Nieuw grootzeil voldoet

De Geschillencommissie




Commissie: Waterrecreatie    Categorie: HISWA Algemene Aannemings-, verkoop- en leveringsvoorwaarden    Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: WAT08-0045

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil heeft betrekking op de levering van (groot)zeil op maat. De opdracht daartoe is verstrekt op 1 november 2007. De overeengekomen prijs bedroeg € 2.500,–.   Klager heeft de klacht op 12 mei 2008 schriftelijk voorgelegd aan de ondernemer.   De consument heeft een bedrag van € 250,– niet betaald en bij de commissie gedeponeerd.   Standpunt van de consument   Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.   De consument heeft ter vervanging van het oude zeil een grootzeil besteld bij de ondernemer. Na ontvangst bleek het nieuwe zeil niet te passen, het was te groot en niet correct. De ondernemer heeft na een klacht hierover het zeil weer meegenomen en vermaakt. Het zeil past nu nog niet goed. De totale zeiloppervlakte is te klein geworden en het reefsysteem past niet meer. Dat geldt ook voor het maindropsysteem. Ook is het zeil te zwaar.  De ondernemer heeft niet geleverd wat is besteld. De ondernemer heeft de consument een gerenoveerd grootzeil geleverd.   De consument verlangt een nieuw zeil volgens de specificaties van de fabrikant (HR 31).   Standpunt van de ondernemer   Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.   De consument heeft bij de ondernemer een offerte aangevraagd en opdracht gegeven voor het vervaardigen van een grootzeil, met verzoek de boot op te meten. Het opmeten is gebeurd in Baarn, in het bijzijn van de consument en zijn echtgenote. De ondernemer heeft het zeil vervaardigd volgens de aan boord gemeten maten, van een doeksoort dat is aanbevolen voor dit type boot. Het zeil en maindropsysteem is geplaatst op de boot in Baarn, waarna de consument is weggevaren naar de zomerligplaats. Na ongeveer vier weken heeft de consument telefonisch contact opgenomen met de mededeling dat er een paar problemen waren met het grootzeil. De ondernemer is naar de consument toegegaan. De consument gaf aan het zeil, welke prima paste, kleiner te willen hebben. Hij heeft aan boord aangegeven hoeveel kleiner hij het zeil wilde hebben. De ondernemer heeft de verkleining direct uitgevoerd en het zeil teruggeplaatst op de boot, waarna de consument aangaf tevreden te zijn met de aanpassing. Zijn echtgenote gaf aan het maindropsysteem nog iets aangepast te willen hebben, waarmee de ondernemer akkoord was. Dat zou in het najaar gebeuren. Toen de ondernemer van boord stapte, was iedereen tevreden. Het verbaast de ondernemer dan ook dat de consument maanden nadat hij een aanmaning had ontvangen voor het resterende bedrag, alsnog heeft gereclameerd.   Specificaties van de boot heeft de ondernemer nooit van de consument ontvangen. De ondernemer heeft de boot op verzoek van de consument opgemeten.   Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.   De ondernemer heeft het deskundigenrapport niet ontvangen en wordt ter zitting in de gelegenheid gesteld het deskundigenrapport te lezen en daarop te reageren. Het klopt volgens de ondernemer niet dat de reefogen niet zijn aangepast. De reefogen voor zijn wel degelijk aangepast. Ook na verkleining van het zeil. Het achterlijk is niet aanpast.   Het doekgewicht van het oorspronkelijke zeil was de ondernemer niet bekend. Het oude doek was een heel dun doek uit een periode dat voor het eerst kunststof zeilen werden gebruikt. Een dergelijk doek is niet meer leverbaar. De ondernemer heeft het duurste doek gebruikt dat er te krijgen is. Het is van goede kwaliteit.  De ondernemer is van mening te hebben geleverd hetgeen geoffreerd is. Op uitdrukkelijk verzoek is het zeil vervolgens aangepast.   Deskundigenrapport   De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport, voorzover thans van belang, het volgende vastgesteld.   