Notaris declareert niet volgens offerte en moet het te veel betaalde aan cliënt terugbetalen

  • Home >>
  • Notariaat >>
De Geschillencommissie




Commissie: Notariaat    Categorie: Betaling / Kosten    Jaartal: 2020
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: ten dele gegrond   Referentiecode: 27256/42530

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over

De cliënt klaagt over de hoogte van het in rekening gebrachte bedrag door de notaris. Het bedrag wijkt af van de online ontvangen offerte. In de offerte worden eventuele bijkomende kosten gepresenteerd en dus kosten die niet per definitie gemaakt worden. Het gedane aanbod is onduidelijk. De notaris heeft geen verweer gevoerd bij de commissie. Uit een eerdere mail van de notaris blijkt dat deze stelt dat de manier van offreren kort en duidelijk is. De commissie is van oordeel dat een notaris niet kan worden verplicht in een offerte steeds een all-in bedrag te vermelden, mits de offerte maar voldoende duidelijk maakt op welke wijze het eindbedrag tot stand komt. De notaris heeft een voldoende duidelijke offerte uitgebracht voor de te verrichten werkzaamheden. De notaris heeft echter niet volgens zijn offerte gedeclareerd. Per afgeloste/doorgehaalde hypotheek wordt volgens de offerte een bedrag van € 185,80 all-in in rekening gebracht, maar er is een bedrag van € 227,83 in rekening gebracht. Het verschil van € 42,03 moet de notaris aan de cliënt terugbetalen. De klacht is gedeeltelijk gegrond.

Volledige uitspraak

Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de hoogte van de door de notaris gestuurde factuur.

Standpunt van de cliënt
Voor het standpunt van de cliënt verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De cliënt is het niet eens met het hem door de notaris in rekening gebrachte bedrag. Het bedrag wijkt immers af van de (online) ontvangen offerte via een web applicatie. In de tweede stap van het offertetraject is de cliënt de vraag gesteld welke handeling moet worden verricht. De cliënt heeft daar de keuze ‘oversluiting of extra hypotheek’ gemaakt. In de offerte worden eventuele bijkomende kosten gepresenteerd en dus kosten die niet per definitie gemaakt worden. Bij het oversluiten van een hypotheek vindt echter – zo heeft de cliënt inmiddels begrepen – te allen tijde doorhaling bij het kadaster plaats en dus hadden deze kosten niet als ‘eventueel’ moeten worden betiteld. Dit geldt ook voor de kosten in het kader van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren terrorisme (hierna: Wwft). Het gedane aanbod is onduidelijk en er is dan ook sprake van dwaling. De cliënt verlangt restitutie van het verschil tussen de reeds onder protest betaalde factuur van € 896,53 en de offerte van € 644,50, dus van een bedrag van € 252,03.

Standpunt van de notaris
De notaris heeft geen verweer gevoerd bij de commissie.

De commissie merkt uit het dossier op dat de notaris aan de cliënt bij mail van 12 maart 2020 het navolgende heeft laten weten: Onder de offerte staat duidelijk vermeld: “(eventuele) bijkomende kosten”. Het toevoegen van de haakjes zorgt ervoor dat er “bijkomende kosten” zijn én “eventuele bijkomende kosten”. De haakjes hebben wel degelijk een betekenis. Wij zijn van mening dat de huidige manier van offreren kort en duidelijk is. Uw klacht hebben we in ieder geval nog nooit gehoord. U had liever gehad dat we per akte een aparte offerte opmaken en dan per akte aangeven welke kosten facultatief zijn, gedeeltelijk facultatief of inclusief. Ik vrees dat het verhaal er dan niet duidelijker op gaat worden. Ik begrijp van u dat u de mening bent toegedaan dat dit duidelijker kan worden verwoord dan wij hebben gedaan. Ik zie uw voorstel voor een duidelijker offerte met spanning tegemoet. Houdt dan rekening met het volgende: Wat betreft de kosten voor het oversluiten: dit zijn in geval van een oversluiting inderdaad bijkomende kosten, maar bij een tweede of derde hypotheek zijn deze kosten eventueel bijkomend. De kosten Wwft, VIS etc. zijn gedeeltelijk voor wat betreft 27,50 Euro bijkomende kosten en dit zijn eventuele bijkomende kosten voorzover er extra betrokken personen zijn. Bijvoorbeeld een tweede eigenaar, beperkt zakelijk gerechtigde, vruchtgebruiker, debiteur en/of echtgenoot etc.

