Niet aan verplichting tussenadvies voldaan

De Geschillencommissie




Commissie: Energie Zakelijk    Categorie: Deskundigenonderzoek    Jaartal: 2022
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: Ongegrond   Referentiecode: 45455/99703

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

De klacht gaat over het functioneren van de slimme meter. Er is een slimme meter geplaatst nadat de afnemer zijn zonnepanelen heeft gemeld, maar sindsdien betaalt de verbruiker meer aan energie. In een tussenadvies heeft de commissie de verbruiker in de gelegenheid gesteld om een onderzoek te laten verrichten naar het functioneren van de meetinrichting. De verbruiker heeft ondanks veel inspanning geen deskundige kunnen vinden. De commissie oordeelt dat de verbruiker niet voldoende heeft aangetoond dat de genoemde bedrijven het onderzoek niet kunnen uitvoeren. Daarnaast heeft de ondernemer ook een bedrijf voorgesteld, maar uit de stukken blijkt niet dat de verbruiker dit bedrijf heeft benaderd. De commissie oordeelt dat het bedrijf niet is tekortgeschoten in zijn verplichtingen. De klacht is ongegrond.

De uitspraak

Behandeling van het geschil
De Geschillencommissie Energie zakelijk (verder te noemen: de commissie) heeft bij tussenadvies d.d. 29 juni 2021 de eindbeslissing aangehouden.
De inhoud van dit tussenadvies moet als hier ingevoegd worden beschouwd.
De commissie heeft kennisgenomen van de reactie van de verbruiker/aangeslotene en de overgelegde stukken.

De commissie heeft de behandeling van het geschil op basis van de stukken, zonder mondelinge behandeling, afgedaan.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.

De commissie blijft bij al hetgeen zij heeft overwogen en beslist in het tussenadvies.

Naar aanleiding van de beslissing in het tussenadvies heeft de verbruiker/aangeslotene zich ter zake uitgelaten bij brieven van 21 juli en 18 augustus 2022. De commissie heeft ervan afgezien het bedrijf hierop te laten reageren gelet op het reeds eerder ingenomen standpunt door het bedrijf.

De verbruiker/aangeslotene heeft echter geen stukken aan de commissie verstrekt waartoe hij bij het tussenadvies in de gelegenheid is gesteld. Aldus heeft hij niet voldaan aan de beslissing in het tussenadvies.

In voormelde brieven heeft de verbruiker/aangeslotene het volgende gesteld. Ondanks al zijn pogingen en bereidheid kan hij geen geschikte deskundige vinden, zodat hij die stukken niet kan verstrekken. Hij heeft contact opgenomen met brancheorganisatie [naam branche], maar die kon hem niet verder helpen onder doorverwijzing naar [naam netbeheerder I], die heeft aangegeven dat hij hiervoor het bedrijf kan benaderen. Ook heeft hij contact opgenomen met [naam netbeheerder II], maar [naam netbeheerder II] kon hem niet verder helpen. Ook heeft hij, naast [naam bedrijf I], de volgende partijen benaderd voor het uitvoeren van het onderzoek: [namen van negen bedrijven], maar geen van deze partijen voert de door de commissie gevraagde onderzoeken uit.

Dat deze bedrijven bedoelde onderzoeken niet uitvoeren is echter door de verbruiker/aangeslotene niet dan wel onvoldoende met stukken onderbouwd. Daar komt bij dat blijkens de brieven van 1 april 2021 en 29 oktober 2021 het bedrijf ook [naam bedrijf II] heeft genoemd als bedrijf dat voor hem voor het verrichten van het meetonderzoek aanvaardbaar is. Gesteld noch gebleken is dat de verbruiker/aangeslotene [naam bedrijf II] hiervoor heeft benaderd, hetgeen hij wel had kunnen doen. Gelet op hetgeen de verbruiker/aangeslotene ter zitting heeft aangevoerd zoals in het tussenadvies is overwogen en door hem is herhaald in de bijlage bij zijn brief van 21 juli 2022, wil hij geen bedrijf benaderen dat volgens hem ‘uit de stal’ van het bedrijf komt en acht hij [naam bedrijf II] onvoldoende bekwaam. De beslissing om, ondanks hiertoe meermalen in de gelegenheid te zijn gesteld, erin te volharden dit bedrijf niet te benaderen, wat wel had gekund, dient voor zijn eigen risico te komen. Evenmin is daarom gebleken dat voornoemde bedrijven een dergelijk onderzoek niet uitvoeren. Ter zake [naam bedrijf I] is reeds overwogen dat deze partij niet voor het bedrijf aanvaardbaar is.

Aan het door de verbruiker/aangeslotene in zijn brief van 15 augustus 2022 neergelegde verzoek aan de commissie hem een lijst met (mogelijke) geschikte deskundigen te verstrekken die de meteronderzoeken / meterijkingen (kunnen) uitvoeren zodat hij daarmee contact kan opnemen, wordt reeds gelet op hetgeen hiervoor is overwogen voorbij gegaan. Overigens had de verbruiker/aangeslotene hiervoor zich met het bedrijf kunnen verstaan.

Aldus heeft geen onderzoek aan de meetinrichting door een voor het bedrijf aanvaardbare deskundige plaatsgevonden als bedoeld in artikel 13, lid 1 AV. Bij deze stand van zaken heeft de commissie onvoldoende handvatten om te twijfelen aan het functioneren van de meetinrichting. Gelet hierop gaat de commissie uit van de uitkomst van het meteronderzoek dat de verbruiker/ aangeslotene bekend was gemaakt op 4 november 2019. Dat ijkingsrapport toont aan dat de meter goed functioneert. Dit betekent dat de (op basis van de toepasselijke Algemene Voorwaarden) met de meetinrichting verkregen verbruiksgegevens voor partijen bindend zijn.

Conclusie moet zijn dat het bedrijf niet tekortgeschoten is in zijn verplichtingen en heeft voldaan aan de zorgplicht dat de verbruiker/aangeslotene beschikt over een meetinrichting die voldoet aan de wet gestelde eisen.

De commissie geeft de verbruiker/aangeslotene in overweging om, buiten dit geschil om, indien gewenst, alsnog een voor beide partijen aanvaardbaar bedrijf te benaderen voor het verrichten van bedoeld meetonderzoek.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
Verklaart de klacht ongegrond en wijst het verzochte af.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie zakelijk, bestaande uit mevrouw mr. I.K. Rapmund, voorzitter, de heer A.F. Kolkman, de heer mr. F.J. Pirard, leden, op 12 september 2022.