Het grootzeil is gehesen. In de top paste het grootzeil. Het onder/achterlijk kwam tot circa 40 cm vanaf de achterzijde van de giek. De consument gaf aan dat het oude zeil ook tot die lengte op de giek kwam. Vervolgens werden de drie reven gestoken. Voor het eerste (onderste) reef is het reefoog gemonteerd op het achterste eind van een rail op de giek. Strak aangezet stond de reeflijn in een hoek van 45 graden met dit oog op de giek, hetgeen juist is. Het opgedoekte zeil was echter te stug om eenvoudig “onder de reef te stouwen”. De twee andere reven voldeden aan wat te verwachten was, zij het dat het nieuwe doek te stug was om eenvoudig gestouwd te worden. Na het strijken van het zeil werden de lazy-jack en de masthoes geïnspecteerd en deze bleken te ruim gemaakt.   Bij de aanpassing van het zeil zijn de plaatsen van de reven niet aangepast. Hieruit concludeert de deskundige dat bij het eerste plaatsen van het nieuwe zeil de reven niet correspondeerden met de bestaande reefogen op de giek en dat dit, in die situatie, enkel gecorrigeerd kon worden door het naar achteren plaatsen van de rail met reefogen op de giek. Dat is echter niet gebeurd en de aanpassing heeft bestaan uit het verkleinen van het grootzeil. Door echter de reefogen niet mee te verplaatsen, helt de giek naar beneden wanneer er gereefd wordt.   Door de aanpassing is de optimale snit wel enigszins verminderd, doch niet merkbaar of van invloed op de zeileigenschappen.   Het nieuwe doek is zwaarder per m² dan het oorspronkelijke gebruikte doek, althans als uitgegaan wordt van de HR31 specificaties. Correctie daarvan kan alleen door een nieuw zeil te maken.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   De consument heeft de ondernemer opdracht gegeven tot het maken van een nieuw grootzeil. Daartoe heeft de ondernemer de maten aan boord van het schip opgemeten en de opdracht bevestigd op 1 november 2007. Uit deze opdrachtbevestiging blijkt niet dat het grootzeil gemaakt moet worden op basis van de specificaties van de fabrikant van de boot (de HR31 specificaties). Indien de consument dat had gewenst, had het op zijn weg gelegen de ondernemer daartoe uitdrukkelijk opdracht te geven. Nu de consument dat niet heeft gedaan, doen de HR31 specificaties niet ter zake bij de beoordeling van de uitvoering van de opdracht.    Onvoldoende aannemelijk is geworden dat het in eerste instantie geleverde zeil niet voldeed. Op verzoek van de consument is het zeil desondanks – kosteloos – vermaakt door de ondernemer conform de eisen van de consument. Hierdoor zitten de reefogen (achter) mogelijk niet op de optimale plek, doch nu de aanpassing uitdrukkelijk op verzoek van de consument is geschied, is dat de ondernemer niet aan te rekenen.   Wat betreft de doekgewicht van het door de ondernemer gebruikte zeildoek, herhaalt de commissie allereerst dat de HR31 specificaties geen onderdeel uit maken van de overeenkomst tussen partijen. Daaraan voegt de commissie toe dat het doekgewicht dat in de HR31 specificaties staat vermeld niet representatief is voor de huidige zeilen. De HR31 specificaties dateren uit 1978, toen kunststofzeilen nog maar kort in gebruik waren en deze bijzonder dun waren. Het doek van huidige zeilen, zoals het door de ondernemer gebruikte performance doek, is daarmee niet te vergelijken. Een nieuw zeil zal daarom altijd stugger zijn dan de consument gewend is, doch dat kan de ondernemer niet aangerekend worden.   Nu de deskundige verder heeft vastgesteld dat het op verzoek van de consument aangepaste zeil niet merkbaar slechtere zeileigenschappen heeft, ziet de commissie geen aanleiding het gevorderde toe te wijzen.   Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.   De commissie gaat ervan uit dat de ondernemer de lazy-jack en de masthoes nog aanpast, zoals al voor het aanhangig maken van het geschil door de ondernemer is aangeboden, waarbij overigens de thans te grote maatvoering vermoedelijk een gevolg is van de verkleining van het zeil.   Derhalve wordt als volgt beslist.   Beslissing   Het door de consument verlangde wordt afgewezen.   Het depotbedrag ad € 250,– wordt overgemaakt aan de ondernemer.