Niet overtuigend bewijs door de ondernemer geleverd; ijkingskosten voor rekening van ondernemer

  • Home >>
  • Energie >>
De Geschillencommissie
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Energie    Categorie: Fraude    Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 44604

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil betreft een defecte elektrameter.

  De consument heeft in oktober 2009 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.   Standpunt van de consument   Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.   De consument heeft na het ontvangen van zijn jaarafrekening 2008/2009 geconstateerd dat zijn energieverbruik, met name stroom, in zeer grote mate was toegenomen. Daardoor heeft de consument contact opgenomen met de ondernemer voor het laten verrichten van een meterijking. Op 8 januari 2010 heeft de ondernemer een onderzoek aan de meter verricht op basis van kosten ongelijk. Uit dit onderzoek is gebleken dat de meter afwijkt. De meter vertoont een grote positieve fout wat inhoudt dat de meter sneller loopt dan eigenlijk zou moeten. In de brief van 18 januari 2010 wordt de consument door de ondernemer beschuldigd van het plegen van fraude waardoor hij de kosten van dit onderzoek aan de meter moet voldoen. Namens hem heeft zijn rechtsbijstandsverzekering de ondernemer aangeschreven. Hierop volgde enkel een brief dat de ondernemer zijn standpunt handhaaft.   De consument betwist de elektriciteitsmeter te hebben beïnvloed met een magneet en vordert van de ondernemer restitutie van onderzoeks- en administratiekosten en correctie van de jaarafrekeningen 2007, 2008, 2009 en de kosten van juridische bijstand ad € 100,–.   De consument verlangt: 1. correctie van zijn elektriciteitsverbruik met terugwerkende kracht vanaf november 2004 met restitutie van de teveel betaalde energiekosten; 2. restitutie van de ijkingskosten ad € 189,81; 3. restitutie administratiekosten en meterkosten ad € 251,90; 4. vergoeding juridische kosten ad € 100,–.   De consument heeft de correspondentie ter zake in afschrift overgelegd.   Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.   De meter is al zeer oud, bouwjaar 1962 en het [naam rapport] rapport is al 5 jaar oud en niet echt stellig. Volgens hem was de meter al kapot, toen hij in het huis kwam wonen.   Het zegel op de meter was intact en er waren geen uiterlijke beschadigingen aan de meter.   Het eerste halfjaar dat hij het huis betrokken heeft, heeft hij er vanwege verbouwingen ternauwernood in gewoond. Zijn verbruik was toen ook laag, zij het niet extreem laag, hetgeen wel het geval zou zijn, als er een magneet op de meter was geweest. De jaren daarna was zijn verbruik respectievelijk 1071 en 2010 kWh.   Navraag bij de verbruiksmanager van [naam ondernemer] leerde, dat zijn te verwachten jaarlijks verbruik ongeveer 1300 kWh is. Nadat de meter op 21 december 2009 was vervangen was zijn verbruik het daarop volgende jaar 1264 kWh. 

De ondernemer heeft nadat de consument de meterkosten et cetera had betaald het verbruik over de jaren 2007, 2008,2009 gecorrigeerd; de daarbij toegepaste schattingen van de gemiddelden, namelijk 2019 kWh per jaar over die jaren was arbitrair; het gemiddelde lag veel lager. De consument heeft grafieken van zijn verbruik over de jaren heen bijgehouden.

