Commissie: Geestelijke Gezondheidszorg
Categorie: (Niet) Ontvankelijkheid
Jaartal: 2021
Soort uitspraak: ontvankelijkverklaring
Uitkomst: ontvankelijk
Referentiecode:
131986/134378
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over
De klaagster wil inzage in het medisch dossier van haar man, maar de zorgaanbieder weigert dit. De zorgaanbieder vindt het volmacht van de echtgenoot van de klaagster niet rechtsgeldig. De klaagster is het hier niet mee eens en heeft het geschil aan de commissie voorgelegd. De commissie oordeelt dat er sprake was van een behandelovereenkomst omdat de echtgenoot van de klaagster voor zijn overlijden in een instelling van de zorgaanbieder zat. Volgens het reglement van de commissie kan een nabestaande van een cliënt een klacht indienen bij de geschillencommissie. De klacht is ontvankelijk en ordt verder inhoudelijk behandeld.
Volledige uitspraak
In het geschil tussen
[Klaagster], wonende te [woonplaats],nabestaande van [cliënt],
gemachtigde: [naam]
en
Stichting Dimence Groep, gevestigd te Deventer
(hierna te noemen: de zorgaanbieder).
Behandeling van het geschil
De Geschillencommissie Geestelijke Gezondheidszorg (verder te noemen: de commissie) heeft kennis genomen van de overgelegde stukken.
De behandeling heeft plaatsgevonden op 6 december 2021 te Den Haag.
Partijen zijn niet voor de zitting opgeroepen.
Beoordeling van de ontvankelijkheid
De commissie dient eerst te beoordelen of klaagster in haar klacht kan worden ontvangen.
Klaagster heeft de zorgaanbieder verzocht om inzage in het medisch dossier van haar overleden man. Dit verzoek is door de zorgaanbieder geweigerd. Klaagster heeft een volmacht van haar echtgenoot overgelegd, die door de zorgaanbieder als niet rechtsgeldig is aangemerkt. Daarop heeft klaagster het geschil aan de commissie voorgelegd.
De commissie heeft vastgesteld dat de echtgenoot van klaagster voor zijn overlijden verbleef in een instelling van de zorgaanbieder en er derhalve sprake was van een behandelovereenkomst. Ingevolge het reglement van de commissie kan een nabestaande van een cliënt een klacht indienden bij de geschillencommissie.
De commissie oordeelt dat klaagster in haar klacht kan worden ontvangen. De geschillenprocedure dient via de geëigende weg te worden vervolgd. De zorgaanbieder zal in de gelegenheid worden gesteld verweer te voeren waarna het geschil door de commissie ter zitting zal worden behandeld.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie verklaart klaagster ontvankelijk in haar klacht.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Geestelijke Gezondheidszorg, bestaande uit de heer mr. A.R.O. Mooy, voorzitter, de heer drs. T. Knap (psychiater), de heer mr. P.C. de Klerk, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. W. Hartong van Ark, secretaris, op 6 december 2021.