Niet aangetoond dat gebrekkige waterkraan bij ondernemer is gekocht. Commissie niet bevoegd.

De Geschillencommissie




Commissie: Doe-Het-Zelfbedrijven    Categorie: (On)bevoegdheid    Jaartal: 2018
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 115896

De uitspraak:

De beoordeling van de bevoegdheid van de commissie

De klacht van de consument is gebaseerd op de stelling dat zij bij de ondernemer in 2013 een waterkraan heeft gekocht, welke naar zeggen van de consument is gaan lekken met schade tot gevolg.

Ter staving van het bestaan van die door haar gestelde koopovereenkomst heeft zij (een print van) een pinbetaling met datum en tijdstip (13 (of 9) augustus 2013 om 19:20 uur) in het geding gebracht, maar geen kassabon.

Door de ondernemer is mede op basis van die informatie onderzoek gedaan met als resultaat dat op die datum en dat tijdstip weliswaar goederen bij haar zijn gekocht, maar uitdrukkelijk niet de gestelde waterkraan. Ook heeft de ondernemer kans gezien om alle andere pinbetalingen van de consument bij de ondernemer (10 stuks in totaal; aangereikt door de consument) te doorgronden. Die kassabonnen zijn door de ondernemer getraceerd en onderzocht, met als resultaat dat daaruit niet is gebleken van een aanschaf van een waterkraan.

Daarbij komt dat de naar (eerste) zeggen van de consument in 2013 aangeschafte waterkraan [naam waterkraan], eerst in 2015 in de collectie is opgenomen, aldus de ondernemer. De consument heeft nadien haar standpunt gerepareerd in die zin dat de waterkraan [naam tweede waterkraan] door haar is aangeschaft, maar naar zeggen van de ondernemer is die kraan eerst sinds 6 augustus 2014 in het assortiment opgenomen, zodat die kraan voor die datum dus niet kan zijn aangeschaft. Daarbij komt – aldus de ondernemer – dat onderzoek van de door de consument van de waterkraan (eerst in begin 2018) geproduceerde foto heeft geleerd dat de waterkraan van de consument, niet de kraan [naam tweede waterkraan] kan zijn die in het assortiment van de ondernemer is opgenomen. Dit omdat de hals van de kraan [naam tweede waterkraan] een geheel is, terwijl de kraan op de foto van de consument een lasnaad vertoont ter hoogte van de verbinding tussen kraan en hals.
De consument is niet verschenen ter zitting, zodat de commissie die gelegenheid niet heeft kunnen benutten om bij haar meer feitelijke informatie te vergaren over het al dan niet bestaan van de door haar gestelde koop van de waterkraan bij de ondernemer.

De commissie is op basis van het hiervoor overwogene van oordeel dat niet is komen vast te staan dat de consument de gestelde waterkraan heeft gekocht bij de ondernemer. Aldus is het bestaan van een hier ter zake doende koopovereenkomst niet komen vast te staan. Dit betekent tevens dat voor wat betreft de gestelde waterkraan geen algemene voorwaarden deel zijn gaan uitmaken van het door partijen overeengekomene, met als hier relevante conclusie dat partijen voor wat betreft de gestelde waterkraan geen geschillenregeling zijn overeengekomen in welk kader middels bindend advies door deze commissie kan en mag worden beslist.

De slotsom is dan ook dat in na te melden zin moet worden beslist.

Beslissing

De commissie verklaart zich onbevoegd het geschil te behandelen.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Doe-Het-Zelf Bedrijven op 13 juni 2018 te Den Haag.