Namens klaagster is door de gemachtigde geen klachtenprocedure bij de zorgaanbieder gestart; commissie kan geen inhoudelijke beoordeling geven

  • Home >>
  • Ziekenhuizen >>
De Geschillencommissie




Commissie: Ziekenhuizen    Categorie: Ontvankelijkheid    Jaartal: 2023
Soort uitspraak: Niet-Ontvankelijkheidverklaring   Uitkomst: niet-ontvankelijk   Referentiecode: 204956/230923

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

Klaagster wordt niet-ontvankelijk verklaard in haar klachten over de medische behandeling van haar inmiddels overleden echtgenoot en de weigering om het medisch dossier toegezonden te krijgen. Klaagster heeft niet binnen de termijn van twaalf maanden na afhandeling van de claim haar klacht aan de commissie voorgelegd en de klachtenprocedure met betrekking tot het verstrekken van het medisch dossier bij de zorgaanbieder in het geheel niet doorlopen.

De uitspraak

In het geschil tussen

mevrouw [naam], wonende te [plaatsnaam],
(hierna te noemen: klaagster) nabestaande van de heer M. Polat (hierna te noemen: cliënt);
gemachtigde: mr. [naam]

en

Academisch Medisch Centrum, gevestigd te Amsterdam
(hierna te noemen: de zorgaanbieder).

Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij wege van bindend advies door de Geschillencommissie Ziekenhuizen (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.

De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.

De behandeling heeft plaatsgevonden op 1 december 2023 te Utrecht.

Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen ter zitting te verschijnen.

Klaagster is niet ter zitting verschenen. De zorgaanbieder werd ter zitting vertegenwoordigd door de heer mr. [naam].

Beoordeling van de ontvankelijkheid van de klachten
De commissie heeft het volgende overwogen.

Klaagster heeft aan de commissie twee klachten voorgelegd, te weten:
1. Een klacht die ziet op de afwijzing van een schadeclaim door de zorgaanbieder verband houdende met de medische behandeling van cliënt;

2. Een klacht die betrekking heeft op het niet verstrekken van medische gegevens door de zorgaanbieder ondanks meermalen verzoeken daartoe door de gemachtigde van klaagster.

De zorgaanbieder heeft ten aanzien van beide klachten de commissie verzocht deze niet-ontvankelijk te verklaren.
Dit betekent dat de commissie eerst dient te beoordelen of klaagster in haar klacht kan worden ontvangen alvorens inhoudelijk over de klachten te oordelen.

Klacht 1. Afwijzing schadeclaim

Ingevolge artikel 6 lid 1 sub c van het reglement verklaart de commissie op verzoek van de zorgaanbieder de cliënt niet-ontvankelijk in zijn klacht indien de cliënt zijn geschil niet binnen twaalf maanden, na afhandeling van de klacht door het ziekenhuis, bij de commissie aanhangig heeft gemaakt. In afwijking van deze bepaling kan de commissie op grond van artikel 6 lid 2 van het reglement besluiten het geschil toch in behandeling te nemen, indien de cliënt ter zake van de niet naleving van de voorwaarden naar het oordeel van de commissie redelijkerwijs geen verwijt treft.
De commissie heeft het volgende vastgesteld.
Klaagster heeft bij brief van juli 2018 een klacht ingediend over de medische behandeling van cliënt. Er heeft naar aanleiding van deze brief een gesprek plaatsgevonden tussen de klachtenbemiddelaar en klaagster en haar familie. Naar aanleiding van dit gesprek heeft klaagster ervoor gekozen om de klacht verder ter laten behandelen als een schadeclaim. De zorgaanbieder heeft op 17 december 2018 de claim afgewezen. Klaagster heeft op 22 maart 2023 haar klacht aan de commissie voorgelegd, ruim vier jaren nadat de zorgaanbieder de claim heeft afgewezen.

De commissie is van oordeel dat klaagster op grond van artikel 6, lid 1 sub c van het reglement niet-ontvankelijk is in haar klacht vanwege deze termijnoverschrijding. Naar het oordeel van de commissie is niet gebleken van omstandigheden als bedoeld in artikel 6, lid 2, van het reglement. Daarbij overweegt de commissie dat klaagster sinds 2021 rechtsbijstand heeft gekregen van een advocaat en door deze gemachtigde niet is medegedeeld waarom klaagster niet eerder haar klacht aan de commissie heeft kunnen voorleggen.

Klacht 2: overleggen medisch dossier
Ingevolge artikel 6 lid 1 sub b. van het reglement verklaart de commissie op verzoek van de zorgaanbieder de cliënt niet-ontvankelijk in zijn klacht indien hij niet schriftelijk kan aantonen dat hij de interne klachtenprocedure heeft gevolgd.

Ter zitting heeft de zorgaanbieder aangevoerd dat aan de gemachtigde van klaagster herhaaldelijk medische informatie is toegestuurd. Deze gemachtigde heeft nooit kenbaar gemaakt welke concrete informatie er nog zou ontbreken. Namens klaagster is door de gemachtigde geen klachtenprocedure bij de zorgaanbieder gestart.

De commissie is van oordeel dat klaagster ook terzake van deze klacht niet-ontvankelijk zal worden verklaard nu niet is voldaan aan de voorwaarde neergelegd in artikel 6 lid 1 sub b.

Nu klaagster niet-ontvankelijk zal worden verklaard in haar klachten, betekent dit dat de commissie niet meer toekomt aan een inhoudelijke beoordeling van het geschil.

Beslissing
De commissie verklaart klaagster niet-ontvankelijk in haar klachten.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Ziekenhuizen, bestaande uit mevrouw mr. dr. E. Venekatte, voorzitter, de heer prof. dr. J.A. van der Hage, mevrouw mr. I. van den Hoven – van Vogelpoel, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. W. Hartong van Ark, secretaris, op 1 december 2023.