Niet aannemelijk dat consument opdracht heeft gegeven voor verhelpen lekkage. Er is opdracht verstrekt tot het verhelpen van trillingsproblemen. Ondernemer heeft deze opdracht goed uitgevoerd

  • Home >>
  • Waterrecreatie >>
De Geschillencommissie




Commissie: Waterrecreatie    Categorie: HISWA Algemene Aannemings-, verkoop- en leveringsvoorwaarden    Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: WAT09-0034

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil heeft betrekking op de uitvoering van een reparatie, waartoe opdracht is verstrekt eind 2005. De prijs daarvoor bedroeg € 4.568,41.   Klager heeft de klacht op 9 juli 2009 schriftelijk voorgelegd aan de ondernemer.   Standpunt van de consument   Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.   De consument heeft aan de ondernemer opdracht gegeven om een lekkage aan zijn boot te verhelpen. Volgens de ondernemer zou het monteren van een RVS plaat onder het schip de lekkage verhelpen, doordat de motor minder zou trillen. De consument was nooit opgevallen dat de motor trilde, maar hij is afgegaan op het advies van de ondernemer. De reparatie bleek de lekkage niet te verhelpen. De ondernemer heeft getracht de lekkage te verhelpen door de houtdraadbouten te vervangen door bouten met moeren, echter het schip bleef lekken. De diagnose die de ondernemer vervolgens stelde was dat de polyester huid van het schip en de RVS plaat beter op elkaar pasgemaakt hadden moeten worden, voordat deze tegen elkaar gemonteerd zouden worden. De consument heeft het schip in januari 2009 af laten leveren. Pas eind juni 2009 was het schip klaar. Het schip lekte nog steeds. Bovendien heeft de ondernemer het schip smerig en met lege accu’s aan de consument overgedragen. Het schip maakte ook water, omdat de ondernemer vergeten was de kranen van de motor dicht te draaien. Het ondernemer heeft de consument met gevaar voor de veiligheid van de opvarenden het water op laten gaan.   Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.   Er is geen schriftelijke opdracht verstrekt. De consument volhardt in zijn standpunt dat de opdracht was om de lekkage ter verhelpen. Het rapport van de verzekeraar, dat door de ondernemer is overgelegd, zegt de consument inhoudelijk niets. De lekkage is uiteindelijk door een derde verholpen en bleek veroorzaakt te worden door de zwemtrap. De reparatie van de ondernemer was dus voor niets.   De consument verlangt restitutie van het betaalde factuurbedrag en vergoeding van de kosten voor het transport naar de werf en de gemaakte taxikosten.   Standpunt van de ondernemer   Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.   De consument heeft opdracht geven tot het opheffen van een ernstige trilling en onbalans van de motor. De ondernemer heeft geconstateerd dat de huid en fundatie gedelamineerd was. Omdat de beste oplossing te duur was, heeft de consument gekozen voor een goedkopere oplossing, namelijk het aanbrengen van een RVS plaat. Van een opdracht tot het verhelpen van een lekkage is geen sprake. Een lekkage zou ook eenvoudig van buiten te repareren zijn. Omdat de consument nadat de reparatie was uitgevoerd meldde dat er een lekkage was ontstaan, heeft de ondernemer de bouten weer los gemaakt en opnieuw met kit gemonteerd. De ondernemer wist toen niet dat het schip al vóór de reparatie lekte. Omdat de klacht van de lekkage bleef bestaan, heeft de ondernemer vervolgens de consument gevraagd het schip wederom naar de werf te brengen, waar de ondernemer het schip kosteloos zou stralen en weer opnieuw zou inpakken met epoxy, zodat uitgesloten zou zijn dat er nog lekkage zou optreden bij de reparatieplek. Het is niet waar dat de ondernemer de boot smerig heeft afgeleverd na de laatste reparatie. Met de accu’s heeft de ondernemer niets van doen gehad, evenmin met de kranen van de motor. De ondernemer heeft nog aangeboden om op kosten van ongelijk te repareren, maar op dat aanbod is de consument niet ingegaan.   Deskundigenrapport   De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport, voor zover thans van belang, het volgende vastgesteld.   