Niet touroperator maar ondernemer is reisorganisator, commissie is bevoegd geschil te behandelen

  • Home >>
  • Reizen >>
De Geschillencommissie




Commissie: Reizen    Categorie: Bevoegdheid    Jaartal: 2020
Soort uitspraak: bevoegdverklaring   Uitkomst: bevoegd   Referentiecode: 22655/31599

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over

De consument heeft via de website van de touroperator een vliegreis naar Valencia geboekt. In september 2019 is het reisbureau, handelend onder de naam van de touroperator, failliet verklaard. De consument heeft bij de SGR een claim ingediend, maar deze is afgewezen, omdat volgens de SGR de ondernemer verantwoordelijk is voor de uitvoering van de reisovereenkomst. De ondernemer geeft aan niet verantwoordelijk te zijn. De vraag is of er sprake is van een geschil met de ondernemer en of de commissie bevoegd is daarover te oordelen. De commissie leidt uit informatie van de SGR af dat de touroperator bij de boeking handelde als boekingskantoor en niet als reisorganisator. De reisorganisator is dus de ondernemer. Nu de consument klaagt over het niet uitvoeren van de reisovereenkomst en de ondernemer lid is van de ANVR, is de commissie bevoegd het geschil te behandelen. Het geschil wordt inhoudelijk verder behandeld.

Volledige uitspraak

Behandeling van het geschil
Uit de stukken blijkt dat eerst dient te worden vastgesteld of de commissie bevoegd is het geschil te behandelen.

De Geschillencommissie Reizen (verder te noemen: de commissie) heeft kennis genomen van de overgelegde stukken.

De behandeling heeft plaatsgevonden op 10 juni 2020.

Beoordeling
De commissie heeft het volgende overwogen.

De consument heeft op 18 juli 2019 via de website van [touroperator] een vliegreis naar Valencia in Spanje geboekt voor 3 personen met verblijf in een hotel, voor de periode van 21 oktober 2019 tot en met 25 oktober 2019 voor de som van € 912,52.

Op 23 september 2019 is [reisbureau] onder meer handelend onder de naam [touroperator], gestopt met het uitvoeren van reizen. [Reisbureau] is op 30 september 2019 failliet verklaard.

De consument heeft op 29 september 2019 een claim ingediend bij de Stichting Garantiefonds Reisgelden (SGR). Op 3 december 2019 heeft SGR de claim afgewezen, omdat volgens SGR de ondernemer verantwoordelijk is geweest voor de uitvoering van de reisovereenkomst.

Vervolgens heeft de consument op 23 februari 2020 een geschil aanhangig gemaakt bij de commissie. In het vragenformulier heeft de consument bij ‘Aanbieder gegevens’ vermeld: [naam touroperator/naam ondernemer].

De commissie stelt voorop dat zij geen geschil in behandeling kan nemen tegen [touroperator], aangezien deze partij op 30 september 2019 failliet is verklaard. Verder is de commissie niet bevoegd om te oordelen over de afwijzing van de claim door SGR. Op grond van artikel 10 van de garantieregeling van SGR moeten alle geschillen uit hoofde van de garantieregeling worden voorgelegd aan de rechtbank Rotterdam.

De vraag is of er sprake is van een geschil met de ondernemer en of de commissie bevoegd is daarover te oordelen. Daarover overweegt de commissie het volgende.

Uit een door de consument overgelegde e-mail van SGR van 29 januari 2020 blijkt dat ten tijde van het faillissement op de website van SGR het volgende werd vermeld:
[Touroperator] werkt samen met [ondernemer]. Als uw reis bij [ondernemer] is geboekt dan zult u geen problemen ondervinden en gaan geboekte reizen gewoon door. Neem contact op met [ondernemer].

De commissie leidt uit deze informatie, in samenhang met de mededeling van SGR dat de ondernemer verantwoordelijk is geweest voor de uitvoering van de reisovereenkomst, af dat [touroperator] bij de boeking die de consument op 18 juli 2019 op de website van [touroperator] heeft gemaakt handelde in de hoedanigheid van boekingskantoor (reisagent) en niet in de hoedanigheid van de reisorganisator. Reisorganisator is de ondernemer.

Nu de consument klaagt over de (niet) uitvoering van de reisovereenkomst, de ondernemer lid is van de ANVR en op die overeenkomst de ANVR-Reizigersvoorwaarden van toepassing zijn, is de commissie bevoegd het geschil te behandelen.

Alvorens het geschil verder inhoudelijk te behandelen zal de ondernemer eerst worden gevraagd om verweer te voeren.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
De commissie verklaart zich bevoegd het geschil te behandelen.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Reizen, bestaande uit de heer mr. G.P. Loman, voorzitter, de heer J.H.M. Boshuis, de heer mr. P.C. de Klerk, leden, op 10 juni 2020.