Nieuwe overeenkomst moet door consument tussentijds kunnen worden opgezegd

De Geschillencommissie




Commissie: Sport en Beweging    Categorie: Algemene voorwaarden    Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 83881

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil vloeit voort uit een op 7 november 2012 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De consument is op die dag met de ondernemer een jaarabonnement aangegaan op grond waarvan zij gebruik kon maken van de faciliteiten van de sportschool gedurende de periode van één jaar, te weten tot 1 december 2013. Het geschil gaat om de vraag of de consument nog een lopend contract heeft (dat zij per maand kan opzeggen) of dat verplicht is een nieuw abonnement te nemen voor de duur van een jaar.

De consument heeft op 7 januari 2014 haar klacht voorgelegd aan de ondernemer.

Standpunt van de consument

Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.

Na afloop van de 1-jaarstermijn liep mijn abonnement nog steeds door. Ik mocht de sportschool nog in en het maandelijkse bedrag werd gewoon afgeschreven, maar men zei mij dat ik een nieuw abonnement moest afsluiten voor een bepaalde termijn. Daar ben ik het niet mee eens. Ik heb een lopend abonnement en nergens in het contract staat dat ik verplicht ben een nieuw abonnement af te sluiten voor een bepaalde tijd. De sportschool kan mijn lidmaatschap op grond van de algemene voorwaarden beëindigen als een lid zich niet gedraagt. Daar is geen sprake van en de sportschool beroept zich daar ook niet op.
Ik ben van mening dat de sportschool het abonnement niet eenzijdig kan beëindigen. Daardoor ontneemt de sportschool mij feitelijk de mogelijkheid om te doen waar ik mijns inziens contractueel toe gerechtigd ben, namelijk, na het eerste jaar waarin ik niet kon opzeggen, maandelijks opzeggen. Mij is voorgehouden dat dat kon en zo lees ik de algemene voorwaarden ook.

De consument verlangt dat de commissie uitspreekt dat haar abonnement is blijven doorlopen ná 1 december 2013 en dat de sportschool niet gerechtigd was het abonnement per 1 februari 2014 te beëindigen en dat, als de commissie tot dat oordeel komt, zij ook bepaalt dat zij vanaf 1 februari 2014 tot zij weer toegang krijgt geen abonnementsgeld is verschuldigd.

Standpunt van de ondernemer

De ondernemer heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid zijn standpunt aan de commissie kenbaar te maken.

Beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen.

De algemene voorwaarden van de sportschool bepalen, voor zover van belang het volgende:
"Het lidmaatschap kan op elk moment ingaan en is voor de duur van een jaar en eindigt altijd aan het eind van de maand. Kort voor het eindigen van het lopende lidmaatschap zal [de sportschool] het lid hierover informeren en een nieuw jaarcontract aanbieden" (artikel 2a).

De sportschool is lid van Fit!vak en om die reden zijn de Algemene Voorwaarden van Fit!vak van toepassing. In contractuele afspraken tussen een bij Fit!vak aangesloten ondernemer en een consument mag niet ten nadelen van de consument worden afgeweken van de Algemene Voorwaarden van Fit!vak. Artikel 6, lid 1 van de Algemene Voorwaarden van Fit!vak bepaalt, voor zover van belang, dat een voor een bepaalde tijd aangegane overeenkomst na het einde van die periode "voor onbepaalde tijd [wordt] vervolgd".
De tussen de sportschool en de consument in deze zaak gesloten overeenkomst, waarvan de relevante bepaling (artikel 2a) hiervoor is geciteerd zijn in strijd met de Algemene Voorwaarden van Fit!vak, nu die het mogelijk maken dat de sportschool aan de consument een nieuwe overeenkomst voor bepaalde tijd oplegt zonder de mogelijkheid van tussentijdse beëindiging door de consument.
Om deze redenen acht de commissie de andersluidende algemene voorwaarden die in deze zaak zijn overeengekomen tussen de sportschool en de consument niet van toepassing en zal deze buiten beschouwing laten.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing

De commissie bepaalt dat de overeenkomst tussen de sportschool en de consument van 7 november 2012 is blijven doorlopen, dat de ondernemer niet gerechtigd was deze te beëindigen per 1 februari 2014 en dat de consument eerst weer de maandelijkse vergoeding aan de ondernemer verschuldigd zal zijn indien en met ingang van de maand dat zij weer feitelijk van haar abonnement gebruik zal maken.

Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 52,50 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.

Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 100,–.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Sport en Beweging, op 11 april 2014.