Commissie: Advocatuur
Categorie: Ontvankelijkheid
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
42440
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de kwaliteit van dienstverlening van de advocaat ter zake van zijn bijstand aan de cliënt in een civielrechtelijk geschil, de declaraties die de advocaat daarvoor in rekening heeft gebracht en de door de cliënt gevorderde schadevergoeding. Standpunt van de cliënt Voor het standpunt van de cliënt verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het betoog van de klachten op het volgende neer. Op het klachtenformulier van de commissie heeft de cliënt aangegeven dat er een geschil is ontstaan over de kwaliteit van de dienstverlening, de daaraan verbonden kosten en de daaruit ontstane schade. In de onderhandelingen met de wederpartij is het begrip finale kwijting nimmer aan de orde geweest. Voor het toepassen van deze finale kwijting moet de advocaat een reden hebben dan wel hebben ingestemd met een reden. Bovendien zou de advocaat een korting toepassen op zijn honorarium en heeft hij informatie onthouden. Op grond van het voorgaande verzoekt de cliënt de commissie in redelijkheid en billijkheid een vergoeding vast te stellen. Standpunt van de advocaat Voor het standpunt van de advocaat verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het verweer op het volgende neer. Primair stelt de advocaat zich op het standpunt dat de cliënt niet in zijn klacht kan worden ontvangen. Onder verwijzing naar zijn emailbericht van 9 december 2009 heeft de advocaat aangevoerd dat partijen elkaar finale kwijting hebben verleend met betrekking tot zowel de kwaliteit van de dienstverlening als de hoogte van de declaraties. De advocaat betwist dat hij zijn honorarium voor al zijn werkzaamheden met 15% zou korten. Evenmin heeft hij essentiële informatie onthouden in het kader van het sluiten van de vaststellingsovereenkomst. Voorts betwist de advocaat dat de cliënt schade heeft geleden. De advocaat verzoekt de commissie om de cliënt niet-ontvankelijk te verklaren in zijn klacht dan wel de klachten van de cliënt ongegrond te verklaren. Beoordeling van het geschil Naar aanleiding van het over en weer door partijen gestelde overweegt de commissie het volgende. Op grond van de overgelegde stukken en het verhandelde ter zitting is voor de commissie – als niet, dan wel onvoldoende weersproken – komen vast te staan dat de advocaat expliciet en voor de cliënt op niet mis te verstane wijze, heeft aangegeven dat het voorstel genoegen te nemen met een eenmalige betaling van € 3.000,– inclusief BTW en tegen finale kwijting van 7 december 2009 zowel betrekking heeft op de hoogte van de ter discussie staande declaraties alsmede de ter discussie gestelde kwaliteit van zijn dienstverlening, de cliënt daarmee akkoord is gegaan en genoemde € 3.000,– ook aan de advocaat in het kader van deze minnelijke regeling ter finale kwijting heeft voldaan. Naar het oordeel van de commissie kan de cliënt daar niet meer middels de ingediende klacht op terugkomen nu partijen ter finale kwijting en in der minne een regeling hebben getroffen. Uit het voorgaande volgt dan ook dat de cliënt in zijn klacht niet-ontvankelijk moet worden verklaard. Gelet op het vorenstaande komt de commissie niet meer toe aan de inhoudelijke beoordeling van het geschil. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing De commissie verklaart de cliënt niet-ontvankelijk in zijn klacht. Aldus beslist door de Geschillencommissie Advocatuur op 7 februari 2011.