Standpunt van de ondernemer   Op 17 december 2009 is de meter in de woning van de consument geijkt en werd een afwijking van 400 % geconstateerd. Naar aanleiding van deze constatering werd de meter voor verder onderzoek vervangen. Uit nader onderzoek is gebleken dat de meter door een extern magnetisch veld is beïnvloed, zie ijkrapport d.d. 8 januari 2010.   Voorts verwijst de ondernemer hierbij naar het [naam rapport]-rapport inzake “Theoretisch onderzoek naar kWh-meterfraude met permanente magneten. (bijlage 1)   Indien uit onderzoek blijkt dat de meter is gemanipuleerd en dat de kWh-meter beschadigingen vertoont, worden de kosten op grond van het gestelde in artikel 4,6 lid c en artikel 4,7 van de algemene voorwaarden in rekening gebracht. De consument is immers jegens de ondernemer verantwoordelijk en aansprakelijk voor wat er met de aan de consument ter beschikking gestelde elektriciteitsaansluiting, – waarvan de meter onderdeel uitmaakt- gebeurt. De onderzochte meter wordt nog bewaard tot 8 februari 2011.   Uit het onderzoek van de meter ter plekke en een vervolgonderzoek, blijkt dat de meter – mede gelet op de uitwendig aangetroffen sporen in de vorm van krassen op de behuizing van de meter – door middel van een sterke magneet is gemanipuleerd. Een degelijke aangetroffen afwijking kan verder alleen veroorzaakt zijn door blikseminslag. Bovendien zou in dat geval meer schade aan installatie en apparatuur zijn opgetreden en hadden de gevolgen daarvan zich niet alleen beperkt tot het demagnetiseren van de elektriciteitsmeter.   Volgens het rapport van de [naam rapport] kan een demagnetisatie van de remmagneet in de meter, hetgeen hier aan de orde is, alleen worden veroorzaakt door het plaatsen van een sterke magneet op de meter. Uit het onderzoek blijkt ook, dat het voornaamste bewijs voor het gebruik van een magneet – dat nu eenmaal niet anders kan worden gezien als een poging tot fraude – een sterk gedemagnetiseerde remmagneet is.   Het is de ondernemer niet bekend over welke periode het telwerk van de magneet is beïnvloed. Onderzoek naar het historische verbruik laat zien dat het jaarverbruik van november 2005 tot november 2007 circa 3.000 kWh bedraagt. Vanaf 13 juni 2008 stijgt het verbruik plotseling aanzienlijk. (zie bijlage II)   Door het aanbrengen van een extern magnetisch veld wordt de remmagneet van de meter verzwakt. Hierdoor zal de meter zodra het externe magnetische veld verwijderd is, een blijvende positieve afwijking krijgen.   Zowel krachtens de redelijkheid en billijkheid als krachtens de op de aansluiting van toepassing zijnde algemene voorwaarden mag klager geen handelingen verrichten of te doen verrichten, waardoor de hoeveelheid getransporteerde elektriciteit niet (goed) kan worden vastgesteld.   Aangezien de consument een zorgplicht heeft voor de meter en zich dient te onthouden van handelingen of het toelaten van frauduleuze handelingen heeft de consument een nota wegens behandelingskosten meterfraude van € 251,90 ontvangen.   De ondernemer is van mening dat hij op basis van de hierboven weergegeven feiten en omstandigheden bevoegd en genoodzaakt was nader onderzoek te laten plegen naar de toestand van de meter en alle hiermee gepaard gaande, redelijke kosten bij de consument in rekening te brengen. De ondernemer heeft geconstateerd dat er met de meter is gemanipuleerd, waarvoor klager, die de meter voor de ondernemer houdt, aansprakelijk is ongeacht wie de feitelijke handeling heeft verricht. De ondernemer is niet schadeplichtig jegens de consument aangezien de ondernemer niet toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van zijn verplichtingen met de consument noch heeft de ondernemer onrechtmatig gehandeld jegens de consument. De consument is geïnformeerd over het onderzoeken van de meter door een externe partij. Deze mogelijkheid blijft nog tot 8 februari 2011 bestaan.   Volgens de ondernemer is de consument het aan hem in rekening gebrachte dan ook volledig verschuldigd.   Ter zitting heeft de ondernemer zich bereid verklaard de meterstanden over de jaren 2007,2008 en 2009 verder te corrigeren, indien daar aanleiding toe bestaat.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   Uit het over en weer aangevoerde – vooral ook het verbruik over de jaren 2004/tm 2006 en uit de door partijen overgelegde rapporten – is niet het overtuigende bewijs door de ondernemer geleverd, dat met de meter is gemanipuleerd als door de ondernemer gesteld.   De commissie merkt hierbij op, dat zij de deskundigheid van de [naam rapport] niet in twijfel trekt, maar dat ook dit rapport, zij het beperkt, ruimte laat voor andere oorzaken dan manipulatie. Derhalve dient het door de ondernemer aangeleverde bewijs in zijn rapportage sluitend te zijn en geen ruimte te laten voor twijfel. Gelet op hetgeen vaststaat omtrent het verbruik over de jaren 2004 t/m 2006 is die twijfel er wel.   Klager heeft zich terecht gekwetst gevoeld door de door de ondernemer gebezigde term “fraude”. Deze term is onnodig defamerend. De commissie acht derhalve termen aan de consument hiervoor een vergoeding toe te kennen van € 100,–.   Tevens dient de ondernemer nu de ijking van op kosten van ongelijk heeft plaatsgevonden en er een afwijking aan de meter is geconstateerd, waarvoor de consument naar het oordeel van de commissie niet verantwoordelijk te stellen is, aan de consument de kosten van de ijking en de administratiekosten te vergoeden ad € 441,81 in totaal. Voor vergoeding van de kosten van juridische bijstand is geen plaats.   Voorts dient de ondernemer, gelet op hetgeen door de consument omtrent zijn verbruik is aangevoerd, nogmaals een correctie op de meterstand over de jaren 2007, 2008 en 2009, zulks in overleg met de consument, uit te voeren en het eventueel teveel betaalde aan hem te restitueren   Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is.   Derhalve wordt als volgt beslist.   Beslissing   De ondernemer betaalt aan de consument een vergoeding van € 541,81. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies.   Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de ondernemer bovendien de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de verzenddatum van het bindend advies.   Voorts dient de ondernemer in overleg met de consument een nieuwe correctie van de meterstanden over de jaren 2007, 2008 en 2009 uit te voeren en deze binnen een maand na het verzenden van deze beslissing aan de consument te doen toekomen onder betaling van het eventueel teveel in rekening gebrachte.   De commissie wijst het meer of anders verlangde af.   Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 25,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.   Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 25,–.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie en Water op 29 maart 2011.