De deskundige is van oordeel dat de ondernemer met de roestvaststalen plaat het probleem met het trillen van de motor heeft verholpen, ook al is deze ingreep vaktechnisch gezien niet de beste oplossing.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   Gezien de afwijkende standpunten van partijen hieromtrent dient de commissie allereerst de vraag te beantwoorden welke opdracht door de consument aan de ondernemer is verstrekt. Nu het door de ondernemer overgelegde document, dat volgens de ondernemer de schriftelijke opdracht van de consument zou bevatten, geen ondertekening kent en door de consument ter zitting ook weersproken is dat dit document door hem is opgesteld, gaat de commissie verder aan dit document voorbij. Bij gebreke van een ander schriftelijk stuk waaruit de verstrekte opdracht blijkt, dient de commissie bovenstaande vraag te beantwoorden op basis van hetgeen partijen hebben verklaard en hetgeen uit andere door partijen overgelegde stukken valt te herleiden.    In dat kader hecht de commissie bijzondere waarde aan het expertiserapport van [naam verzekeringsmaatschappij] uit, zoals ter zitting onweersproken is, 2005. Uit dit, door de verzekeraar van de consument opgestelde rapport volgt dat de consument aan de expert van de verzekeraar heeft verklaard dat “het schip (begon) te trillen tijdens het varen op de motor.” Over lekkage wordt in het expertiserapport niet gesproken; wel over delaminatie en het geven van de opdracht aan de ondernemer om roestvast stalen platen aan de romp te plaatsen om de motor af te steunen. Nu ook op de factuur van de ondernemer d.d. 8 november 2005 de werkzaamheden worden omschreven als “versteviging motorfundatie”, acht de commissie aannemelijk geworden dat de consument aan de ondernemer de opdracht heeft verstrekt tot het opheffen van een ernstige trilling en onbalans van de motor. Dat de consument opdracht heeft gegeven tot het verhelpen van een lekkage vindt geen steun in enig door partijen overgelegd document, zodat de commissie dat op grond van het voorgaande niet bewezen acht.   Volgens de door de commissie ingeschakelde deskundige heeft de reparatie door de ondernemer het trillingsprobleem van de motor verholpen. Deze bevinding van de deskundige volgend is de commissie van oordeel dat de ondernemer de verstrekte opdracht, zoals hierboven vastgesteld, naar behoren heeft uitgevoerd, zodat de klacht van de consument op dat punt ongegrond is. De commissie overweegt daarnaast ten overvloede dat de gekozen oplossing niet de beste oplossing is, maar dat dit kennelijk is ingegeven door de hoge kosten die de beste oplossing met zich mee zou brengen, zodat dit de ondernemer niet verwijtbaar is.   De consument verwijt de ondernemer verder dat hij zijn boot na de laatste reparatie smerig heeft afgeleverd, alsmede met lege accu’s en opengedraaide kranen. Hoe de staat van de boot bij aflevering was, is door de commissie niet meer vast te stellen. Omdat partijen hieromtrent ook tegenstrijdige verklaringen hebben afgelegd, rust daarom op de consument – als degene die eist – de last het gestelde aan te tonen. De consument is daar naar het oordeel van de commissie niet in geslaagd. De enkele verklaring van de consument is, bij weerspreking ervan door de ondernemer, onvoldoende om tot een ander oordeel te komen. Wat betreft de accu’s en de kranen stelt de commissie vast dat de consument zijn boot zelf, althans in zijn opdracht, op een trailer heeft geplaatst en zijn boot zelf, althans in zijn opdracht, heeft vervoerd naar de werf van de ondernemer. De ondernemer mocht er daarom van uitgaan dat de consument zelf zorg had gedragen voor de accu’s en de kranen. Van het verstrekken van een opdracht aan de ondernemer om zorg te dragen voor de accu’s en de kranen is niet gebleken. Bij gebreke daarvan mocht de consument er niet van uitgaan dat de ondernemer er eigener beweging voor zorg zou dragen, nu dit met de opdracht tot het verhelpen van de trillingen niets van doen heeft.   De commissie is derhalve van oordeel dat de klachten ongegrond is.   Derhalve wordt als volgt beslist.   Beslissing   Het door de consument verlangde wordt afgewezen.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Waterrecreatie op 31 augustus 2010.