Omdat klager de telefoon gebruikt als werktelefoon handelt hij niet als consument. De commissie kan de klacht daarom niet behandelen.

  • Home >>
  • Elektro >>
De Geschillencommissie




Commissie: Elektro    Categorie: Ontvankelijkheid    Jaartal: 2019
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 119382

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil vloeit voort uit een op of omstreeks 2 juni 2018 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst waarbij de ondernemer zich heeft verbonden om met bijlevering van materialen reparatiewerk te verrichten aan de [merknaam] (hierna: mobiele telefoon) en de klager zich heeft verplicht om daarvoor een prijs in geld te betalen van € 219,–. De aflevering van de mobiele telefoon na reparatie heeft plaatsgevonden op of omstreeks 15 juni 2018.

De klager heeft de klacht op of omstreeks 2 augustus 2018 voorgelegd aan de ondernemer.

Standpunt van de klager

Het standpunt van de klager luidt in hoofdzaak als volgt.

Het scherm van de mobiele telefoon was gebroken en gebarsten en moest dringend gerepareerd worden.
Bij de afgifte voor reparatie bood de ondernemer de keus of een origineel scherm of kopie zou moeten worden geplaatst, waarna de klager voor een originele heeft gekozen en betaald. De ondernemer heeft de mobiele telefoon niet alleen gebrekkig geanalyseerd en de interne waterschade niet gecontroleerd of vastgesteld, maar ook gebrekkig gerepareerd. Nadien kreeg de waterdichte mobiele telefoon tijdens een regenachtige vakantie in Polen te veel vocht binnen en functioneerde het uiteindelijk niet meer. Omdat de ondernemer na onderzoek had laten weten:
“De vochtschade aan uw toestel is dusdanig dat herstel niet mogelijk is helaas”
ging de klager naar een ander telefoonreparatiebedrijf (hierna: [bedrijf]). [bedrijf] heeft niet alleen bevestigd dat de mobiele telefoon door de ondernemer gebrekkig geanalyseerd en gerepareerd is, maar ook vastgesteld dat niet alleen het scherm een (Aziatische) kopie was. [bedrijf] stelde ook vast dat een plakstrip mist die nodig is om de mobiele telefoon waterdicht te houden. De nalatigheid van de ondernemer blijkt uit foto’s van vóór en na de door [bedrijf] inmiddels uitgevoerde reparatie.

De klager verlangt terugbetaling van de betaalde € 219,–, vergoeding van € 150,– wegens aan [bedrijf] betaalde reparatiekosten en vergoeding van aan de commissie betaald klachtengeld.

Standpunt van de ondernemer

Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.

In opdracht van de klager is inderdaad een scherm geplaatst, maar de ondernemer hecht geen waarde aan het onderzoek en de bevindingen van [bedrijf]. Dat bedrijf wordt gedreven door een ex-werknemer van de ondernemer, die werd ontslagen en bij justitie bekend is inzake fraude, diefstal en computervredebreuk.
De klager heeft de ondernemer ook niet in staat gesteld om het scherm zelf te onderzoeken. Het scherm was tussen partijen niet in discussie. De klager heeft de ondernemer benaderd met de melding dat de mobiele telefoon in zee was gevallen. Onder service is toen even snel geconstateerd dat het inderdaad vocht betrof, waarna aan de klager is gemeld dat aan dit vochttoestel geen reparatie (naar de commissie begrijpt: onder garantie) zal worden uitgevoerd.
De ondernemer wijst de claim van de klager af.

Beoordeling van het geschil

De commissie overweegt het volgende.

Voor zover relevant is de commissie volgens artikel 4 van haar Reglement bevoegd een geschil te behandelen, indien en voor zover partijen zijn overeengekomen zich aan het bindend advies van de commissie te onderwerpen. Met de ondertekening van het vragenformulier heeft de klager nadrukkelijk aanvaard dat de commissie bevoegd is om het geschil te beslechten. Dat geldt tevens als de aanvaarding van het tussen de branchevereniging en de ondernemer geldende derdenbeding dat er toe strekt om consumentengeschillen als deze door de commissie te laten beslechten. De commissie is dus bevoegd om dit geschil te behandelen

Artikel 3 Reglement bepaalt dat de commissie tot taak heeft geschillen tussen consument en ondernemer te beslechten. Daarbij geldt op grond van artikel 1 als consument: de natuurlijke persoon die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf. Uitgangspunt is dat rechtens niet als consument kwalificeert: de persoon die mede in het kader van zijn beroeps- of bedrijfsactiviteit handelt. Uit de stellingen en stukken volgt onmiskenbaar dat dit laatste hier wel het geval is.

Zo stelt de klager over de problemen met de mobiele telefoon zelf in zijn schrijven van 6 augustus 2018 bijvoorbeeld:
“Het is ook mijn werktelefoon dus mijn werkaanvragen lagen voor lange tijd stil hierdoor”.
In datzelfde schrijven beschrijft de klager verder zijn teleurstelling toen hem bleek dat de gerepareerde mobiele telefoon niet waterdicht was, met name omdat:
“Het is een ongelooflijk mooi toestel met bijzonder goede specificaties die in mijn werk als hondenuitlater goed van pas komen”.

Nu de stellingen en stukken geen aanknopingspunten bieden voor een ander oordeel, concludeert de commissie dat de klager niet-ontvankelijk is in zijn klacht. De commissie komt daarom niet toe aan een inhoudelijke beoordeling van het geschil en beslist als volgt.

Beslissing

De commissie verklaart de klager niet-ontvankelijk in zijn klacht.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Elektro, bestaande uit de heer mr. M.G.W.M. Stienissen, voorzitter, mevrouw mr. M.A. Arntz en de heer P.A. Frank, leden, op 25 januari 2019.