorenbedrijf de Jong uit Heeg.   Op Terschelling is geen motorenreparatiebedrijf gevestigd. Daarom heeft de monteur van de veerboot naar de motor gekeken en geconstateerd dat de motor ter plekke niet gerepareerd kon worden. Een bergingsbedrijf heeft toen het schip naar Stavoren gesleept. De ondernemer heeft de consument en zijn echtgenote aldaar opgehaald.   De consument was zeer onaardig en weinig meewerkend. De borg van f 600,– is hem gerestitueerd en daarbovenop is hem een schadevergoeding van f 600,– aangeboden. Dit weigerde de consument omdat hij een extra vergoeding verlangde voor de verleende assistentie bij het terugvaren van het schip en vanwege de ontstane vertraging.   Ter onderbouwing van zijn standpunt heeft de ondernemer een verklaring overgelegd van diens zoon, die de gebeurtenissen beschrijft, alsmede een afschrift van de nota van de reparatie van de motor, waaruit blijkt dat er zich zand in de motor bevond.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen:   Blijkens artikel 8 van de te dezen toepasselijke algemene voorwaarden is de consument aansprakelijk voor de schade die ontstaat aan het schip, tenzij de schade niet de schuld is, noch kan worden toegerekend, aan de consument of aan de mede-opvarenden.   Op grond van deze maatstaf acht de Commissie de klacht van de consument ongegrond.   De lezing van de ondernemer van hetgeen gebeurd is, wordt niet door de consument weersproken, en komt de Commissie alleszins aannemelijk voor. De wijze waarop de consument met de motor van het schip is omgesprongen toen hij weer wilde wegvaren nadat hij was drooggevallen, getuigt niet van voldoende zorgvuldigheid.   De Commissie is daarom overigens van oordeel dat de ondernemer zeer coulant is geweest jegens de consument door hem diens borg van f 600,– te restitueren.   Beslissing   Het door de consument verlangde wordt afgewezen.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Waterrecreatie op 25 september 1998.