Commissie: Voertuigen
Categorie: Conformiteit
Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
VOE05-0500
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een in december 2001 tussen partijen totstandgekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een nieuwe Renault Scenic tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van ƒ 45.400,–.
De levering vond plaats op of omstreeks 13 december 2001.
De consument heeft in april 2005 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.
In december 2001 heb ik een nieuwe auto gekocht. In november 2004 was de aandrijfas bij een kilometerstand van 92.123 km zo versleten, dat deze moest worden vervangen. Dat mag bij zo’n stand nog niet gebeuren en daarom bezat de auto bij aflevering niet die eigenschappen welke ik daarvan redelijkerwijze mocht verwachten. De importeur en de ondernemer hebben een coulance van 20% aangeboden, maar dat vind ik onvoldoende.
Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.
Dat de garantie verlopen was, was mij bekend. Ik heb de aandrijfas moeten inleveren, want anders kreeg ik helemaal geen coulance. Voor dat onderdeel zou een soort statiegeldregeling gelden.
De consument verlangt volledige vergoeding van de reparatie.
Standpunt van de ondernemer
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.
Slijtage aan de aandrijfas kent vele oorzaken en wijst niet noodzakelijkerwijze op een productiefout. Gemiddeld bedraagt de levensduur mogelijk 150.000 km, maar wij hebben vaak genoeg aandrijfassen vervangen tussen de 70.000 en 120.000 km. Vervanging bij ruim 92.000 is dus niet abnormaal.
Subsidiair moet rekening gehouden met aftrek wegens nieuw voor oud. In dat verband is een eigen bijdrage van de consument van 80% redelijk. Meer subsidiair vinden wij dat de consument twee-derde dient bij te dragen. Eventueel verzoeken wij halvering van de behandelingskosten.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
De garantietermijn was verstreken. Op zichzelf staat dat aan een actie op grond van artikel 7:17 BW niet in de weg.
In dit geval ging het om een auto van ruim drie jaren oud met ruim 92.000 km op de teller. De noodzaak tot vervanging bij een auto van die leeftijd en kilometerstand is “aan de tamelijk vroege kant”. Echter, niet kan worden gezegd dat uit het beperkte tijdsverloop en het beperkte kilometrage een vermoeden voortvloeit dat het bewuste onderdeel niet de eigenschappen bezat welke de consument als koper daarvan redelijkerwijze had mogen verwachten. Daarbij speelt een rol, dat ook externe factoren van invloed kunnen zijn op levensduur en dergelijke.
Indien en voorzover al gezegd zou moeten worden dat de aandrijfas “te” snel moest worden vervangen, is daaraan voldoende tegemoet gekomen door een coulancebod van 20%.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.
Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Voertuigen op 3 februari 2006.