Niet aannemelijk gemaakt dat schade tijdens transport is veroorzaakt nu de verpakking geen enkel spoor van schade vertoont.

  • Home >>
  • Thuiswinkel >>
De Geschillencommissie




Commissie: Thuiswinkel    Categorie: Schadevergoeding    Jaartal: 2018
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 113091

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil vloeit voort uit een op 27 augustus 2017 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een televisie merk [merknaam] Ultra HD TV tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 799,00.
De levering vond plaats op of omstreeks 2 september 2017. De consument heeft omstreeks 2 september 2017 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.

Standpunt van de consument

Het standpunt van de consument, zoals ter zitting toegelicht, luidt in hoofdzaak als volgt.

Bij het uitpakken van de televisie zagen wij meteen een grote barst in het midden van het scherm. Ik heb dat telefonisch gemeld aan de ondernemer en op diens verzoek foto’s gemaakt van de televisie en van de verpakking. Die heb ik toen per mail opgestuurd. De ondernemer heeft daarna de televisie weer laten ophalen door een vervoerder. Die sleepte de televisie hardhandig over een harde ondergrond naar zijn busje. Hij maakte geen gebruik van “wieltjes”. Aan de verpakking was, toen ik, althans een van mijn huisgenoten, voor ontvangst tekende, niets te zien. Die was dus in orde. Er is geen sprake van val- of stootschade. Wij hebben de televisie uitgepakt en gewoon op de bank in onze gemeenschappelijke zitkamer gelegd, zagen toen die ster en hebben de televisie even aangezet om te kijken of hij het deed. Hij deed het inderdaad maar door die grote barst zag het er niet uit. De televisie is door de consument gekocht, maar hij was bestemd voor alle bewoners van ons studentenhuis en zou in de gemeenschappelijke zitkamer een plaats krijgen. Het is onjuist dat wij geprobeerd hebben het toestel aan de wand op te hangen.
Ik verlang dat de ondernemer mij de aankoopprijs terugbetaalt of mij een zelfde soort televisie zonder defecten levert.

Standpunt van de ondernemer

Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.

De televisie heeft inderdaad een grote ster in het beeldscherm. De verpakking is echter totaal ongeschonden. Het is onwaarschijnlijk dat zo’n ster ontstaat terwijl de televisie zich in de verpakking bevindt. De televisie is ook nog eens in piepschuim verpakt. De consument heeft de televisie waarschijnlijk laten vallen bij een poging die op te hangen. Wij denken dat de consument dat wilde gaan doen gezien het feit dat de schroeven aan de achterkant er gebruikt uitzien. Er is dus sprake van val- of stootschade en die is veroorzaakt door de consument of een van zijn huisgenoten. Wij gebruiken professionele vervoerders. Aan hen is die barst in elk geval niet te wijten.

Beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen.

Partijen verschillen van mening over de vraag of de barst in het beeldscherm van de televisie is ontstaan bij vervoer naar het afleveradres of dat de barst is ontstaan bij of kort na het uitpakken van de televisie door de consument en/of een van diens huisgenoten. De consument is een student die met andere studenten in een studentenhuis woont. Ter zitting is niet duidelijk geworden wie, de consument zelf dan wel (ook) één of meer van zijn huisgenoten de televisie heeft uitgepakt. Volgens de verklaring van de vertegenwoordiger van de consument ter zitting hebben de bewoners de televisie “met beleid” uitgepakt en op de bank gelegd en bleek toen dat er sprake was van een barst. 
Onweersproken is dat de verpakking van de televisie onbeschadigd was bij aflevering. Gelet op de aard van de schade, waaruit blijkt dat het televisiescherm kennelijk met kracht met een scherp en hard voorwerp in aanraking is gekomen, is niet aannemelijk gemaakt dat die schade is veroorzaakt tijdens het transport, aangezien de verpakking geen enkel spoor vertoont van schade. Gelet op dit feit en verder alle omstandigheden van het geval in aanmerking nemende, acht de commissie onvoldoende aannemelijk gemaakt dat de lezing van de consument klopt. Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing

Het door de consument verlangde wordt afgewezen.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Thuiswinkel op 15 december 2017.