Commissie: Installerende bedrijven
Categorie: Garantie
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
61986
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een koopovereenkomst die tussen partijen tot stand is gekomen op grond van een door de ondernemer uitgebrachte en door de consument aanvaarde offerte van 26 juli 2010, waarbij de ondernemer zich heeft verplicht tot het leveren van een zonthermische warmwatervoorziening, hierna te noemen: een zonneboiler. De zonneboiler is op 26 november 2010 door de ondernemer geleverd en geplaatst. Na de plaatsing had de consument enkele klachten. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. De consument verwijt de ondernemer dat hij, ondanks het feit dat de ondernemer hem dat had bevestigd, geen overheidssubsidie ontving. Daarnaast beklaagt hij zich erover dat ondanks herhaald verzoek aan de ondernemer, [geen keurcertificaat] van de zonneboiler is ontvangen. Aanvankelijk heeft de consument zich ook er over beklaagd dat de geleverde zonneboiler onvoldoende capaciteit had, maar dat heeft de ondernemer reeds opgelost voor het aanhangig maken van het geschil door kosteloos een extra collector te plaatsen. De consument vordert dat de ondernemer hem vergoedt een bedrag gelijk aan de niet ontvangen subsidie en dat de ondernemer wordt veroordeeld tot afgifte van een KIWA-keurcertificaat. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. Op het moment van aankoop was er een overheidsregeling die subsidie mogelijk maakte voor zonneboilers. De regeling is onverwachts afgeschaft. Voorwaarde voor het verkrijgen van subsidie was dat het systeem voorkwam op een zogenaamde subsidielijst, waarvoor een test noodzakelijk was door het Agentschap. De subsidie kon worden aangevraagd en verkregen tot één jaar na aanschaf van het systeem. De fabrikant van het systeem was bijna gereed met testen, er was nog voldoende tijd geweest om de subsidie aan te vragen en te verkrijgen. De ondernemer heeft voorts opgemerkt niet te garanderen dat een overheidssubsidie kan worden verkregen. Met betrekking tot [het keurcertificaat] heeft de ondernemer de consument meegedeeld dat een dergelijk certificaat niet verplicht is voor zonneboilersystemen en dat het Solar Key Mark dat bij het systeem behoort Europees geldig en gelijkwaardig is. Het desbetreffende certificaat van 17 februari 2011 bevindt zich bij de stukken. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. De offerte vermeldt: “Op dit systeem is tot één jaar na aanschaf subsidie aan te vragen bij [het agentschap]. Indien deze wordt toegewezen, bedraagt deze ongeveer € 800.00,–.” De commissie oordeelt dat daarin geen garantie valt te lezen van de ondernemer dat de consument de subsidie ook daadwerkelijk zal ontvangen, nu immers alleen wordt gewezen op de mogelijkheid deze aan te vragen. Ook de e-mail van de ondernemer aan de consument van 10 mei 2011 heeft niet tot gevolg dat de ondernemer te dier zake enige garantie geeft. De ondernemer geeft slechts aan, in reactie op een e-mail van de consument van 9 mei 2011, dat indien een lagere subsidie wordt verkregen omdat de capaciteit van de zonneboiler lager is dan op de offerte vermeld, de ondernemer bereid is dit verschil bij te passen. Uit de stukken blijkt dat er een andere reden is, op grond waarvan de subsidie kennelijk niet is verkregen. De subsidieaanvragen dienen te worden ingediend bij [het agentschap], een door de Rijksoverheid ingesteld instituut. De subsidieregeling is door de overheid ingetrokken, in dier voege dat alleen nog aanvragen in behandeling werden genomen die voor 18 februari 2011 zijn ingediend. Ter zitting heeft de consument meegedeeld de subsidieaanvrage op 6 januari 2011 te hebben ingediend, hetgeen derhalve tijdig is gedaan. Bij de subsidieaanvraag moesten, aldus de consument, certificaten worden overgelegd. De ondernemer heeft de consument volgens diens mededeling ter zitting op 22 februari 2011 het DIN-certificaat doen toekomen, zoals dat zich ook bij de stukken bevindt, afgegeven op 17 februari 2011. Ter zitting is niet duidelijk geworden of de consument dit certificaat [het agentschap] direct heeft doen toekomen, noch is duidelijk geworden waarom [het agentschap] vervolgens, aldus de consument, op 5 april 2011 de aanvraag niet langer meer in behandeling heeft genomen. Er is derhalve kennelijk iets niet goed gegaan bij de administratieve afwikkeling van de subsidieaanvraag. De commissie dient te beoordelen in hoeverre de ondernemer daarvan een verwijt valt te maken. Voorop staat dat de consument degene is die subsidieaanvrage indient en daar derhalve voor verantwoordelijk is. De contacten met [het agentschap] gaan ook geheel buiten de ondernemer om. Het is de commissie onduidelijk op grond waarvan [het agentschap] de tijdig ingediende aanvrage niet langer in behandeling heeft genomen op 5 april 2011, terwijl de consument een certificaat dat kennelijk bij de aanvrage moest worden overgelegd, reeds op 22 februari 2011 heeft ontvangen en derhalve ruim voor 5 april 2011 aan [het agentschap] had kunnen doen toekomen. Derhalve kan niet worden vastgesteld dat de ondernemer in deze een verwijt valt te maken. De commissie overweegt nog dat door de consument ook geen stukken in het geding zijn gebracht betreffende de subsidieaanvrage, zoals de aanvraag zelf en correspondentie met [het agentschap], hetgeen wel op zijn weg had gelegen indien en voor zover hij de beslissing van [het agentschap] de ondernemer wil aanrekenen. De commissie zal derhalve afwijzen de vordering van de consument tot vergoeding door de ondernemer van het niet verkregen subsidiebedrag, waarbij de commissie ten overvloede nog opmerkt dat er geen gegevens zijn waaruit kan blijken dat de subsidieaanvraag zou zijn gehonoreerd en zo ja, tot welk bedrag. Ten aanzien van het verkrijgen van [een keurcertificaat], overweegt de commissie dat de ondernemer ook ter zitting heeft verklaard dat dit certificaat er niet is en het ook niet nodig zou zijn vanwege het DIN-certificaat, dat wel is afgegeven. In een brief van 28 november 2011 aan de commissie heeft de ondernemer nog vermeld dat het afgegeven DIN-certificaat (Solar Key Mark) gelijkwaardig is en Europees geldig. De juistheid van dit standpunt is door de consument niet, dan wel onvoldoende bestreden en de commissie zal derhalve het standpunt van de ondernemer volgen. Beslissing De commissie acht de klacht van de consument ongegrond. Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd dat door de commissie wordt vastgesteld op nihil. Aldus beslist door de Geschillencommissie Installerende Bedrijven op 29 december 2011.