Beoordeling van het geschil
De commissie beslist naar redelijkheid en billijkheid met inachtneming van de tussen partijen gesloten overeenkomst, waarbij zij als maatstaf voor het handelen van de notaris hanteert dat deze heeft gehandeld zoals verwacht mag worden van een redelijk bekwame en redelijk handelend notaris.

De commissie stelt allereerst het volgende vast. In de ‘online offerte hypotheekakte’ wordt een totaalbedrag van € 644,50 genoemd. Dit betreft – zo is vermeld – de kosten voor de hypotheekakte, tarief kadastrale inzage en kadastrale inschrijving plus de wettelijke bijdrage kwaliteitsfonds KNB en de BTW. Als (eventuele) bijkomende kosten is in dezelfde offerte onder meer vermeld ‘Indien er hypotheken moeten worden afgelost/doorgehaald bij het kadaster, zullen hiervoor kosten in rekening worden gebracht. Deze kosten bedragen per hypotheek € 185,50 all-in (exclusief eventuele telefonische overboekingskosten).

Aan het oversluiten van een hypotheek is inherent, zo overweegt de commissie, de doorhaling van één of meer oude hypotheken. De commissie is daarnaast van oordeel dat een notaris niet kan worden verplicht in een offerte steeds een all-in bedrag te vermelden, mits de offerte maar voldoende duidelijk maakt op welke wijze het eindbedrag tot stand komt. Van tevoren zijn sommige omstandigheden immers nog niet bekend. Zo zal er soms sprake zijn van één hypotheek, soms van meer dan één. Ook is het aantal personen voor wie een Wwft-onderzoek moet worden ingesteld niet vooraf bekend. De notaris heeft met de gedane offerte, gezien de inhoud en de omschrijving in de offerte, een voldoende duidelijke offerte uitgebracht voor de te verrichten werkzaamheden.

De notaris heeft echter niet conform zijn offerte gedeclareerd. Per afgeloste/doorgehaalde hypotheek zal volgens de offerte een bedrag van € 185,80 all-in in rekening worden gebracht. De notaris heeft echter in rekening gebracht een bedrag van € 227,83 all-in. Het verschil van €42,03 zal door de notaris aan de cliënt dienen te worden terugbetaald.

De kosten van € 27,50 exclusief BTW voor de raadpleging van de diverse registers en voor de kosten Wwft zijn in de offerte duidelijk vermeld. De cliënt klaagt dat hem de kosten voor een Wwft onderzoek ten onrechte in rekening zijn gebracht. De commissie overweegt dat de notaris gehouden is om een Wwft onderzoek te verrichten en dat hij de betrokken partij hiervoor kosten in rekening mag brengen. Het wordt de commissie uit de overgelegde stukken niet duidelijk of en welk bedrag de notaris in rekening heeft gebracht voor de kosten Wwft. Deze kosten volgen in ieder geval niet uit de overgelegde rekening van de notaris. De commissie wijst de klacht voor wat betreft dit onderdeel als onvoldoende onderbouwd af.

De klacht is derhalve gedeeltelijk gegrond. De commissie zal het door de cliënt verlangde voor een deel groot € 42,03 toewijzen en voor het overige afwijzen.

Hetgeen de cliënt voorts nog naar voren heeft gebracht behoeft geen bespreking nu dit niet tot een ander oordeel kan leiden.
Nu de klacht van klager gedeeltelijk gegrond wordt verklaard, ziet de commissie aanleiding (gezien de mate waarin de klacht gegrond wordt verklaard) de notaris te veroordelen tot een vergoeding van de helft van het door klager betaalde klachtengeld, derhalve een bedrag van (0,50 x € 52,50) € 26,25,–. Bovendien dient de notaris – overeenkomstig het reglement van de commissie – een bijdrage in de behandelingskosten te voldoen, welk bedrag de commissie met 50% zal matigen.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
De commissie

– verklaart de klacht gedeeltelijk gegrond;
– bepaalt dat de notaris een bedrag van € 42,03 aan de cliënt dient te betalen binnen twee weken na verzenddatum van dit bindend advies;
– bepaalt dat de notaris een bedrag van € 26,25 terzake het klachtengeld aan de cliënt dient te betalen binnen twee weken na verzenddatum van dit bindend advies;
– bepaalt dat de notaris aan de commissie een bijdrage in de behandelingskosten verschuldigd is, welk bedrag de commissie matigt met 50 %;
– wijst af het door de cliënt meer of anders verzochte af.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Notariaat, bestaande uit de heer mr. J. van der Groen, voorzitter, de heer mr. R.J. Holtman en mevrouw drs. P.C. Hoogeveen – de Klerk, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. B.J. van Gent, secretaris, op 25 november 2020.