Commissie: Reizen
Categorie: Aansprakelijkheid
Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
62741
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 24 juli 2011 met de reisorganisator tot stand gekomen overeenkomst, waarbij de reisorganisator zich verplicht heeft tot het leveren van een verblijf in een hotel voor een persoon te Bodrum in Turkije op basis van all inclusive, voor de periode van 30 augustus 2011 tot en met 6 september 2011 voor de som van € 562,–. Klager heeft op 7 september 2011 de klacht voorgelegd aan de reisorganisator. Standpunt van klager Het standpunt van klager luidt in hoofdzaak als volgt. De kamer, die mij was toegewezen, bevond zich pal achter de keuken en deze verspreidde een vieze lucht. Voorts was de toilet in de kamer kapot en deze werd eerst op 5 september, dus tegen het einde van mijn verblijf gerepareerd. Bovendien was het eten slecht. Klager verlangt een vergoeding van € 200,–. Standpunt van de reisorganisator Het standpunt van de reisorganisator luidt in hoofdzaak als volgt. Gelet op de aard van de aangegeven klachten hadden deze gemakkelijk kunnen worden opgelost. Klager heeft echter noch zijn klachten bij de hostess gemeld noch bij onze organisatie in Nederland. Klager heeft derhalve niet geklaagd conform de ANVR-Voorwaarden, zodat de klachten niet bij onze organisatie bekend waren. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. Gelet op de door partijen overgelegde stukken en het verhandelde ter zitting heeft de commissie vastgesteld, dat klager zijn klacht alleen kenbaar heeft gemaakt aan de leiding van het hotel, waar hij verbleef. Klager heeft het echter daarbij gelaten en zich niet tot de reisleiding ter plekke gewend. Noch heeft hij zich gemeld bij de reisorganisator in Nederland. Op grond hiervan moet de commissie constateren, dat klager niet de in de hier van toepassing zijnde ANVR-Voorwaarden voorgeschreven klachtenprocedure heeft gevolgd, zodat hij achteraf geen schade meer kan claimen. Klager heeft derhalve verzuimd om de reisorganisator in de gelegenheid te stellen zijn problemen op te lossen althans een poging daartoe te doen. Een uitzondering daarop wordt alleen aanwezig geacht wanneer vaststaat, dat de reisorganisator geen maatregelen ter plaatse had kunnen nemen, hetgeen ook in de ogen van de commissie geenszins het geval was. De commissie is derhalve van oordeel dat de klacht ongegrond is. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing Het door klager verlangde wordt afgewezen. Aldus beslist door de Geschillencommissie Reizen op 16 januari 2012.